Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag V na
Trinitatis 8-7-2012 in de Lutherse kerk te Heusden.
Organist: Joop de Zwart.
Orgelspel
Afkondigingen en aansteken van de kaarsen.
Zo lief had God
deze wereld, dat
Hij Zijn enige Zoon
gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf
ontkomt,
en eeuwig
leven hebben mag!
Ons
Introïtus-lied
is nummer 34 uit de bundel Tussentijds. = Lied 67a
Laten we de Heer aanroepen om ontferming voor de grote nood van deze wereld,
en dan Zijn Naam prijzen,
want Zijn barmhartigheid heeft geen einde!
Zondagsgebed:
Heer God, U brengt
mensen weer thuis bij U en bij elkaar, opdat wij niet alleen zijn.
Wees hier aanwezig in Uw Heilige Geest,
door Jezus Christus, onze Heer.
Amen.
Lezing Oude Testament: Jesaja 66:
10-14 NB vertaling van Pieter Oussoren.
Het is het laatste boek uit de boeken van Jesaja. Na de terugkeer uit de
ballingschap, zoals de Heer had beloofd, is het leven nog steeds niet makkelijk.
Een deel van Jeruzalem ligt nog in puin, en de bevolking van de streken er
omheen zien hen als bezetters. Dan is het leven hard en moeilijk. Misschien kun
je de situatie wel vergelijken met die van Israël direct na WOII.
De Heer zegt nu echter bij monde van Jesaja:
10 Verheugt
u over Jeruzalem en jubelt over haar, allen die
haar liefhebt!–
weest in verrukking verrukt met
haar,
allen die in rouw zijt over haar,
11 opdat ge moogt zuigen en verzadigd
worden
aan de borst van haar vertroostingen;
opdat ge moogt slurpen en u laven
aan de tepel van haar glorie!
12 Want zo heeft gezegd de ENE:
zie, Ik leid tot haar een rivier
van vrede,
als een overstromende beek
de glorie der volkeren,
die moogt ge opzuigen!
Op de zijde zult ge worden gedragen
en op de knieën gekoesterd.
13 Zoals zijn moeder
iemand troost,–
zó zal Ik u vertroosten;
in Jeruzalem zult ge worden getroost.
14 Ge zult het zien, uw hart
zal verrukt zijn,
uw beenderen zullen uitbotten als jong
gras;
de Hand van de ENE zal worden gekend
door wie Hem dienen;
Zijn vijanden zal Hij
Zijn woede tonen!
Tot hier toe deze lezing die troost biedt aan mensen in moeilijke
omstandigheden… als je altijd maar moet vechten is de gedachte dat je even
weer kind mag zijn, op de schoot van je moeder zeer rustgevend. God wil voor ons
zo’n Moeder zijn. Een doorgaande lijn in de geschiedenis.
Onze Gradualepsalm zingt daarvan: psalm 90: 1, 2 en 8
Epistel: Galaten 5: 1
Het hoofdstuk begint met en draait om de vrijheid die ons is gegeven in
Christus… en hoe we daar mee om gaan. We
lezen:
1 Christus heeft ons
bevrijd opdat wij in vrijheid
zouden leven; houd dus stand en laat u niet
opnieuw een slavenjuk opleggen.
De Psalmist belijdt: Halleluja:
God de Heer is een zon en schild,
Zijn weldaden weigert Hij niet. (Ps.
84:12) HALLELUJA!
Ons Zondagslied is gezang
323: 1 en 2. God is tegenwoordig, God is in ons midden. Lied 906
Deze verzen verwoorden de lofzang en de diepe eerbied, die het
besef dat God ècht om ons geeft en met ons, kleine mensen, bezig is.
De lezing van het Heilig Evangelie komt uit: Lucas 10: 1-12
(13-15) 16-20
Het is
kort voor het einde… Toen de tijd naderde dat Jezus van de aarde zou worden
weggenomen, ging Hij vastberaden op weg naar Jeruzalem, lezen we in hoofdstuk 9.
Hij stuurde boden voor Zich uit, maar in een dorp in Samaria wilde men Hem niet
ontvangen. Ze trekken verder, en als de leerlingen zeggen: zullen
we dat gat platbranden? wijst Hij hen
terecht. Volgen moeten wij Hem, en dus: hier op aarde nergens op rekenen
en nergens rechten op doen gelden. We lezen verder…
1 Daarna
stelde de Heer tweeënzeventig anderen aan, die Hij twee aan twee voor Zich uit
zond naar iedere stad en plaats waar Hij van plan was heen te gaan.
2 Hij zei tegen hen: ‘De oogst
is groot, maar arbeiders zijn er weinig;
vraag dus de eigenaar van de oogst of hij
arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen.
3 Ga op weg, en bedenk wel: Ik zend
jullie als lammeren onder de wolven.
4 Neem geen geldbuidel, geen
reistas en geen sandalen mee, en groet onderweg niemand.
5 Als jullie een huis binnengaan, zeg dan eerst: “Vrede
voor dit huis!”
6 Als er een vredelievend
mens woont, zal jullie vrede met hem zijn; zo niet, dan zal
die vrede bij je terugkeren.
7 Blijf in dat huis,
en eet en drink wat men je aanbiedt, want de arbeider
is zijn loon waard.
Ga niet van het ene huis naar het andere.
8 En als jullie een stad
binnengaan en daar welkom zijn, eet
dan wat je wordt voorgezet,
9 genees
de zieken die er zijn en zeg tegen hen: “Het koninkrijk
van God heeft jullie bereikt.”
10 Maar als jullie een stad
binnengaan waar je niet welkom bent, trek dan door de straten
en zeg:
11 “Zelfs het stof
van uw stad dat aan onze voeten kleeft, vegen we van ons af
als aanklacht tegen u; maar bedenk
wel: het koninkrijk van God
is nabij!”
12 Ik zeg jullie: het lot van Sodom
zal op die dag draaglijker zijn dan het lot van die
stad.
(13 Wee Chorazin,
wee Betsaïda, want als in Tyrus en Sidon
de wonderen waren gebeurd die bij jullie gebeurd zijn, zouden de
inwoners van die steden zich allang in een boetekleed
hebben gehuld en met stof op hun hoofd tot inkeer
gekomen zijn.
14 Wanneer het oordeel komt,
zal het lot van Tyrus en Sidon draaglijker
zijn dan dat van jullie.
15 En jij, Kafarnaüm,
je denkt toch niet dat je tot in de hemel
zult worden verheven? In het diepst van het dodenrijk zul
je afdalen!)
16 Wie naar jullie luistert,
luistert naar Mij, en wie jullie afwijst,
wijst Mij af. En wie Mij
afwijst, wijst Hem af die Mij
gezonden heeft.’
17 De tweeënzeventig keerden vol vreugde
terug en zeiden: ‘Heer, zelfs de demonen
onderwerpen zich aan ons bij het horen van Uw naam.’
18 Hij zei tegen hen: ‘Ik heb
Satan als een lichtflits uit de hemel zien vallen!
19 Bedenk wel: Ik heb jullie de macht
gegeven om slangen en schorpioenen te vertrappen en om de kracht
van de vijand te breken, zodat niets
jullie kan schaden.
20 Verheug je er echter niet
over dat de geesten zich aan jullie onderwerpen, maar verheug
je omdat jullie naam in de hemel
opgetekend is.’
Zalig die het
Woord van God horen en er gehoor aan geven!
Credo: In antwoord op Gods
Woord willen wij samen ons geloof belijden
door samen te zeggen:
Wij
geloven in God, schepper van hemel en aarde,
van meer dan we kunnen bedenken,
van alles wat is.
Wij geloven dat God van ons houdt,
zoals een Vader en een Moeder,
voor ons wil zorgen, ons beschermt.
Wij geloven dat God mens werd:
Jezus, om ons lot te delen,
om op Zich te nemen
onze zonden, al ons leed.
Om dwars door dood en hel heen
ons thuis te halen in de hemel,
eens... op Zijn tijd.
Wij geloven dat Gods Geest
tot ons spreekt in brood en wijn,
in woord en lied,
in de stilte van ons hart,
om ons op de weg te zetten
naar God en naar de ander,
om zo beeld van God te zijn.
Wij geloven dat mensen-op-weg-naar-God
bij elkaar horen, als de vingers van een
hand,
als de leden van een lichaam,
ongeacht rang of stand, kerk of land.
Wij geloven dat doop en vergeving,
genade en goedheid
ons in eeuwigheid zullen doen leven,
met elkaar en met God. Amen.
Preek
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en van Jezus
Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve gemeente,
Soms heb je van die tijden dat je het helemaal beu bent: er komt
van alles over je heen, je moet honderd dingen tegelijk, en
niemand werkt er mee, integendeel zelfs. Dan ben
je hard aan vacantie toe, maar die
mogelijkheid biedt het leven niet
altijd.
Niet als je oud of langdurig
ziek bent, niet als je in een oorlogssituatie
verzeild bent geraakt, of als je op de vlucht
bent, en ook niet wanneer je leeft in een land vol politieke
spanningen, zoals destijds de pas uit de ballingschap
teruggekeerde Joden,
of zoals de Palestijnen en Israëli’s
nu, de mensen in Libië en Egypte
of nog erger: in Soedan, en in Syrië …
Het is om moedeloos van te worden.
Maar tóch is daar dat troostende woord van God:
“Ik zal je troosten als een Moeder, Ik
zal je op Mijn heup dragen, op Mijn schoot nemen’'.
Kom maar, stil maar, alles komt goed, alles wordt nieuw.
Als je zo’n belofte hoort, kan
dat al een grote ontspanning geven. Dan
kun je het nog wel even vol houden.
Net zoals het wéten dat je straks met vacantie
kunt gaan, je helpt met die laatste loodjes.
Maar dan weet je ook dat je op een gegeven moment weer met een schone
bladzij kunt beginnen…
Wanneer Jezus
72 mensen voor Zich uit zendt, om te vertellen dat het Koninkrijk
van God heel dicht
bij is, dan is daar méér dan een belofte…
Dan is daar Iemand die de bladzij al bijna bezig
is om te slaan. Hij heeft die al beet.
De punt heeft Hij tussen duim en
wijsvinger…
Over die 72 man kun je veel vertellen, maar dat doen we een andere keer
wel. Je kunt dat getal op meerdere manieren uitleggen, en dat is interessant,
maar nu ligt daar niet het zwaartepunt.
Vandaag wil ik vooral stilstaan bij de boodschap die deze mensen moeten brengen.
Zij brengen alvast de boodschap die Jezus Zelf
straks ook komt brengen. Keer op keer spreekt Hij over het koninkrijk van
God.
Dat is nabij.
En het is heel anders dan Zijn tijdgenoten verwachtten. Er komt geen
revolutie, geen opstand.
Het komt naar je toe, zeggen de afgezanten, als je open staat voor
vrede. Wanneer je vrede wilt aanvaarden en vrede
wilt doorgeven.
Het koninkrijk van God is namelijk hier
op aarde, want het is waar Jezus is.
Waar mensen daadwerkelijk
geloven in Jezus als
de vleesgeworden liefde van God
voor ons, mensen,
daar vindt het koningschap van God
zijn vervulling in de wereld der mensen. Want daar wordt Gods
wil gedaan. Dat is het Koninkrijk
van God waarover gesproken wordt.
Natuurlijk is God
Koning en Heerser over heel deze door Hem geschapen wereld, of wij
nu in Hem geloven of niet.
Maar wanneer Jezus
spreekt over het Koninkrijk Gods, dan heeft Hij het over de wereld
waarin Gods wil wordt gedaan zoals dat vanouds was bedoeld.
Dan gaat het over mensen die in liefde omgaan met
God, met elkaar
en met heel deze wereld. Met mens en
dier.
Zodat Gods wil wordt gedaan op aarde
zoals dat in de hemel gebeurt: voor de volle
100%.
Wanneer wij het Onze Vader bidden erkennen
wij dat God er recht op heeft dat Zijn wil op aarde
wordt gedaan zoals dat in de hemel
gebeurt.
En we zijn ons er vaak, maar lang
niet altijd, van bewust
dat wij daarin tekort schieten.
In het gedeelte dat volgt op het Evangelie
dat wij vandaag lazen, vraagt iemand aan Jezus:
waar draait het nu eigenlijk om?
En Jezus vraagt hem: wat lees je in de
bijbel?
Het antwoord is: Houd
van God met alles wat je hebt en bent, en van je naaste als van jezelf.
En dan zegt de Heer: ‘'Je bent er heel dicht bij.
Dat is wat je moet doen…”
En daar draait het dan ook om: het dóén!
Pas wanneer wij het liefhebben van God
en mensen tot levenskunst
verheffen, het toepassen in ons dagelijks leven, pas dàn is dat
Koninkrijk hier en nu.
In Jezus is het naast ons. Vlakbij.
Want Hij doet in heel Zijn menselijk leven Gods
wil.
Maar ook in ons eigen leven moet het gebeuren.
Ja, makkelijk praten… We hebben redenen
genoeg waarom ons dat niet lukt.
Sommige mensen kunnen het bloed onder
je nagels vandaan treiteren.
Je bloed wordt karnemelk…
Nu ja, u kent de uitdrukkingen die wij in het Nederlands daarvoor hebben zelf
wel.
Bovendien hebben we het druk-druk-druk…
En toch…
Toch zegt Jezus dat het kan. Hij
maakt het waar.
Tot in Gethsemane, tot op Golgotha.
Daar heeft Hij God, Zijn
Vader, lief, en daar heeft Hij
ieder van ons lief.
Genoeg om bereidwillig het kruis op Zich te
nemen.
Liefhebben is een werkwoord.
Niet iets dat je zomaar makkelijk afgaat.
Je moet er vaak moeite voor doen.
De Wil van God vinden we beschreven in de Tien Levenswoorden. De Tien Geboden.
Die beginnen met: Ik ben de HEER, uw God, Die u uit
Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd!
Reden genoeg om Hem lief
te hebben!
God heeft de mens
vrijgemaakt tot Zijn dienst.
Natuurlijk is er de zorg voor het dagelijks
brood.
Hard werken, daar word je niet minder van.
Maar er is altijd die zevende dag
waarop je rusten mag.
De dag die is toegewijd aan God, en
waarop je even bij Hem, bij Haar
op schoot mag zitten. Kind zijn. Dingen loslaten, die te zwaar
en te moeilijk zijn…
Ook daarvoor zijn we hier in de kerk
vanmorgen.
Om los te laten. Om God het initiatief te
laten…
Wanneer je je daar aan overgeeft geeft dat een stuk vrijheid.
Ont-spanning.
Dat wil God voor ons, omdat Hij
van ons houdt.
De vrijheid waarover in de Tien Woorden gesproken is, gaat niet alleen om
de lichamelijke slavernij waarin de
nakomelingen van Jacob verzeild waren geraakt, in het land Egypte, maar het gaat
vooral om de onvrijheid
om hun God te dienen, zoals Abraham,
Izaäk en Jacob
dat deden.
God heeft het volk vrij gemaakt van het kwaad dat andere mensen hen aandeden,
opdat zij en wij het ook anderen nooit meer zullen aandoen.
Maar als Christus voor ons op het kruis
sterft, bestrijdt Hij een dieper kwaad.
Namelijk: het kwaad dat wij onszelf aandoen, wanneer wij niet
leven naar Gods wil.
Dat kwaad is dodelijk voor mensen
en volkeren, en voor heel de schepping.
Een besef dat we ook al vinden in het Lied van de Schepping. In Genesis.
God heeft, zo klinkt het daar, de mens
een genoegen gedaan door die in een prachtige
tuin
te laten leven. Ze mogen genieten.
En ze kunnen God ook een genoegen doen.
Door een kleinigheid. Door iets níet te doen.
Door één enkele soort fruit niet te eten.
Daar zit een goede reden achter.
Die wordt ook gegeven.
Want als je tegen de wil van de goede
God ingaat,
kom je er vanzelf achter wat het woord ‘kwaad’ betekent.
Door God niet te gehoorzamen doen we Hem
geen kwaad, Hij staat daarboven, maar wel onszelf.
Zo lief had God echter deze wereld, U,
jou, mij, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven
heeft, opdat ieder die in Hem gelooft
aan het verderf ontkomt, en eeuwig
leven hebben mag!
Dat is ook de vrijheid waarover in Galaten werd gesproken. Christus
heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid
zouden leven, nu en in eeuwigheid;
houd dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen staat er.
We mogen het moede hoofd neerleggen op Zijn
schouder, we mogen afstand nemen van ons dagelijks
doen en laten, er eens critisch
naar kijken, en ons afvragen waar al die drukte vandaan
komt.
Of we niet eens wat dingen los moeten laten om
meer tijd vrij te kunnen maken voor God.
Veel dingen ‘moeten’ wij van onszelf.
Niet van de ander voor wie we
ze doen.
Waar zijn we mee bezig?
Laten we daar in de vacantietijd maar eens rustig
naar kijken.
U weet het: als Broeder Maarten
een heel zware, drukke dag voor de boeg had, stond hij een uur
eerder op, om een extra stille tijd met God
te hebben.
Dat hielp hem om zijn prioriteiten te herzien, door te vragen
naar Gods wil.
Vacantie komt van het Latijn: vacare Deo.
Je leegmaken voor God.
Ook Jezus ging regelmatig een berg op om
een goed gesprek met Zijn Vader te
hebben.
Zodat Hij uiteindelijk kon zeggen: niet
Mijn wil, maar Uw wil moet geschieden.
Als wij Hem daarin volgen
is het Koningschap van God
hier en nu zichtbaar.
Of we nu naar het buitenland gaan of thuis blijven: dan is het Koninkrijk
Gods gekomen.
Een rijk van vrede.
De grondwet is simpel:
Houd van God met alles wat
je hebt en bent, en van je naaste als van jezelf…
En kiezen kunnen we elke dag.
Amen
Orgelmuziek
Gods wereld waarin wij mogen samenleven is wijd, overal hebben wij broeders en
zusters.
Gods goedheid is groot en vanuit ons aandeel daarin mogen wij helpen en delen,
nu doen wij dat in de collecte voor de Lutherstichting, en straks
en komende weken vinden we weer andere wegen om te helpen en te delen…
Na het gebed over de gaven zingen wij uit de bundel TussenTijds nr. 94:1,
3 en 6
Nu dan de Collecte voor de Luther Stichting.
De Luther Stichting is het Nederlandse contactpunt met de Duitse Martin Luther
Bund,
dat theologische en materiële ondersteuning verleent, vooral aan Lutherse
minderheidskerken en kan helpen bij het opstarten en onderhouden van
partnerschappen met minderheidskerken elders in de wereld.
Gebed over de gaven
Lieve God,
wilt U alstublieft zegenen wat we hier bijeen
hebben gebracht,
zodat het is tot eer
van Uw Naam,
en zodat het Uw gemeente wereldwijd ten goede
komt.
Laat het een offer mogen zijn, dat onze dankbaarheid en liefde
uitdrukt,
door Jezus Christus, onze Heer. Amen
Wij zingen uit TussenTijds nr. 94:1, 3, 6 O God, onze Vader, wij spellen
Uw lof...
Voorbeden:
Laten we danken en bidden:
Lieve God, wij danken U dat voor veel mensen de tijd is aangebroken om zich te
ontspannen.
Een tijd waarin ze erop uit trekken om vrede te vinden. Geef dat het ook een
tijd is waarin wij elkaar vrede wensen. En wij bidden U voor elkaar en voor
allen die onderweg zijn, dat iedereen weer veilig en gezond thuis mag komen.
Uitgerust, en toegerust voor een beter leven.
Uw Wil geschiede.
Heer, wij danken U voor de vrijheid waarin wij leven. De fysieke en geestelijke
vrijheid waarvan wij in dit land mogen genieten.
Wij bidden U voor allen die deze vrijheid nog missen. Wij bidden U voor mensen
op de vlucht, die vaak vreselijke dingen hebben gezien.
Voor mensen die in opstand kwamen tegen onmenselijke overheden of machthebbers,
en daar een hoge prijs voor moesten betalen…
Wil hun moed bewaren, hun geloof in wat goed is en vrede brengt, bescherm hen en
hun geliefden.
Dat bidden wij ook voor onze zusters en broeders die om hun geloof worden
vervolgd.
Voor allen die macht hebben in kerk en maatschappij bidden wij U, zowel hier in
Nederland als overal op deze aarde.
Politici en bestuurders hebben een grote verantwoordelijkheid, die zij niet
alleen kunnen dragen. Wees hen nabij, met Uw Geest en Haar goede gaven.
Wij danken U voor Uw liefde en genade, voor het Woord dat we vrij mochten horen
en doorgeven.
Wij danken U het allermeest voor de vrijheid die ons in Christus is gegeven: de
vrijheid U en de ander lief te hebben, en zo mensen van vrede te zijn.
Help ons dan om die vrijheid te bewaken, opdat wij ons niet verslaven aan werk
of sport en spel.
Wij bidden U voor hen die lijden onder het natuurgeweld: overstromingen in
Zuid-Rusland en pas nog in Azië, extreme hitte in Amerika.
Wij bidden U ook voor zieken, en voor mensen die om hen in zorg zitten.
Voor Dirk-Jan bidden wij, voor prins Friso en zijn gezin, voor Betty, voor…
…
En samen bidden wij, zoals onze Heer het ons leerde en voordeed:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij aan anderen hun schuld vergeven;
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
Ons slotlied is: gezang 162: 3 en 4 God van God en licht van licht, aller
dingen hoeder... Midden onder u staat Hij die gij niet kent.
Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’ gezang162:5
Zegen:
Onze
hulp is van bij de Aanwezige,
de Maker van hemel en aarde.
Hij zal je voet niet laten wankelen,
Hij die over je waakt
zal niet sluimeren.
Het is de Aanwezige die over je waakt,
de Aanwezige is je schaduw aan je
rechterhand.
De Aanwezige zal over je waken voor alle kwaad,
Hij zal waken over je ziel.
De Aanwezige waakt over je gaan en je komen
van nu en tot in eeuwigheid.
Amen.
Gezang 162:5 Wees verheugd, van zorgen vrij ...
midden
onder u staat Hij...