Voor eerdere
diensten klik hier:
Zondag 4 na Trinitatis 27-6-2021 in de Lutherse kerk te Zeist
Voorbereiding
Stilte
Klokgelui
Orgelspel (voorspel) Entrée solennelle Léon Boëllmann (1862-1897)
Mededelingen
Votum (oproep)
Wij zijn hier aanwezig in de Naam
van de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest.
Amen
Onze Hulp is in de Naam
van de Heer
die hemel en aarde
gemaakt heeft.
Die trouw houdt tot in eeuwigheid
en niet loslaat het werk van Zijn
handen.
Gebed van
toenadering
Heer, wij zijn hier in Uw huis gekomen,
om te horen wat U,
God, onze Vader en Schepper,
U, Heer Jezus, onze Verlosser,
U, Heilige Geest, in leven en dood onze trooster,
tot ons wilt zeggen.
Heer, open nu door Uw Heilige
Geest
om Jezus’ wil ons hart,
opdat wij van Uw woord mogen leren te rouwen
over onze zonden,
en bij leven en dood
ons vertrouwen op Jezus
te stellen,
en elke dag mogen groeien in een heilig leven.
Wij vragen U:
Heer vergeef ons al wat wij
misdeden.
En laat ons weer in vrede leven.
Amen.
Zo lief had God
deze wereld, dat Hij Zijn
enige Zoon gegeven
heeft, opdat ieder die in Hem gelooft
aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!
Introïtus
Antifoon
V: De Heer is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen? Bij de Heer is mijn
leven veilig, voor wie zou ik bang zijn?
ps. 27:1-2
Gemeente: Psalm + antifoon ps
27:3-5a A
3 Al trok
een leger tegen mij op,
mijn hart zou onbevreesd zijn,
al woedde er een oorlog tegen mij,
nog zou ik mij veilig weten.
V: 4 Ik vraag aan de HEER één ding,
het enige wat ik verlang:
wonen in het huis van de HEER
alle dagen van mijn leven,
om de liefde van de HEER te aanschouwen,
Hem te ontmoeten in Zijn tempel.
G: 5 Hij laat mij schuilen onder Zijn dak
op de dag van het kwaad.
De Heer is mijn licht, mijn behoud,
wie zou ik vrezen?
Bij de Heer is mijn leven veilig, voor wie
zou ik bang zijn?
V: Ere
zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest,
A: zoals in het begin,
nu en immer,
en van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Laten we de Heer
aanroepen om ontferming met de nood
van deze wereld,
- die is groot – té groot; vaak groter dan we aankunnen...
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde
komt!
Dienst van het Woord
(groet)
Zondagsgebed
Heer, bij wie wij veilig
zijn, voorbij tijd en eeuwigheid, die ons leven in de hand hebt, wat er ook gebeurt,
schenk ons de genade
dat wij in goed en kwaad
U dienen en liefhebben,
door Jezus Christus, onze Heer,
die met U en Uw
Geest leeft en regeert, nu en tot in eeuwigheid.
Amen.
Lezing uit het Eerste Verbond: Jesaja 3: 25 – 4: 6
Al begint hoofdstuk 2 met Gods belofte
van trouw, direct daarna klaagt Hij land en stad aan omdat ze zich niets van
Hem aantrekken, omdat ze alleen met zichzelf bezig zijn. Jeruzalem is het beeld
van een overspelige vrouw, maar de Aanwezige zal haar alles afnemen wat ze
verkregen heeft door haar geflirt met andere goden. De Tempel ligt op de berg
Sion, in Jeruzalem. En de Heer gaat verder: (3:25 vv)|
25 Sions mannen zullen vallen door het zwaard,
haar soldaten
sneuvelen in de strijd.
26 Rouw
en droefenis heersen in haar poorten.
Berooid hurkt Sion neer op de grond.
4:1 Op die dag storten zeven vrouwen zich op één man: ‘Wij zullen zelf
voor ons voedsel zorgen en in onze eigen kleding voorzien. Laat ons
slechts uw naam dragen, neem de schande van
ons weg.’
Maar juist dan, op de dag des Heren, vernieuwt de HEER Jeruzalem!
2 Op die dag zal de Heer het land tot bloei brengen, het zal als een kostbaar
sieraad zijn.
De rijke vrucht
van het land zal elke Israëliet die ontkomen is met trots
vervullen.
3 Ieder die nog in Sion is, ieder die in Jeruzalem is achtergebleven, zal heilig genoemd worden, alle mensen
in Jeruzalem die ten leven
opgeschreven zijn.
4 Wanneer de Heer het vuil
van Sions vrouwen heeft weggewassen en het bloed
van Jeruzalem heeft afgespoeld, door een zuiver oordeel en een zuiverend
vuur,
5 dan zal Hij boven
de plaats waar de Sion ligt en waar
men bijeenkomt, een wolk scheppen voor overdag en een lichtend
vuur met rook en vlammen voor de nacht.
Zijn luister zal
alles overdekken,
6 als een hut die schaduw biedt in de hitte van de
dag, en beschutting tegen storm en regen.
Onze gradualepsalm: NLB 116:1-3
Toen de benauwdheid dreigend op mij viel
en angsten voor het doodsrijk mij bekropen,
heb ik de naam des Heren aangeroepen
en weende: Heer mijn God, bewaar mijn ziel!
Hij is goedgunstig in gerechtigheid,
Hij wil zich altijd over ons ontfermen.
Zijn kracht kwam mij, eenvoudige, beschermen.
Rust nu, mijn ziel, de Heer heeft u bevrijd.
Epistellezing:
2 Corinthe 8: 9-15
In het voorafgaande gedeelte heeft
Paulus het gehad over de arme gemeenten in Macedonië, die ondanks hun eigen
armoede er op gestaan hebben dat Paulus een ruime collecte meeneemt voor de
armen in Jeruzalem. Hij vindt het eigenlijk een beetje teveel, maar ze staan er
op. Ze zijn zo blij de Heer te kennen, dat ze iets terug willen doen.
Nu, dan kunnen jullie in Corinthe, niet achterblijven, schrijft hij. (En in
Zeist evenmin!)
9 Tenslotte kennen jullie de liefde
die onze Heer Jezus Christus
heeft gegeven: Hij was
rijk, maar is omwille van jullie arm
geworden opdat jullie door Zijn
armoede rijk zou worden.
10 In jullie eigen belang raad ik jullie het volgende aan: jullie hebben
al een jaar geleden je goede bedoelingen getoond door een begin
te maken met de collecte.
11 Rond deze nu met
dezelfde inzet af
als waarmee jullie begonnen bent, dan blijft het niet bij goede bedoelingen.
Dus geef naar vermogen.
12 Als jullie bereid zijn mee te doen,
wordt niet verwacht
dat jullie geven van wat jullie niet hebben, maar van wat je hebt.
13 Het is niet de bedoeling
dat jullie door anderen te helpen zelf in moeilijkheden raken.
Er moet evenwicht zijn.
14 Op dit moment lenigen jullie met je overvloed de nood van de heiligen in Jeruzalem, zodat zij later met hun overvloed jullie
nood
kunnen lenigen.
Zo is er evenwicht,
15 zoals ook geschreven[1]
staat: ‘Hij die meer had, had niet te veel; hij die minder had, had niet te
weinig.’
Zondagslied: 675 (=477)
[1] In het verhaal in Genesis van het manna dat dagelijks voorhanden was, en waarvan je alleen voor het ‘dagelijks brood’ moest opscheppen. Had je teveel genomen, dan bedierf het ’s nachts. Alleen voor de sabbat mocht je een dubbele portie nemen. Zo had ieder altijd genoeg.
Allen gaan staan
Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Lucas 6:
36 – 42
Halleluja.
Psalmwoord:
Vestig je hoop op God, eens zal ik Hem
weer loven, mijn God die
mij ziet en redt. Halleluja! (Ps. 43:5b)
Wij lezen
Lucas 6: 36 – 42
Na de zaligsprekingen en de wet der
liefde, werkt de Heer voor ons uit hoe je dat dan in de practijk doet. En hoe
dat uitwerkt. Hij gebruikt de eerbiedige vorm om over de Aanwezige te spreken:
niet: God zal je vergeven, maar: dan zal je vergeven worden… etcetera. Het
gaat om de relatie tussen ons doen en laten, en de reactie van de Heilige
daarop. Hij zegt:
36 Wees barmhartig zoals jullie Vader
barmhartig is.
37 Oordeel
niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel
niet, dan zal je niet ver-oordeeld worden. Vergeef,
dan zal je vergeven worden.
38 Geef, dan zal je
gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle
maat zal je worden toebedeeld.
Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie
worden gebruikt.’
39 Hij sprak ook in gelijkenissen tegen hen:
‘Kan de ene blinde
de andere blinde
leiden? Vallen ze dan niet beiden in een kuil?
40 Een leerling staat niet
boven zijn leermeester; pas als iemand zich alles heeft eigen
gemaakt, zal hij de gelijke zijn van zijn leermeester.
41 Waarom kijk je naar de splinter
in het oog
van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen
oog
niet opmerkt?
42 Hoe kun je tegen hen zeggen: ‘Laat
mij de splinter in je oog
verwijderen,’ terwijl je de balk in je eigen oog
niet ziet?
Huichelaar, verwijder eerst de balk
uit je eigen oog,
pas dan zul je scherp genoeg zien om de splinter in het oog
van je broeder of zuster te verwijderen.
Zalig die het Woord van God
horen en er gehoor aan geven!
Credo
Het is de verjaardag van de Augsburgse confessie
geweest deze week. Dat is een geschrift van bijna 50 blz., dus wat veel om hier
samen te belijden. Het begint met:
In grote eenstemmigheid met de kerk wordt bij ons geleerd, dat het besluit
van het concilie
van Nicea
over de
eenheid van
het goddelijk
wezen en
de drie
personen waar
is en
zonder enige
twijfel geloofd
moet worden.
Dat houdt
in, dat
er één
goddelijk wezen
is dat
genoemd wordt
en ook
is: God,
eeuwig, onlichamelijk,
ondeelbaar, onmetelijk
van macht,
wijsheid en
goedheid, Schepper
en Onderhouder
van alle
dingen, zienlijk
en onzienlijk;
en toch
drie personen,
van hetzelfde
wezen en
even machtig
en eeuwig:
Vader, Zoon
en Heilige
Geest.
Laten wij dan samen in alle eenvoud
zeggen en belijden:
Wij geloven in God, de Almachtige,
Schepper van hemel en aarde.
Vader van mensen,
Moeder van kinderen, Die ons welzijn zoekt.
Broeder en leraar, in Jezus mens geworden
om ons leven te delen en te redden,
om voor ons te sterven op het kruis en op te staan,
om een eind te maken aan alle zinloosheid van het bestaan.
Geest en inspirator, bijstand en
kracht, voor allen die in God geloven willen.
Daarom durven wij geloven in
Liefde en Trouw,
in warmte en vergeving, in doop en opstanding,
in heden en toekomst.
Voor onszelf, en voor elkaar.
Amen.
Allen gaan
zitten.
Preek
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en van Jezus
Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve gemeente,
wat heerlijk dat we Gods lof weer mogen zingen!
Nog een beetje voorzichtig, nog iets ingetogen, en vooral
niet teveel extra, maar toch!
We hebben alle reden om dankbaar
te zijn!
Wat zijn we rijk
met alles wat ons is geschonken en gegund! Het is ons gegeven om te delen.
We zijn de afgelopen maanden, jaren, geschrokken van de situatie
in onze wereld.
Zelfs in ons rijke land bleven we niet zonder corona, stierven er mensen omdat er geen geld, goederen, ruimte
was voor allerlei zieken. Ook u zult misschien mensen kennen die lang moesten wachten op een behandeling, ook al ging het wellicht niet om corona, maar dan toch om ernstige zaken.
En als je dan de verhalen hoorde over India
en Engeland, Zuid-Afrika, Zuid-Amerika
en nu ook Suriname, dan zou je hier ter plekke op je knieën
willen vallen om God te danken!!!
Want ook als je helemaal geen uitzicht
hebt, vertelde Jesaja,
als je volkomen wanhopig bent, juist dán kan God alles veranderen ten goede.
In de dagen van het oude Israël en Judea was er geen
bijstand, je moest het
van liefdadigheid hebben. Of van keihard werken als je dat kon.
Zelfs in de dagen van Jezus
nog. En daarna.
Vrouwen waren kwetsbaar, hun situatie was niet
beter dan die van de vrouwen in Afghanistan nu.
Zonder geld, zonder een man die voor je opkomt, die garant
voor je staat, ben je aan de heidenen
overgeleverd.
Misschien komt daarom het beeld van Gods volk als Zijn verloofde, Zijn
echtgenote, telkens weer
terug in de boeken van het eerste Verbond.
De puurheid van die eerste liefde, de
huwelijksreis door de woestijn, díe hoor je terugkomen in de belofte
aan het eind van Jesaja 4, als er sprake
is van een wolk die de Aanwezigheid Gods overdag
aanduidt, en het vuur dat de nacht verlicht.
Het zal weer zijn zoals toen.
Want dan zullen de mensen ook weer eerlijk
delen, omzien naar elkaar.
Zoals in de woestijn, toen ze het allemaal samen moesten doen met alleen
het nodige, en niet in de war raakten van het overbodige.
Wie meer manna opraapte, had niet te veel, (dat bedierf), wie
minder had, kreeg niet te weinig.
Paulus
haalde dat ook aan in zijn brief aan de gemeente in Corinthe. En wij?
Wij hebben de
afgelopen 15 maanden heel veel staaltjes gezien van omzien
naar elkaar, van hulp
en vriendelijkheid, en zorg.
Ook daarin was God.
Of de mensen nu geloofden of niet.
Behandel een ander, zoals je zelf
behandeld wilt worden, leert Jezus
ons in de Bergrede.
Wees vol ontferming
met mens (en dier), en dan zal je Vader
in de Hemel Zich over jou
ontfermen.
Want ja, jouw manier van leven,
uw manier van denken en doen, bepalen hoe de Heer in de Hemel over ons denkt, en ons behandelt.
Dat betekent dat we goed moeten nadenken
over de vraag wat voor beeld wij hebben van God en de naaste én van onszelf.
Als wij blind
zijn voor onze eigen fouten, voor onze eigen blinde vlekken, mogen we wel drie
keer nadenken
voordat we iets vinden over iemand anders, voordat we denken
iemand te mogen vertellen
wat hij of zij zou moeten menen, zeggen of doen.
Pas als je heel veel hebt geleerd, heel veel hebt gestudeerd, - en ongetwijfeld
heeft Jezus het hier over Bijbelgeleerde
Joden
én Protestanten
– pas dàn mag je heel voorzichtig hopen met enig gezag te spreken.
Maar je zult nooit beter weten dan je Leraar, hoogstens, als God je genadig is, later evenveel.
In die paar zinnetjes van Jezus
gaat grote wijsheid schuil, die onze eigenwijsheid voor gek
zet.
Wij praten teveel, we luisteren
te weinig!
Bij het zien, waar Jezus over spreekt, bij het oog,
bij het stofje, het kafje, gaat het niet om het oog
van het lichaam, maar om het oog van de ziel, niet om het zicht,
maar om het inzicht.
Om het leren leven
naar de wil van God.
Wees vol ontferming,
kijk met Gods liefdevolle ogen naar de naaste
én naar jezelf.
Dan kun je lachen
om je eigen domheid, dan kun je lachen naar de ander, dan kun je samen lachen
en jubelen
om Gods genade.
Want als je berouw hebt over je zonde,
als je er over rouwt, dan komt er ruimte
in je leven, ruimte om je handen open te
doen en Gods genade te
ontvangen.
Dan kijk je open de wereld in, met Gods blik.
Dan luister je onbevangen
met Gods hart.
Dan ben je mét, en ín Jezus
een kind van God.
Zondaar,
ja. We zijn mensen.
Maar rechtvaardig
in Gods ogen.
Dat is liefde.
Daar mogen we een voorbeeld aan nemen.
Amen!
Muziek:
Christus, der ist mein Leben. Opus 79B- nr. 9. Max Reger
(1873-1916).
Dienst van
gaven en gebeden
God heeft ons vele gaven geschonken,
om ons blij te maken, maar ook om ons de gelegenheid te geven anderen blij te
maken, door er van te delen.
Nu kunnen we dat doen in de collecte.
Daarbij speelt Eddy: Chaconne in F. P 42. Johann
Pachelbel (1653-1706).
(Althans: dat was de bedoeling! Maar voordat ik de collecte kon aankondigen,
begon de diaken al rond te gaan onder het stuk van Max Reger!) Jammer dus van
het stuk van Pachelbel.
Na het gebed over de gaven zingen we:
NLB885
Maar nu de collecte, en denk nog eens aan de lezing uit de epistel. Als
het arme Macedonië uit liefde voor de Heer overvloedig kon geven uit hun
armoede, wat kunnen wij dan wel niet opbrengen! Vast wel meer dan zo’n
gekleurd bonnetje, dat u bij u gestoken had! Maar wat u niet bij u hebt, dat
kunt u natuurlijk best overmaken!
Niet vergeten, het gaat om onze broeders en zusters die echt honger lijden en
ziek zijn.
En wat wij hèn geven, dàt geven wij aan God!
Collecte
1. Voor het werk in de eigen gemeente
2. Voor de Lutherse kerk in Paramaribo
Klik
op:
(Daar staat uitgebreide informatie, mét een banknummer)
Gebed over de gaven
Heer
God,
wat wij hebben verdiend,
wat wij hebben gekregen,
het is alles uit Uw
genade.
Daarom kunt U
er over beschikken,
zoals U
kunt beschikken over onze tijd,
liefde
en aandacht.
Wij geven
die met liefde aan U
en anderen.
Wijs ons in dit alles de juiste
weg.
En zegen onze gaven,
Om Jezus’
wil. Amen.
Lied 885
Gij geeft ons
vrede, vergeving van zonden,
en Uw nabijheid, die sterkt en die leidt;
kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst,
Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.
Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer
iedere morgen aan mij weer betoond.
Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven
Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.
Voorbeden
Bij onze voorbeden willen we o.a. denken aan de Veteranen, misschien hebt U
gisteren iets gezien van hun verhalen op de televisie. Ik ken er persoonlijk
veel, en het zijn stuk voor stuk mensen waar je veel respect voor mag hebben.
Een deel van hen is naar lichaam of ziel beschadigd door wat ze hebben mee
gemaakt. Zij dragen dat de rest van hun leven mee. De witte anjer staat voor hen
allen.
We denken vandaag ook aan de LHBTI-gemeenschap.
Niet alleen in Hongarije, maar overal ter wereld worden allerlei mensen naar de
zijkant van de maatschappij geschoven.
LHBTI+
staat voor lesbische vrouwen (L), homoseksuele mannen (H), biseksuelen (B),
transgenders (T) en intersekse personen (I). De laatste jaren zijn er nog een
plusje bijgekomen, en een donker randje naast de regenboog voor mensen van
kleur… (een grapjas had het over 'lettersoep-mensen')
Laten we danken en bidden:
Goede God, wij danken U voor Uw liefde, Uw genade, Uw goedheid. Voor vaders en
moeders in het geloof die ons zijn voorgegaan, en die ons (met Luther en met
Jezus) leerden bidden…
Lieve God, Wij willen U aanbidden en danken om alle goede dingen die U ons geeft
naar lichaam en geest, en vooral voor de blijde
boodschap die we mochten horen. Geef dat het krachtig in ons werkt, en
ons een diep begrip geeft van Jezus Christus, die door Zijn dood onze
gerechtigheid, door Zijn opstanding ons leven en door Zijn Evangelie onze
wijsheid geworden is.
Bron van
barmhartigheid, wij bidden U dat U Uw kerk met allen die haar dienen
wilt bezielen door Uw Geest, opdat Uw heilig Woord
er naar waarheid wordt gebracht.
Dat daardoor geloof en werkzame liefde versterkt mag worden in ons allen.
Zegen allen die geroepen zijn om op hun eigen plek in kerk en samenleving te
dienen, en met name
hen die worden opgeleid tot het ambt dat de verzoening
preekt.
Ook bidden wij U voor zending, en dienst aan de naaste. Voor Israël, Uw volk,
en zijn omgeving, om Uw beloften aan Abraham, Izaäk en Jacob, aan Sara, Rebekka,
Rachel en Lea... Dat zij tot zegen zijn....
Wij bidden U voor koning en vaderland, voor allen die macht en
verantwoordelijkheid hebben, dat zij die mogen uitoefenen in Uw kracht en
wijsheid, opdat gerechtigheid
en vrede overal ter wereld moge groeien.
Zegen de opvoeders van de jeugd met liefde,
vertrouwen, en gevoel voor humor.
Geef mensen eerlijk werk, en maak ons dankbaar voor het voedsel dat we dagelijks
van U krijgen.
Denk in Uw goedheid aan alle mensen in nood, aan de slachtoffers van natuur en
verkeer, oorlog en geweld, corona en kanker, ebola en zikra, melaatsheid en
malaria, en al die andere rampen. Wij bidden ook voor hen die lijden onder
onverdraagzaamheid en domheid.
Geef de zieken, en wij noemen hier Teun en Lenie, de
familie Evelein, mevrouw Janssen en haar man, en allen die gekwetst zijn naar
lichaam en ziel, de gratie zich aan U toe te
vertrouwen en troost ook hen die in rouw gedompeld zijn.
Weer in Uw genade alles van ons af
dat leven en geloof bedreigt.
Blijf dan bij ons, in alle voor- en
tegenspoed, opdat wij in vreugde voor U leven, in
Uw genade sterven en Uw Rijk binnengaan
door Jezus Christus, Uw Zoon, met U en de Heilige Geest, waarachtig God,
hooggeloofd in eeuwigheid.
Met Hem willen wij U danken en bidden met de woorden:
A:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij vergeven onze schuldenaren
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
Allen gaan staan
Slotlied: 1005nl: 1 en 5
(Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’: )
5. Met zoveel gaven aan ons gegeven,
voor zoveel leed, zoveel gemis.
Maak ons Uw dienaars, leer ons te delen,
totdat Uw rijk hier is!
Refrein
Zegen:
Godzelf gaat met
ons het leven door,
is ons tehuis voor altijd,
is onze krachtbron,
onze inspiratie.
Gods Geest gaat met ons mee,
van nu aan tot in alle eeuwigheid.
Wees dan gezegend
in de Naam
† van de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest.
Amen.
Amenlied:
Orgelspel: Postlude in F. Alexandre Guilmant.
(1837-1911)
Omdat het mooi weer was, heeft Frans tijdens de dienst gesleept met stoelen en
tafels, zodat we op keurige afstand gezellig samen koffie konden drinken, en
beamen: God is goed!