Zondag 2 na Epiphanie
2005
in
de Lutherkapel te Zeist
19 kerkgangers - organist: de heer J. Lijftogt.
Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de
Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
onze hulp is in de naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft
Heer, wij hebben als schapen
gedwaald,
en wij zijn ieder onze eigen weg gegaan..
Wij konden of wilden de Weg die de Waarheid is,
en het Leven, niet volgen.....
Toch smeken wij u: leid ons weer op het rechte pad
vergeef ons en blijf ons bij,
om Jezus Christus, onze Heer. Amen
De Almachtige God schenke ons Zijn genade
Amen
Zo lief had God deze wereld, dat Hij
Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het
verderf ontkomt,
en eeuwig leven hebben mag!
Ons introïtus lied is psalm 47 helemaal.
Deze zondag is de laatste van de Epiphanie, dit keer maar een korte tijd. En
tijdens de Epiphanie vieren we dat de Heer Jezus in het Godsrijk op de troon
stijgt. We zien het misschien nog niet, maar in geloof kunnen we het al vieren.
Daarom deze psalm.
Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld,
Maar laten wij dan ook Zijn naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde komt!
Zondagsgebed
Heer God, U hebt ons willen verrassen met Uw
troonsbestijging, met Uw Rijk
dat gekomen is in onze Heer Jezus, en
dat komende is, in alle tijden
die wij beleven.
Wij bidden U, dat wij, geleid door Uw
Heilige Geest, mogen leven en sterven
als inwoners van dat Rijk. Door Jezus
Christus, onze Heer. Amen.
Lezing Oude Testament 61: 10 – 62: 5
De eerste lezing komt uit Jesaja 61:10-62:5
Deze lezing is het hart van een stuk verkondinging, bemoediging, in donkere
tijden voor Jeruzalem en omstreken....
De profeet durft het aan om toch Gods lof te zingen...
we lezen:
10. Júbelen wil ik om de Aanwezige, ik ben zielsblij om mijn God, want Hij
heeft me bekleed met omslagdoeken van veiligheid
en redding, met een toga
van gerechtigheid.
Hij siert mij op, als een bruidegom die een tulband
opzet, en als een bruid die zich tooit met haar siersels.
11. Waarachtig: zoals de aarde
haar scheuten laat uitlopen, en zoals
een tuin zaaisel
laat opkomen, zó laat mijn Heer, de Aanwezige, gerechtigheid
opkomen en lófzang, zodat alle volkeren
het zien.
62:1 Omwille van Sion zal ik niet zwijgen,
en omwille van Jeruzalem zal ik me niet rustig houden, totdat
haar gerechtigheid evenzeer
naar buiten treedt als haar heerlijkheid, en haar bevrijding
straalt als een brandende toorts.
2. Ja, de volkeren zullen je gerechtigheid
zien, en alle koningen je glorie, en er
zal een nieuwe naam over je worden uitgesproken, die de mond van
de Aanwezige zelf heeft vastgesteld.
3. Een diadeem ben je, een schitterende
schoonheid in de hand van de Aanwezige,
een tulband van koninklijke waardigheid in de handholte
van je God.
4. Tegen jou zal niet
meer ‘in de steek gelatene’ worden gezegd, en tegen je land
zal niet meer worden gezegd: ‘verlaten woestenij’,
maar jij zult genoemd worden: ‘Mijn
genegenheid is voor haar’, en je land:
‘echtgenote’ , want de Aanwezige
is je zeer genegen, en je land
is gehuwd....
5. Al trouwt een jongkerel (gewoonlijk) met
een jong meisje, jouw zoons zullen jou
huwen,
en zoals een bruidegom jubelt over de bruid,
zo jubelt de Aanwezige over jou!
Tot hiertoe de lezing.
God kan bewaren in het midden
van gevaren. Maar ook in het dagelijks leven
is Hij het die ons draagt en leidt.
Laten we daarom zingen: Gezang 408 = Lied 863
Epistel .Openbaring
20: 11 - 15.
Het is aan het eind van het vreselijk gericht over de aarde. Zelfs de duivel
en het beest uit de afgrond zijn in de poel met vuur geworpen. En dan vlak
voor het stuk met de nieuwe hemel en de nieuwe aarde horen we dit:
Openbaring 20: 11 – 15
11. En ik zag een grote witte troon en Hem die zetelde
daarop, voor Wiens aangezicht de aarde
en de hemel vluchtten,
maar ze konden nergens heen...
12. En ik zag de doden, de groten, en de kleinen,
staande voor de troon, en boeken
waren er: geópend…
En een ander boek werd er geopend, dat is (het
boek) des levens.
En geoordeeld werden de doden op grond
van de dingen die in de boeken
stonden geschreven over hun daden.
13. En de zee gaf de doden terug
die in haar waren,
en de dood en het dodenrijk gaven de doden in hen terug,
en ze werden geoordeeld, ieder op grond
van hun daden.
14. En de dood en het dodenrijk werden in de poel
met vuur geworpen. Dat is de tweede dood:
de poel met vuur.
15. En als iemand niet gevonden werd in het boek des levens,
werd deze in de poel met vuur geworpen.
De psalmist spreekt over de wijsheid, Gods
grondeloze wijsheid, maar ook de dwaasheid van het geloof
tegen beter weten in is wijsheid.
.Halleluja.
In de wijsheid schittert Gods eeuwige licht. In haar wordt Gods kracht
feilloos weerspiegeld, en Zijn goedheid afgebeeld. Halleluja!.
Laten we dan een loflied zingen op Gods wijsheid en
liefde, kracht en verhevenheid. Gezang 434 = Lied 868
Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Johannes
2: 1 - 11.
Jezus heeft Zich een aantal leerlingen verworven,
Andreas, en Simon Petrus, en dan Filippus, die Nathanael tegenkomt, van wie
Jezus zegt: daar heb je een Israëliet, waarin geen bedrog is.
En van Zichzelf zegt Hij: Jullie zullen de hemel open zien en de engelen Gods
zien opstijgen en neerdalen op de mensenzoon.
We lezen Johannes 2: 1 - 11
En op de derde dag, (op dinsdag), was er
een bruiloft in Kana
in Galilea, en de moeder
van Jezus was daar aanwezig.
Maar ook Jezus en zijn
leerlingen werden op de bruiloft genodigd.
En als de wijn opraakt, zegt de moeder van Jezus tegen Hem: ‘Ze
hebben geen wijn!’
En Jezus zegt tegen haar: “Wat doet U mij aan, mevrouw! mijn tijd is
nog niet gekomen!!!”
Zegt Zijn moeder tegen het personeel:
‘Wat Hij ook tegen jullie zeggen mag: doe het!’
Nu waren daar zes stenen vaten die er neergezet waren zoals past bij de
reinigingsrite van de Joden, met een
inhoud van 2 of 3 metrete, (dat wil zeggen z’n 500 liter samen)...
Zegt Jezus tegen ze: “Vul de vaten met water.”
En ze vulden de vaten tot aan de rand.
Dan zegt Hij tegen ze : “Haal
er nu wat uit, en breng het naar de leider van het feest.”
Zij bràchten het.
Maar toen proefde de leider van het feest het water dat wijn geworden was,
en hij wist niet waar het vandaan komt, maar het personeel, dat
het water er uitgehaald had wist het wèl, en de leider van het feest roept de
bruidegom..
En hij zegt tegen hem: ‘Iedereen zet altijd eerst de goede
wijn voor, en als ze aangeschoten zijn de mindere kwaliteit,
maar jij hebt de goede wijn
tot nu toe achter gehouden!’
Dit deed Jezus als eerste het beste van Zijn tekenen
in Kana in Galilea, en Zijn macht kwam daar aan het licht en
Zijn leerlingen geloofden in Hem.
Zalig die het woord van God
horen en er gehoor aan geven!
Genade zij u en vrede van God onze Vader
en van Jezus
Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve
mensen, zusters en broeders in de Heer…
God kan wonderbaarlijk redding brengen,
in een absoluut hopeloze situatie. Dat
wil Jesaja ons vertellen. Ons, en allereerst het volk van God in een onplezierige
situatie, waar men wel uit de
ballingschap terug zal komen, dat is beloofd, maar waar men nog niets ziet
van die vervulde belofte… Het zal allemaal best binnenkort
komen, maar nu zijn ze nog onderdrukt
en ontkend door alle volkeren om hen heen. En dan komt de
profeet, die met de meest buitenissige
beelden komt, beelden van uiterst vreugdevolle
verandering.
Wapperende gewaden, kleurrijke versierselen,
kronen en tulbanden, bruid en bruidegom,
het kan niet op. Voor
ons zijn de beelden soms zelf bizar.
En ja, bruid en bruidegom
is beeldspraak voor koning en koningin… Ook dat nog.
En dit alles in een situatie van bezetting en onder-drukking,
van ballingschap, en nooit helemaal aangepast
zijn. Ook na 70 jaar nog niet.
Wat de profeet wil uitlokken, is geloof
in zijn bood-schap dat God het allemaal goed zal maken met ze.
Het komt goed. Heus. Geloof
het nou!
En ja. Soms is dat zo – ook in ons
leven.
Soms hoor je verhalen over wonderbaarlijke uitredding.
Over mensen die nét naar boven waren gelopen, en daardoor niet werden meegesleept
met de verwoestende golf, die alles onderweg vernietigde.
Over mensen, die op 11 maart vorig jaar nét de treinen hadden gemist, die
dood en verderf brachten in Madrid. Het zijn prachtige verhalen, waar
we ons graag aan vastklampen, en terecht, maar tegelijk zijn de beelden
op ons netvlies gebrand, die ons toeroepen:
maar dáár en dáár heeft Hij níet ingegrepen!
En al die onschuldige kinderen dan?
Al die duizenden, miljoenen mensen…
Hoe kón Hij ze zo in de steek laten!
Als wij het diep in ons hart
niet zeggen, dan zeggen anderen het wel tegen ons.
Gek genoeg weten ze dan altijd wél dat het gaat om een God die vol liefde
is, of zou moeten zijn, en die toch volgens ons alles kan…
Waarom dan nú niet?
Of heeft Hij alleen Christenen gered?
Er zijn er die dat beweren, ziet u.
Maar er zijn ook Moslims, die zien dat de Moskee
is blijven staan, en dat de huisjes en hutjes zijn weg gespoeld…
Dat betekent voor hen dan niet dat de Moskee beter is gebouwd,
en mogelijk met hulp van buitenaf, maar wel dat het een teken van Allah
is, en ze worden er extra gelovig van.
Ik zou daar nooit negatief over willen doen.
Iedere grote ervaring kan ons dicht bij God brengen.
Denk aan de brave Maarten Luther, die door
een blikseminslag herinnerd werd aan zijn sterfelijkheid, en
toen maar snel intrad in een klooster.
Het was misschien niet helemaal de beste motivatie, maar het is wel
een bron van zegen geweest voor velen.
Als wij mensen iets verschrikkelijks, of iets prachtigs ervaren,
dan verbinden we dat vaak met Gods aanwezigheid,
Gods handelen, of… Gods afgewend
zijn.
En in dat laatste geval zoeken we al snel de schuld bij onszelf.
Zouden we iets verkeerds hebben gedaan?
Maarten Luther heeft prachtige dingen geschreven over God, die het dichtste
bij ons is, wanneer Hij het meest afwezig lijkt. Het ligt vaak aan ons,
dat we zo druk bezig zijn met overleven, of met andere dingen,
dat we Zijn aanwezigheid niet opmerken.
Door zorg of vermoeidheid of ziekte,
door ongeloof, door gebrek aan discipline in
gebed en bijbellezen, door gebrek aan belangstelling
van onze kant…
En toch ís God er, in alles wat we doen.
Want Hij houdt echt van ons.
Ja, daar heb je wat aan, als iemand van je houdt,
maar je tegelijk in zeven sloten laat lopen, of je als vuilnis
laat meeslepen door een golf van dood en
verderf, sputtert ons hart.
Want het had ons ook kunnen overkomen, dat is het verontrustende…
nu gíngen we niet met kerst met vacantie in een warm en ver land, maar het had
gekund…
Nu, dan kan ik met wel aankomen mijn verstand,
en zeggen dat een tsunami een algemeen
verschijnsel is, dat vrij regelmatig voorkomt.
Alleen was dit een hele erge.
En ook dat mensen de neiging hebben om zich in riskante gebieden
te vestigen, omdat daar het leven naast het gevaar ook iets extra’s
heeft te bieden.
De zee is gevaarlijk, maar levert ook vis.
Nederland ligt onder de zeespiegel,
maar de grond is vet en goed voor landbouw en veeteelt.
Hier in Zeist blijven we
waarschijnlijk wel droog, als de dijken er niet zouden zijn, maar wie
zegt dat zulks over dertig jaar nog het geval is, als de opwarming van
de aarde de zee gevaarlijk heeft doen stijgen? Het is een reëel gevaar.
Mensen gaan wonen op vulkanen, omdat de grond
er zo vruchtbaar is. Er gaan er hier
zelfs mensen bouwen in de uiterwaarden
van grote rivieren…
Kortom: we accepteren bepaalde risico’s om een in onze ogen beter
leven te kunnen hebben.
Het gaat niet aan God de schuld
te geven van dergelijke situaties!
Dat weten we met ons verstand
en diep in ons hart ook wel.
Vaak gaat het ook om zaken die mensen elkaar aan doen. Om beslissingen,
die we zelf nemen, en waar we soms wel, soms niet over
hebben nagedacht.
Beslissingen, waar anderen, mensen, planten en dieren, de dupe
van kunnen zijn.
Maar in dat alles weten
we ook, mogen we ook weten, dat het God
aan het hart gaat. Dat Hij er niet onverschillig
onder is, maar dat Hij lijdt aan alles wat ons overkomt.
Geloof maar, dat Hij iedere blauwe plek en iedere wonde heeft gevoeld,
dat Hij al die mensen in Zijn armen heeft opgevangen, die zijn omgekomen
in de grote, onvoorspelbare zee.
God heeft respect voor onze vrijheid en onze eigen beslissingen.
Hij wil ook geen marionetten, maar vrije
mensen, die voor Hem kunnen kiezen…
En dat betekent dat Hij ons vrij laat, maar
dat Hij in Zijn liefde voor ons wèl alle pijn voelt die wij onszelf
en anderen aandoen, door onze keuzes,
door onze manier van leven. Door onze
verlangens en wensen.
Dat is al zo sinds Golgotha. Heel zichtbaar. En daarvoor ook al.
…
Maar we mochten ook lezen, in de Openbaring aan Johannes, dat zelfs
de zee ooit al haar doden terug
moet geven. En dat ze net als wij geoordeeld zullen worden op
grond van hun daden.
Laten we niet vergeten, dat in de Joods-Christelijke optiek mensen wel degelijk
kunnen leven zoals Gods bedoeling is. Het is niet
te hoog en niet te ver, het is geen onbegonnen werk, we kunnen
het volbrengen.
Van Nathanael zegt de Heer, dat hij een tsaddieq
is, een rechtvaardige. En voor al die mensen die dat niet zijn,
is Hij gekomen. Om recht te
maken wat krom is, en Gods lof te ontlokken
aan wat stom is.
Als we maar willen en durven geloven.
Want het is dat geloof, dat onze naam
in het boek des levens schrijft. Gods
geloof in ons.
En Zijn liefdedaden in heel ons leven.
Te beginnen bij Golgotha.
En ook ons geloof in God, en de daden
die daarbij horen.
Heel ons leven door.
Geloven is een stap in Gods richting
zetten, ook als de omstandigheden daar tegen
pleiten.
We zien daarvan twee voorbeelden in het relaas van de bruiloft
in Kana.
Op de derde dag, de dag die bij de schepping twee keer maakte
dat God zei: Wat is het goed!
Zo’n dag brengt geluk, dus trouwen Joden als het even kan op dinsdag.
En zo’n bruiloft kan wel een week
duren.
Dat hakt er stevig in, daar moet lang
voor gespaard worden, en je weet maar nooit wie er komt, want
als bijvoorbeeld Maria, die is uitgenodigd,
uit haar mond laat vallen dat haar Zoon met
een aantal leerlingen in de buurt is, worden ook zij uitgenodigd.
En dan kan het gebeuren dat de wijn eerder
op is, dan was voorzien. Een blamage,
natuurlijk…
Maria vangt iets op. En ze fluistert
het haar Zoon toe, in de hoop dat Hij
er iets aan gaat doen.
Ze ként Hem toch? Ze wéét toch dat Hij meer in Zijn mars heeft dan
je zo aan Hem ziet?
Maar wat ze vergeet is, dat Hij tot nu toe geen bijzondere dingen in
het openbaar heeft gedaan.
Hij is er nog niet aan toe.
Het zal er wel eens van komen, maar daarvoor
is Hij niet gekomen. Hij moet spreken van Zijn Vader
in de Hemel. Dát is Zijn roeping.
En Hij voelt Zich door Zijn moeder in het nauw gebracht. Vandaar zijn heftige
reactie.
Nú even niet!
Het is Zijn tijd nog niet.
Maar, zoals dat soms gaat, in je geloof,
in je omgang met God en mensen, opeens
gaat er een knop om.
En Hij weet: ja, hier en nu. Tóch.
Ter ere Gods.
En Maria heeft vol vertrouwen op Gods
goedheid met het personeel gesmoesd.
En ook het personeel vertrouwt. Gelóóft
Maria.
Doet in goed vertrouwen wat er wordt gezegd.
En zó worden wonderen geboren.
Daar kan God aan het werk.
Waar mensen water schenken in een wijnbeker,
daar kan water ook wijn worden.
Waar mensen willen en durven vertrouwen op Gods liefde en
goedheid, daar wordt het geloof gebouwd
en daar ontspruit het, zoals zaad
in een tuin, zoals de aarde haar scheuten
laat uitlopen, en zoals Gods gerechtigheid
zichtbaar wordt, en lofzangen oproept
bij alle volkeren.
De bruidegom, die bijna als koning van het feest, onttroond
was, blijft achter met een gigantische voorraad prima
wijn. Hij kan er een handeltje mee beginnen na de bruiloft. Want
God is niet zuinig.
En dit wonder is een beeld van het komend koninkrijk,
laat zien dat de Messias dáár is, en dat God Zijn mensen niet in de steek
laat.
Je moet het alleen maar zien…
En geloven.
Wat ons betreft: het is niet aan óns om God ter verantwoording
te roepen.
Wel omgekeerd.
Hoe vaak hebben wíj mensen niet in de steek gelaten door een domme opmerking,
door onvriendelijkheid of onwelwillendheid?
Zelfs binnen onze eigen warme
gemeenschap.
Zelfs binnen onze eigen familiekring.
En toch treedt Jezus onze vragen
binnen.
En Hij toont Zijn doorboorde polsen.
Zijn gehavende voeten.
Ik ben er immers altijd bij, als mensen lijden, zegt Hij.
En daar mogen we op vertrouwen.
Ook als de vloedgolven in ons leven toeslaan.
Niet altijd zo gewelddadig, als we op de televisie zagen, niet
altijd zo zichtbaar voor de buitenwereld, maar vaak niet minder
verwoestend, niet minder huiveringwekkend.
Geloof dan, dat God er is.
Strek je hand uit, en je zult merken
dat Hij je naar Zich toe trekt, als een geliefde, een bruid,
een vruchtbaar land, een grote schat.
Je mag er wezen. Wie
je ook bent. Hoe je ook bent.
God houdt van je.
Dat geldt voor ieder van ons.
Dat geldt ook voor al die mensen die zijn omgekomen bij
rampen die te groot zijn voor ons hart.
Van dát wonder is Jezus komen getuigen.
Hij maakte het waar op Golgotha, en zichtbaar
op de eerste Paasmorgen.
Sindsdien leven wij van paasmorgen naar paasmorgen. Van zondag naar
zondag.
En wij drinken de wijn van het Koninkrijk
wanneer wij de Maaltijd vieren met onze Heer en Koning in eeuwigheid.
De bruiloft van het Lam.
Daarom kúnnen we verder.
Ook met al onze twijfels en vragen.
De bruiloft in Kana was nog maar het eerste wonder van Jezus. En Hij
doet er nog steeds.
Niet altijd zoals en wanneer wij wensen.
Maar vaak wel als we er om durven
vragen.
Dat is een begin.
Een begin van geloof. Een begin van
gerechtigheid.
In de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen.
Muziek
Gods
liefde is groot en strekt zich uit tot alle mensen,
wij kunnen daarin delen:
dag aan dag met vriendelijkheid en aandacht,
geld en geduld,
nu kunnen we er gestalte aan geven, als een goed begin,
in de collecte…
Na het gebed over de gaven zingen wij: .wij
van de aarde. Dat vindt U in Uw bundel op blz. 23, maar staat ook op uw
blad.
Het is misschien wel aardig om iets over dit lied te vertellen. Lid van de
Lutherse gemeente in Utrecht was Grethe Hooghiemstra, van huis uit Deense.
Toen haar man stierf, was er een lied dat ze graag in de liturgie wilde
hebben… een Deens lied.
Wel stond er in de oude Hervormde bundel een vertaling van het lied, of wat
daar voor door moest gaan, maar die beviel haar helemaal niet. Via via is toen
aan Willem Barnard gevraagd er een nieuwe herdichting van te maken, Grethe
heeft de dichter verteld wat dit lied in haar opriep, en wat het voor haar
betekende. Willem Barnhard heeft geluisterd, en een lied geschreven waar ze
heel gelukkig mee was, en dit hebt U nu voor U.
Dejlig er Jorden zingen we nu als: Wij van de aarde.
Maar eerst de collecte … voor: onderhoud en algemene middelen.
Dejlig er jorden Tekst:
B. S. Ingemann, 1850
Melodi: Schlesisk, 18. årh.
Dejlig
er jorden, prægtig
er Guds himmel,
skøn er sjælenes pilgrimsgang!
Gennem de fagre riger på
jorden
gå vi til paradis med sang!
Tider skal komme, tider skal henrulle,
slægt skal følge slægters gang.
Aldrig forstummer tonen fra himlen
i sjælens glade pilgrimssang.
Englene sang den først for
markens hyrder,
skønt fra sjæl til sjæl det lød:
Fred over jorden! Menneske,
fryd dig,
os er en evig frelser fød!
Gebed over de gaven
Lieve
God, U geeft U zelf aan ons.
Wij bieden U ons eigen leven aan.
Neem het, zoals U ons geld aanneemt.
Dat het dienstig mag zijn voor U.
In de Geest van Jezus - die ons voorging.
Amen.
Edelen zongen ’t lied van verlangen voor,
wij zingen mee met aardse stem.
Zolang wij leven zoeken wij vrede,
God roept ons naar Jeruzalem.
Wie van de Zoon is weet dat Zijn schoonheid is:
vrede en liefde van mens tot mens.
Eer aan de Vader, eer op de aarde,
met al mijn adem eer ik Hem!
Laten we danken en bidden:
Goede God,
Wij danken U, dat U ons telkens weer wilt herinneren
aan Uw bedoelingen met ons.
En wij bidden U, dat U ons door Uw Heilige
Geest en Haar gaven wilt sterken, opdat wij aan onze roeping
en opdracht voldoen.
Wij danken U voor de vele vormen van hulp die mensen geven aan hen
die in grote nood zijn.
Wij bidden U voor hen allen, in de nood die wij níet kunnen lenigen: het
verdriet, het gemis, de pijn, de verloren liefde, de angst…
Wees bij hen allen zo dat zij het voelen en ervaren.
En sta alle mensen bij die hen op practische wijze te hulp zijn
gekomen. Ook zíj hebben meer ellende gezien dan ze aan kunnen.
Wij danken U voor het vele goede dat U
ons hebt gegeven. Maak dat wij het ook makkelijk kunnen loslaten
om met anderen te delen.
Wij danken U voor deze gemeente.
Geef ons de liefde en fijnzinnigheid om op vreugdevolle
wijze met elkaar om te gaan, zodat ons
samenzijn voor Uw ogen telkens weer een feest mag zijn, waarin
wij als Uw kinderen U mogen aanbidden en smeken zoals Jezus ons leerde:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
En vergeef ons onze schulden,
Zoals wij aan anderen hun schuld vergeven
En leid ons niet in verzoeking
Maar verlos ons van het kwade
Lied .225:
1 - 4. Na de zegen zingen
we vers:5.
Nu eerst gezang 225: 1 – 4 = Lied 655
Zegen:
Gods Geest van
liefde en waarheid
schenkt ons Haar gaven,
die met ons mee gaan, de wereld
in.
Daartoe zegent ons de ene God:
Vader,
zoon
en heilige Geest
Amen.
Wij zullen naar Zijn land geleid
doorleven tot in eeuwigheide...