Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag 20 na Trinitatis 21-10-2012 in de Lutherse kerk te Leerdam
Organist: Ina Mostert
Zo lief had God
deze wereld, dat
Hij Zijn enige Zoon
gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf
ontkomt, en eeuwig
leven hebben mag!
Introïtus:
De Antifoon voor deze zondag luidt:
Heer, laat U leiden door Uw goedheid
en Uw groot erbarmen. Red
ons door Uw wonderbare daden en
verleen luister aan Uw Naam.
En de psalm luidt:
Mijn ziel smacht naar de redding
die U brengt, in Uw Woord
heb ik mijn hoop gesteld.
Mijn ogen smachten naar Uw belofte,
wanneer zult U mij troosten?
Blijf mij trouw, laat mij leven,
dan houd ik mij aan de richtlijn uit Uw mond.
Heer, voor eeuwig
staat Uw trouw in de Hemel
vast.
Nogmaals de Antifoon:
Heer, laat U leiden door Uw goedheid
en Uw groot erbarmen. Red
ons door Uw wonderbare daden en
verleen luister aan Uw Naam.
Laten we
de Heer aanroepen om ontferming met de
nood van deze wereld, - die is groot -
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde
komt!
Zondagsgebed:
Heer van de Stralende
Toekomst, bereid ons voor
op Uw Rijk van vrede, opdat wij als kinderen
Uw heil
ontvangen, door Jezus Christus, onze Heer.
Amen.
Lezing Oude Testament: Jesaja 29:18-24 Groot Nieuws Bijbel.
Een belofte voor Gods toekomst…
18 In die tijd zullen doven kunnen horen
wat er wordt voorgelezen,
blinden zullen weer kunnen zien,
bevrijd van het duister in hun ogen.
19 De geringen zullen blij zijn,
de misdeelden juichen
om de Heer, de Heilige God
van Israël.
20 Want het is gedaan met de onderdrukkers,
afgelopen met wie een hoge
toon aanslaan.
Allen die kwaad in de zin hebben,
worden uitgeroeid (nl):
21 zij die anderen in een rechtszaak
beschuldigen,
verdedigers in de stadspoort
strikvragen stellen,
en met holle woorden het recht onthouden
aan wie in hun recht staan.
22 Daarom zegt de Heer
tegen Jakobs nakomelingen,
Hij die Abraham heeft bevrijd:
‘Israël zal nooit meer te schande
staan,
het zal zich niet langer hoeven te schamen.
23 Als Jakobs kinderen zien
wat Ik voor hen doe,
zullen zij erkennen dat Ik
de Heilige God ben.
Mij, de Heilige God
van Jakob,
zullen ze zijn toegedaan,
voor Mij, de God van
Israël,
zullen ze diep ontzag hebben.
24 Bekrompen geesten
komen tot inzicht,
dwarsliggers laten zich overreden.’
Tot hiertoe de eerste lezing.
Vanuit het inzicht waarover deze lezing spreekt zingen we samen met Gods
volk onze Graduale-psalm:
psalm 25: 2 en 4
Epistel: 1 Johannes 2: 3 – 6
Johannes schrijft de gemeente om ze te helpen om op de juiste weg te blijven.
Dat lukt wel eens niet, maar dan hebben we Jezus
om voor ons bij God te pleiten…
3 Waardoor weten we dat we Hem
kennen?
Doordat we ons aan Zijn geboden houden.
4 Wie zegt: 'Ik ken Hem',
en zich niet aan Zijn geboden houdt, is een leugenaar
en de waarheid woont niet in haar
of in hem.
5 Maar wie Zijn woorden
ter harte neemt, heeft God oprecht
en volmaakt lief. Hieraan kunnen we
zeker weten of we met Hem
verbonden zijn.
6 Wie zegt in God te blijven,
moet leven zoals Jezus
heeft geleefd.
De Psalmist zegt: Ik wil mij buigen naar Uw heilige tempel,
Uw Naam loven
om Uw liefde en trouw!
(ps 138:2).
HALLELUJA!
Ons
loflied is uit TussenTijds 94: 1, 4 en 5 O God, onze Vader, wij spellen Uw
lof...
Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Marcus 10: 13 – 16
Jezus is op weg naar Jeruzalem, voor zijn laatste Paasfeest… Onderweg
gebeurt er van alles dat veel belangrijker lijkt dan dit, maar niet in de
ogen van Jezus!
13 De mensen
probeerden kinderen
bij Hem te brengen om ze door Hem
te laten aanraken, maar de leerlingen berispten
hen.
14 Toen Jezus
dàt zag, wond Hij Zich erover op
en zei tegen hen: ‘Laat de kinderen bij
Mij komen, houd
ze niet tegen,
want het Koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij.
15 Ik
verzeker jullie: wie niet als een kind
openstaat voor het Koninkrijk
van God, zal er zeker niet binnengaan.’
16 Hij
nam de kinderen
in Zijn armen en zegende
hen door hun de handen op te leggen.
Zalig die het
Woord van God horen en er gehoor aan geven!
Credo: In antwoord op Gods
Woord willen wij samen ons geloof belijden:
Wij
geloven in God, de Almachtige,
Schepper van hemel en aarde.
Vader van mensen,
Moeder
van kinderen, Die ons welzijn zoekt.
Broeder en leraar, in Jezus mens geworden
om
ons leven te delen en te redden,
om voor ons te sterven op het kruis en op te staan,
om een eind te maken aan alle zinloosheid
van
het bestaan.
Geest en inspirator, bijstand en kracht,
voor
allen die in God geloven willen.
Daarom durven wij geloven in Liefde en Trouw,
in warmte en vergeving, in doop en opstanding,
in heden en toekomst.
Voor onszelf, en voor elkaar.
Amen.
Preek
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en van Jezus
Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve Gemeente,
trouwe kerkgangers, en misschien mensen die zo af en toe eens komen
luisteren…
Worden als een kind.
Wat moet je je daar nu bij voorstellen…
Weet u nog hoe dat was: kind
zijn?
Was dat leuk, of was dat juist een
heel onzekere tijd?
Misschien zelfs wel heel angstig, want
als kind weet je nooit wat grote mensen nú weer gaan doen, of wat
ze van je willen…
Sommige kinderen hebben een veilige, warme
jeugd, terwijl andere kinderen kou
lijden, lichamelijk en geestelijk, en met honger
gaan slapen.
Het ligt aan onze eigen ervaringen, wat we precies denken te horen,
wanneer we vernemen: je
moet worden als een kind.
Dan is het dus goed om eens te kijken
naar de situatie waarin dat wordt gezegd.
Er komen ouders bij Jezus,
die het beste voor hun kinderen willen.
Ze hebben gehoord dat Jezus
heel dicht bij God staat, en dat Hij mensen
genezen kan…
Hij heeft kracht van God, zegt men…
Dus als Hij nu hun kinderen zegent,
in de kracht van God, dan hebben ze vast
meer kans om de eerste levensjaren – waarin zij altijd heel kwetsbaar
zijn – te overleven. Kindersterfte is
de eeuwen door een groot probleem geweest.
En buiten West-Europa is dat nog steeds het geval…
Maar ouders overal ter wereld hopen
en bidden dat Jezus
er iets aan kan en zal doen…
Het is dus een positieve situatie, waarin Jezus
dit zegt. Ook al is er dreiging van buitenaf,
van de leerlingen zelfs, die vinden dat
de tijd van de Meester
veel te kostbaar is om die te verspillen
aan kinderen die ook nog te onnozel
zijn om te begrijpen waar het allemaal over gaat.
Dat Koninkrijk van God,
weet je wel… Daar zijn zij nog helemaal niet mee bezig.
Dat is mánnenwerk…
(Je hoort het ze denken…)
Maar de ouders laten zich niet wegjagen,
ze komen op voor hun kindertjes.
En staat er in psalm 8:3 niet: uit de mond van zuigelingen bereidt Gij Uw
lof? (In Mattheüs 21:16 haalt Jezus dat Zelf
aan…)
Ik wil maar zeggen: worden als een kind is iets positiefs in deze context. In
dit verhaal.
Waar denken wij aan bij die kinderen,
als we ons dit verhaal voorstellen?
Ik denk aan grote ogen, blije ogen,
want wie dicht bij Jezus is moet wel iets
warms, iets lichts ervaren, tenzij
je van tevoren al bent dichtgetimmerd met: dit hoort
niet, dat kan niet… Zoals dat het met
Zijn vijanden
het geval is: de machthebbers, de theologen,
de kerkleiders.
Dat is met deze kinderen zeker niet
het geval.
Daar zijn ze gelukkig te klein voor.
Je kunt je zo voorstellen dat ze lachend
hun handjes naar de Heer uitsteken, als Hij
ze aankijkt en zegent.
Zij staan open voor het goede dat Hij ze
brengt.
En voor zulke mensen is het Koninkrijk
van God.
Voor mensen die ervoor open staan.
Wanneer je bereid bent om van God te ontvangen
zonder dat je eerst op een lijstje hebt
staan hoe dat er dan moet uitzien, dan kún je het ook aanvaarden.
Misschien moet je, om dat Koninkrijk van God
te ontvangen, ook wel helemaal niets van jezelf
hebben.
Zoals een klein kind, dat afhankelijk is
van de goede zorgen van anderen. Van de ouders.
Van Jezus.
Van God.
Als U goed geluisterd hebt, zult U in de eerste lezing óók
hebben gehoord, dat de grote vreugde straks niet voor de
Moszkowiczen e.d. van deze maatschappij is bedoeld, maar wel voor de geringen
en de misdeelden, de kwetsbaren van de
samenleving.
Ook dat zijn mensen die niets hebben waar ze op terug
kunnen vallen. Mensen zonder bezit, zonder
zekerheden.
In de belofte die we lazen in het Oude Testament staat: er komt een
moment dat de nakomelingen van Abraham, Izaäk en Jacob zich niet meer generen.
Niet meer kwetsbaar zijn. Niet meer blozen.
Wanneer ze eindelijk zien, begrijpen,
inzien, hoe God
hun leven stuurt ten behoeve van het hele volk, zó, dat het er
voor iedereen goed toeven is, dan
zullen ze met diep ontzag Gods Koningschap
erkennen.
Dan spreekt het vanzelf dat Hij Heer is. Hun
Heer. Onze Heer.
De meest bekrompen geesten zullen
dat zien, en zelfs de hardnekkigste dwarsliggers
gaan overstag.
Een beeld van een zonnige
toekomst.
Maar zover ís het nog niet.
Hoe komt dat nou toch?
Zoals wij hier zitten zullen de meesten van ons geloven
en belijden dat Jezus
is gekomen om het kwaad te vernietigen.
Hij heeft de duivel overwonnen, door Zich
helemaal voor ons te geven. Tot op het kruis.
Door als een kind open te staan voor God,
en door Gods wil volkomen te volbrengen.
Dat ís nogal wat.
Je zou verwachten dat dit toch grote gevolgen moet hebben. Dat er
een betere wereld uit tevoorschijn
moest komen, na Pasen.
Een wereld waar alle mensen gretig hun
handen uitstrekken naar het heil dat via Jezus
van God tot ons komt.
Je zou verwachten dat alle mensen samen zouden vieren,
dat God zo dicht bij ons wilde zijn, dat Hij
onze kinderen in de armen
nam, dat Hij samen met ons onderweg wilde zijn.
Ja, dat Hij al onze fouten,
mislukkingen, stommiteiten, alles wat
toch zonde is in ons leven, op Zich
genomen heeft, en ons daarvan vrij heeft
gemaakt.
Elke zondag komen mensen wereldwijd bij elkaar – om God
daarvoor te danken, om dàt te vieren.
Hoe kàn het dan, dat het nog steeds zo'n puinhoop is in deze wereld?
Zelfs in zo'n klein land als het onze?
Wij hier kènnen Jezus toch?
Of denken we dat maar?
In de eerste hoofdstukken van Handelingen,
waar we lezen over de beginnende gemeenschappen
van Christenen, start het met dankbaarheid
en lofzang.
God heerst. Gods
Koningschap is zichtbaar.
Ze deelden alles samen, en ze dachten ook
dat het maar voor eventjes was.
Jezus zou vást héél snel terug komen, dachten
velen. Ook al had Hij voor Zijn dood
uitgebreid verteld dat er vervolgingen
zouden zijn, en oorlogen, en dat zelfs Hij
niet wist wanneer de Grote Dag van God zou aanbreken.
Alleen de Vader weet het…
Maar de mensen leefden in grote vreugde,
omdat ze de belofte van God
vervuld zagen in Jezus' opstanding.
En vooral in de uitstorting van de Heilige
Geest!
Die bracht God nóg dichterbij.
En je hoefde er niets voor te doen... Alleen geloven.
Aanvaarden.
Ook de simpele zielen en de eenvoudige
vissers waren goed genoeg voor
God. Wat een zaligheid!
Maar al snel kwam er gezeur.
Annanias en Zafira
wilden toch wat zekerheden inbouwen, en de buitenlanders
vonden dat de Joodse weduwen béter werden
geholpen dan andere…
En dan verzuurt de vreugde een beetje. Hier en daar.
Niet overal. Niet altijd.
Wie Jezus ècht kent,
is een lichtend licht, een zoutend zout, en laat in
de eigen omgeving toch zeker iets zien
van het Koninkrijk van God…
Dat kàn niet anders.
Wat is er dan fout gegaan?
Johannes antwoordt: Waardoor weten we dat we Hem
kennen?
Doordat we ons aan Zijn geboden houden!
Wie zegt: 'Ik ken Hem',
en zich niet aan Zijn geboden houdt, is een leugenaar
en de waarheid woont niet in haar
of in hem.
Maar wie Zijn woorden
ter harte neemt, heeft God oprecht
en volmaakt lief.
Hieraan kunnen we zeker weten of
we met Hem verbonden zijn.
Wie zegt in God te blijven,
moet leven zoals Jezus
heeft geleefd.
En dat laatste… dat betekent dat we moeten leren loslaten en geven.
We moeten zekerheden opgeven, en leren leven
aan Gods hand.
Leven in vertrouwen, dat Hij voor ons zorgt.
'Mijn ziel smacht naar de redding
die U brengt, in Uw Woord
heb ik mijn hoop gesteld'. Dat lazen we aan het
begin van de dienst, in de Introïtus.
Maar… smachten wij naar God, omdat we iets,
heil, verlossing,
beterschap, troost,
van Hem hopen te krijgen, waardoor ons leven
beter, dragelijk, mooier wordt, of
smachten wij naar de redding die God
brengt omdat wij dan dicht bij Hem
kunnen zijn?
Dicht bij de Geliefde, van Wie we houden
om Wie Hij is, om Wie Zij
is? Is een dag in de buurt van God
ook voor ons beter dan duizend dagen
leven zonder Hem?
Als dàt zo is, dan is onze liefste wens
ook doen wat God graag wil. Dan vormen wij
met zijn allen een stukje frisse lucht
midden in een verstikkende wereld.
Ik ben bang dat deze wereld zo'n puinhoop aan het worden is, omdat veel mensen niet
meer open staan voor God.
Ook omdat ze niet meer over Hem horen.
Of omdat ze van ons niet altijd zien
hoe het ook kan.
Maar wij kunnen een verschil maken.
Ook al zijn we met pakweg 18 vrouwen en mannen.
Wij doen er toe. Wanneer wij Gods
wil doen en leven
zoals Jezus heeft geleefd.
Ook vandaag zal de Heilige Geest ons leiden
en beschermen als wij daarom vragen. En dat doen
wij.
In Jezus' Naam. Amen
Muziek (gezang 481 sluit prachtig aan op de preek…!)
Gods liefde is groot en strekt zich uit tot alle mensen,
wij kunnen daarin delen:
dag aan dag met vriendelijkheid en aandacht,
geld en geduld,
nu kunnen we er gestalte aan geven, als een goed begin,
in de collecte!
Na het gebed over de gaven zingen wij: Gezang 219: 1, 2, 6 – nu de Collecte
Intussen werd gespeeld: Inno augurale"uit Messa IV van JS Bach
Gebed over de gaven
Heer God, wat wij hebben verdiend, wat wij hebben gekregen, is uit Uw genade.
Daarom kunt U er over beschikken, zoals U kunt beschikken over onze tijd, liefde
en aandacht.
Wijs ons in dit alles de weg. Om Jezus’ wil… Amen.
Gezang 219: 1, 2, 6 = Lied 645
Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Goede God, Vader
in de Hemel, Vader in ons midden, Vader,
bij wie we mogen wegkruipen, als het moeilijk is, en met wie wij ons diepste
verlangen mogen delen… Dank U wel dat U er bent.
Dank dat wij van U mogen weten.
Dat wij in Jezus U een beetje hebben
mogen leren kennen.
Wil ons door Uw Heilige Geest inspireren
en ons leren om Jezus te volgen
in heel Zijn manier van doen en laten.
Wil ons daarbij helpen,
als Uw kinderen.
Wij hebben U nodig, Vader, we willen
het wel zelf, maar dat kunnen wij vaak niet.
Bij U is dat niet erg.
Dank U wel.
Lieve God, Papa…
Van U
willen we houden met heel ons hart,
en wij willen graag Uw licht en Uw liefde doorgeven
aan deze wereld, maar we zijn vaak zo verlegen,
wij weten niet altijd de woorden te vinden, dank U wel dat U
er bent.
Dat U ons altijd wilt bijstaan, zodat wij niet hoeven te blozen,
zodat we ons niet hoeven te schamen over ons kleine
geloof, ons kleine beetje moed.
Sterk ons om Uw wil te doen, om U werkelijk lief
te hebben met heel ons bestaan, en om Jezus
te volgen.
Heer, liefde van
ons leven!
Voor deze wereld bidden wij U.
Voor de rommel die wij achterlaten.
Voor de duisternis om ons
heen, waar wij een licht
zouden moeten zijn…
Wij bidden voor de mensen die wij niet
van U hebben verteld. Zoals Jezus
dat zou doen.
Wij bidden U voor de mensen die wij niet hebben geholpen,
terwijl dat best had gekund…
Wij bidden U ook voor de mensen die wij niet kunnen helpen. Dat U
mensen vindt die dat wel kunnen.
God van liefde en ontferming,
buig U over kwetsbare mensen. Over zieken…
Wij bidden U voor Malala uit Pakistan en haar vriendinnen, maar ook voor de
mensen uit onze eigen kring…
Voor Geerth van Zee die zo ziek is, voor Rob en Aad van Meurs, en voor zieken in
onze eigen omgeving.
Wees heel dicht bij hen, en doe hen voelen dat U bij hen bent, alle dagen van
hun leven..
Ontferm U en luister naar ons als wij samen bidden:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij aan anderen hun schuld vergeven;
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
Ons slotlied is:
Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’ vs 5
Zegen:
De heilige God van Israël,
de Vader van alle
mensen,
wil ons behoeden met Zijn liefde,
wil ons dragen met Zijn Geest,
wil ons voorgaan in Zijn Zoon.
Alle dagen
van ons leven.
Amen.
Vers: 5