Voor
eerdere diensten klik hier:
Eerste
Adventszondag in de Lutherse kerk te Gorcum. Zondag Levavi.
Organist: T. de Graaf... En dank zij technicus Wout van Gelder is de dienst zelfs te beluisteren...
het duurt wel even voordat de file van 117 MB binnen is...
Orgelspel
Afkondigingen en aansteken van de kaarsen.
Stilte voor gebed
Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Onze Hulp is in de Naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Heer, vergeef
ons al wat wij misdeden...
En laat ons weer in vrede leven.
Ons introïtuslied is psalm 25: 2, 3 en 4. Wij zingen het nu wij op weg
zijn naar Kerstfeest, en wij vragen de Heer ons Zijn wegen bekend te maken...
Laten we de Heer aanroepen om ontferming
voor de nood van deze wereld,
(en Zijn Naam prijzen,
want Zijn barmhartigheid heeft geen einde!
) Die barmhartigheid is wel eindeloos, maar het gloria wordt in de adventstijd
niet gezongen...
Zondagsgebed:
Wek op
Uw macht, o Heer
en kom,
opdat wij uit de dreigende gevaren
van onze zonden door Uw bescherming gered
worden en door Uw bevrijding verlost.
Door Jezus Christus, onze Heer
Amen
Lezing Oude Testament: Jesaja 40:
1 - 11
Gods volk is in ballingschap in Babel, en de
profeet, die in deze hoofdstukken aan het woord is, de tweede Jesaja, kondigt de
bevrijding aan uit de Babylonische ballingschap. Hij zegt tegen de ballingen dat
zij het zijn die het beloofde en verloren land moed moeten inspreken,
omdat de redding nabij is. Zij moeten hen troosten die achtergebleven zijn in
het land, en wonen bij de ruines van Jeruzalem.
1 Troost, tróóst Mijn
volk, zegt jullie God (tot de ballingen in Babel).
2. Spreekt Jeruzalem moed
in, maakt haar bekend
dat haar slavendienst voorbij is, dat
haar schuld is voldaan,
omdat zij een dubbele straf voor haar zonden
uit de hand van de HEER heeft ontvangen.
3. Hoort, (in de woestijn) roept een stem:
‘Baant voor de HEER een weg door de woestijn,
effent in de wildernis een pad
voor onze God.
4. Laat elke vallei
verhoogd worden
en elke berg en heuvel verlaagd,
laat ruig land vlak
worden
en rotsige hellingen
rustige dalen.
5. De luister
van de HEER zal zich openbaren
voor het oog van al wat leeft.
De HEER heeft gesproken!’
……
6. Hoor,
een stem zegt: ‘Roep!’
En een stem antwoordt: ‘Wat zou ik roepen?
De mens is als gras, hij bloeit als een veldbloem.
7. Het gras verdort en de
bloem verwelkt
wanneer de adem van de HEER
erover blaast.
Ja, als gras is dit volk.’
………
8. Het gras verdort en de
bloem verwelkt,
maar het woord van onze God houdt altijd
stand.
9. Beklim een hoge
berg, vreugdebode Sion,
verhef je stem met kracht, vreugdebode
Jeruzalem,
verhef je stem, vrees niet.
Zeg tegen de steden van Juda: ‘Ziehier
jullie God!’
10 Ziehier God,
de HEER !
Hij komt met kracht, Zijn arm zal heersen.
Zijn loon heeft Hij bij Zich,
Zijn beloning gaat voor Hem uit.
11 Als een herder
weidt Hij Zijn kudde:
Zijn arm brengt de lammeren bijeen,
Hij koestert ze, en zorgzaam
leidt Hij de ooien.
Tot hiertoe de lezing.
Is het niet wonderbaarlijk tot hoeveel geloof
en vertrouwen God wil inspireren en hoeveel Hij
dan ook van ons verwacht: er is nog niets te zien, maar het
volk in ballingschap moet de mensen die op de
puinhopen van Jeruzalem en Sion wonen al gaan troosten,
en zij moeten op hun beurt de boodschap ook doorgeven
aan de steden van Juda, die verwoest zijn: Hier ís God
al.
Niet de bezetter is je heerser, maar Godzelf.
En Hij heerst dan niet zoals een wereldse koning,
maar als een herder die vol zorg
is voor de kudden die hem zijn
toevertrouwd.
Dat is een heel nieuwe boodschap, een nieuwe manier van leven,
van kijken, en dat mogen we uitingen in onze graduale: psalm 25: 5 en 10:
Louter goedheid zijn Gods wegen…
En ja, dat vergt dan ook inzet van onze kant…
Laten we zingen.
Psalm 25: 5 en 10.
Epistel Romeinen 13: 11 – 14 Het boek.
Het ging hiervoor over de geboden, de wet, de tien leefregels, maar Paulus zegt
dan: wie van zijn medemens houdt, doet hem geen kwaad. Als er werkelijk liefde
is, worden de andere voorschriften overbodig. Hij gaat verder met:
11 U moet niet vergeten in wat voor tijd
wij leven.
Het is tijd om wakker te worden. Sta
op!
Onze bevrijding is veel dichterbij dan
toen wij pàs gelovig werden.
12 De nacht is bijna voorbij,
dan breekt de dag aan. Houd dus op
met wat het daglicht niet kan verdragen. Doe voortaan alleen
maar wat gezien mag worden.
13 Leef zuiver, zoals het hoort. Doe niet
mee aan allerlei uitspattingen, waarbij
eten, drank en
sex centraal staan. Maak geen ruzie
en wees niet jaloers.
14 Laat uw leven beheerst worden door de Here
Jezus Christus en geef niet toe
aan verkeerde verlangens, die in u opkomen.
Tot hiertoe de lezing....
Als ons leven inderdaad vol is van onze Heer, dan verlangen wij ook erg naar
Zijn komst. Daarvan zingen we in ons
Zondagslied: gezang 122: 1 en 5
Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Mattheüs 21: 1 – 9
Vooraf gaat: De moeder van de zonen van Zebedeüs, die voor haar kinderen
vraagt om eer in de hemel.
En dan de blinde bedelaar(s) in Jericho, met de kreet: Jezus, zoon van David,
heb medelijden met ons.
Hosanna!
Nu is Jezus op weg van Jericho naar Jeruzalem.
Dé pelgrimsroute bij uitstek! We
lezen:
21:1 En toen ze Jeruzalem
naderden, en bij Bethfage kwamen, bij de
Olijfberg, toen stuurde Jezus twee
leerlingen er op uit,
2. en zei ze: “Ga naar het plaatsje tegenover jullie,
en meteen zul je een vastgebonden
ezel vinden,
en een veulen bij haar. Maak ze los
en breng ze Mij.
3. Mocht iemand je (er) iets (over)
zeggen, dan zeg je maar: ‘De Heer heeft
ze nodig.’ Meteen zal men ze laten gaan.”
4. Dit gebeurde, om hetgeen de profeet heeft gesproken tot vervulling
te laten komen, toen deze zei: (combinatie van Jesaja 62:11 en Zacharia 9:9)
5. ‘Zeg tegen de dochter van Sion: Kijk toch!
Je koning komt naar je toe! Mild
en gezeten op een ezel, ja, op het hengstveulen
van een lastdier.’
6. De leerlingen gingen en deden wat Jezus ze bevolen had.
7. Ze namen de ezelin en het veulen
mee, en legden hun bovenkleding op allebei, en lieten Hem
daar boven op gaan zitten.
8. Maar het merendeel van de menigte plooide hun bovenkleding op de weg,
anderen sneden takken en
twijgen van de bomen, en spreidden die uit
op de weg.
9. De menigten nu die voor Hem uit trokken, en zij
die Hem als leerling volgden,
riepen:
(‘Hosanna!’ d.w.z.)
‘Kom de Zoon van David toch te hulp! (Welkom) Gezegend die komt in de
Naam van de Heer.
Komt toch te hulp, (U) in de
allerhoogste hemelen!’
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan
geven!
Credo: In antwoord op Gods
Woord willen wij samen ons geloof belijden:
Wij
geloven in God - Schepper van hemel en aarde.
Heer over alle machten
Die om ons van alle macht heeft afgezien
en in Jezus de prijs heeft betaald voor onze overtredingen.
Die in eenvoud tot ons kwam,
en werd verraden en vermoord - gekruisigd...
maar Hij overwon de dood!
Na drie dagen opgestaan ten leven
verscheen Hij aan vriend en vijand;
weer in Zijn hemels rijk terug zond Hij Zijn Geest
die ieder mens bezielen wil tot leven in de Heer.
Tot een geméénschap van heiligen,
door een doop, door vergeving van zonden,
tot leven in der eeuwigheid.
Amen
Preek
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en
van Jezus Christus,
onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve Gemeente
van de Heer, zusters en broeders in het wachten en verwachten
van betere tijden…
De Advent, <en
ik citeer,> is de tijd van voorbereiding
op het Kerstfeest; de tijd waarin de komst èn wederkomst
van Jezus Christus wordt verwacht. Omdat het Latijnse woord voor 'komst' of 'het
komen' 'adventus' is, worden de vier weken vóór Kerstmis 'Advent' genoemd.
Het woord 'advent' is afgeleid van
het Latijn: adventus (= komst, er aan komen) en advenire (= naartoe komen).
Letterlijk betekent Advent:
God komt naar ons toe.
De Advent heeft in de liturgie een dubbel
karakter: Het is de voorbereidingstijd op het Kerstfeest,
dat stil staat bij de geboorte van Jezus Christus ruim 2000 jaar geleden.
Maar de Advent is ook de periode van verwachting
van Jezus'
wederkomst op het einde der tijden,
wanneer God alles in
allen zal zijn. <einde citaat>
En wachten kan lang duren…
Voor kleine kinderen is de tijd tussen de aankomst
van Sinterklaas en 5 december vaak al veel te lang; wanneer je verliefd
bent kan het wachten op een brief, een telefoontje, een SMS-je eindeloos
duren voor je gevoel.
Soms wacht je echter maanden, jaren, een leven
lang.
Soms zelfs generaties lang.
Zoals het volk van God in ballingschap…
En dan moet je het doen met beloften…
Beloften, waar je maar in moet geloven,
waar je maar op moet hopen, ook al zíe
je er niets van…
En toch!
Toch is dat wat God
van ons verlangt.
Geloven dat het waar is wat Hij
zegt, en doen wat Hij van ons vraagt.
Ja, hallo!
Hier schrijft een gemeente in ballingschap aan achterblijvers in het verwoeste
Jeruzalem: Lieve mensen, voor je het weet
staan we voor jullie neus. God gaat ons bevrijden,
Hij is er al mee bezig.
We weten zelf nog niet goed hoe en wat en wanneer,
maar waarschuw de mensen in Juda
alvast… Volgend jaar in Jeruzalem…!!!
Zie je het voor je?
Ik kan me zo voorstellen dat de kerkenraden in ballingschap
zich achter hun oor krabben en zeggen: ‘Zo, mijnheer de profeet. Dus God zegt dat?
En hoe weten wij dat U dat niet uit uw duim zuigt?
Staat er niet ergens dat je pas kunt zien of iemand een echte
profeet is, als zijn profetie ook uit
komt?
Bedankt voor de boodschap… maar we wachten wel even af of
er wat van komt.
‘Ja maar, ja maar, jullie moeten me geloven,
jullie moeten Jeruzalem troosten, de
mensen daar zijn wanhopig.
God vraagt dit teken van geloof
van jullie!’
Zucht.
De profeet heeft nog heel wat rondjes
langs de gemeenten moeten maken met bemoedigende boodschappen van God, voordat de bevrijding inderdaad kwam.
Wij weten niet of die eerder was gekomen, wanneer ze hadden gedaan
wat God van ze hoopte
– dat kunnen we ook niet weten. Misschien
vertelt de Heer het later wel eens, als
we in de hemel zomaar eens wat zitten te praten… maar misschien
zegt Hij dan wel: dat is jouw verhaal niet, ik vertel je alleen maar het verhaal
tussen jou en Mij…
Dat kan ook.
Wat we wel weten is dat aan de ene kant het volk in Babylon voor
een deel zijn plek had gevonden, en wel heimwee
had, maar daar mee kon leven, en dat er aan de andere
kant een deel van het volk was dat werkelijk diep geraakt
was door alles wat er gebeurd was, en zei:
het is inderdaad onze schuld geweest, onze eigen grote
schuld.
We hebben op onze leiders vertrouwd,
en we hebben God verwaarloosd.
Als we het maar goed hadden, dachten we…
Dat was echt zonde. Daar hebben we spijt
van.
Veel spijt.
Deze mensen werden weer Gods-dienstig.
Ze vertelden elkaar de oude verhalen, ze stelden ze zelfs deels voor het
eerst op schrift, zodat ze de ervaringen
van hun voorouders met God
konden delen met elkaar.
En in die verhalen kwamen telkens weer beloften
terug. Beloften voor een goede tijd, waarin
niet alleen dit volkje de Schepper
van hemel en aarde zou erkennen als God,
maar alle volkeren.
Alle volkeren zouden naar Jeruzalem
komen, om meer te horen over God.
Ooit. Daar wachtten
ze op… het zou vast gebeuren.
Op Gods tijd.
En
het gebeurde! Mijn man en ik zijn beiden in Jeruzalem geweest, en misschien ook
wel mensen onder U....
De pelgrims, die eeuwen later op weg waren naar Jeruzalem
om het Paasfeest te vieren, wachtten ook…
Ze wachtten op een wonder.
Op een Redder.
Het land was al zó lang bezet door de Romeinen.
O ja, koning Herodes had zelfs een nieuwe tempel
laten bouwen in Jeruzalem… En daar hadden ze zelf elke cent dubbel
en dwars voor moeten ophoesten.
Maar inderdaad, hij stond er, en de dagelijkse offers werden gebracht,
je kon er bidden, danken, vieren…
dat was balsem voor je ziel.
Maar kwam je weer thuis, dan waren daar de Romeinen nog steeds de baas,
en die belastinginners maakten de mensen armer
en armer.
Het was de wet, zeiden ze.
Maar zelf leefden ze er goed van, net als de priesters
en leiders van het volk in Jeruzalem…
Nee, wat ze nodig hadden was een Gezalfde
van God, een Redder.
Een Verlosser. Een Messias.
Iets wonderbaarlijks.
En ze zeggen dat er zo Iemand op weg is.
Een man Gods.
Jezus van Nazareth…
Daar ís Hij…
Kijk: Hij rijdt op een jonge ezel, de moeder
er naast… net als in de profetie.
Een koning Salomo
in het klein…
Och arme, als dat een koning moet zijn…
En terwijl mensen een koninklijke intocht
naspelen, met kleren op de grond, want als de koning daar overheen
rijdt brengt dat geluk, en takken
die vruchtbaarheid moeten brengen,
zingen anderen delen van psalm 118.
Een pelgrimspsalm, die ze altijd al
zingen, bij het zien van Jeruzalem, maar nu krijgt de zin: Gezegend
hij die komt in de Naam van de Heer méér inhoud dan welkom in
Jeruzalem…
En het Hosanna is een dringende bede om hulp,
om ontferming… zoals in de letterlijke betekenis.
Als dít Uw bode is, God,
de man waarop we hebben gewacht, ontferm
U dan over hem en help hem alstublieft. Alstublieft!
De langverwachte redder ziet er zo kwetsbaar
uit.
En Hij wordt gekwetst. Gedood
zelfs, binnen een week.
Maar dan zal blijken dat Hij
de vervulling van al Gods beloften is:
want Hij staat op uit de dood.
En Hij spreekt dan weer en nog meer
over God.
Over Gods koninkrijk: dat is
waar mensen doen
wat God van ze vraagt. Liefhebben,
en volgen.
Gehoorzamen…
Ook in barre tijden, ook als je de gevolgen niet
kunt overzien.
Ook als je bang bent straks voor gek te staan.
Hij wéét waar Hij het over heeft, Jezus,
want Hij heeft Gods opdracht gehoor
gegeven, zèlfs tot de dood er op volgde. Maar omdat Hij
bereid was zelfs Zijn leven
te geven voor de mensen waar Hij van hield,
ook voor U en voor mij, daarom heeft Hij
het door de dood heen behouden.
Een wonderlijk iets… Het geheim van de liefde.
Van Gods liefde…
Gods liefde is dus echt sterker dan
wat wij het meest vrezen.
Op dit moment is er in de familie- en vriendenkring veel
sprake van ziekte, dood en dreiging
van de dood. Wie ouder wordt kent
dat…
En dan hoor je telkens weer dat de dood gezien wordt als
het ergste dat een mens kan overkomen.
En toch zijn er in Jemen en Egypte, in Syrië en Afrika elke dag weer
mensen bereid hun leven
in te zetten voor dat grote goed
dat ze nog belangrijker vinden: de vrijheid
te denken en te geloven
zoals bij ze past.
En ook zien we bij mensen die in het geloof
hebben geleefd, dat voor hen de dood niet meer is dan een deur
naar de uiteindelijke vervulling van Gods
beloften, waar ze steeds in zijn blijven
geloven…
Zij wachten met vreugde…
Dat mag ook voor ons gelden.
Want wij weten niet wannéér Hij terug
komt.
Het kan vanmiddag zijn, of morgen.
Het kan ook nog eeuwen duren. Omdat onze kinderen
en kleinkinderen er ook bij horen…
En ook al weten we niet wanneer Hij komt, toch
moeten wij onze buren troosten, en zeggen:
God ís er al.
Hij is aan het werk voor een betere
wereld.
En dat verwacht Hij natuurlijk ook van ons:
dat wij dat doen..
We zijn Zijn kinderen, Zijn
erfgenamen, en dus vanzelfsprekend: Zijn
medewerkers.
Niet omdat Hij dat van ons eist, maar
omdat Hij dat van ons hoopt, verwacht, gelooft.
God heeft zo’n groot vertrouwen
in ons, daar hebt U geen idee van.
Hij heeft ons Zijn project: Aarde
toevertrouwd.
Heel die mooie schepping, met al die mogelijkheden…
Hij heeft ons destijds Zelfs Zijn Zoon
toevertrouwd.
En Hij heeft ons nu elkaar toevertrouwd, als
een geschenk van Hem…
En nu wacht Hij wat wij
gaan doen…
En Hij hoopt en vertrouwt dat wij Jezus
zullen volgen.
Dat wij wakker zijn en met open ogen zien
in wat voor tijd wij leven. Wat wij
kunnen doen aan goede dingen… wat
voor creatieve oplossingen wij gaan
bedenken in moeilijke situaties.
Hoe wij alles achter ons laten wat het daglicht niet kan verdragen,
maar juist licht brengen in het leven van mensen om ons
heen.
Het licht van Christus,
waar we met Kerst van zullen zingen.
God gelooft
in ons.
Geloven wij in God?
Waar wachten we dan nog op???
Het is advent.
Gezegend hij en zij die komen in de Naam
van de Heer.
Amen.
Stilte
Gezang 121
...
Gij moogt uw Held ontvangen,
met lied’ren zonder tal!
En met daden. Want alles wat wij hebben, hebben wij van God gekregen, om door te
geven, om met velen te delen en er
zo van te genieten.
Ook nu en hier kunnen we gestalte geven aan dat delen:
in de collecte
Collecte
Offerandegebed
Lieve God, U geeft U Zelf aan ons.
Wij bieden U ons eigen leven aan.
Neem het, zoals U ons geld aanneemt.
Dat het dienstig mag zijn voor U.
In de geest van Jezus - die ons voorging.
Amen.
Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Heer, wij danken
U dat U een God bent die Zijn beloften
houdt. En dat U zoveel voor ons over hebt gehad, dat Uw liefde
zó ver ging, dat Uw Zoon onze Verlosser
werd.
Wij bidden voor alle mensen die daar
geen weet van hebben, en die wij nog geen troost hebben geboden, omdat wij er de moed en de woorden
niet voor konden vinden. Schenk ons elke dag Uw Heilige
Geest, opdat Zij in
en door ons spreekt en getuigt van Uw liefde.
Dat zo Uw koninkrijk kome, waar Uw wil wordt gedaan…
Zo bidden wij U: Heer, ontferm U.
G : Heer ontferm U
Liefdevolle God, grote en genadige
Heer.
Vader…
Wat heerlijk dat wij U zo mogen noemen!
Dat wij thuis zijn bij U…
Deze wereld is in nood, en men weet niet waar men het zoeken
moet.
Voor vele mensen is honger een dagelijks
gegeven, en wij gooien hier geld weg aan vuurwerk
en snoepgoed. Dat maakt ons ongemakkelijk
en onrustig als we daar aan denken. Help
ons om het geld en het goede dat we van U hebben
ontvangen ook zó te gebruiken dat Uw liefde
daarin tot zijn recht komt.
Help ons met keuzes maken.
Help ons te kiezen voor U
en voor de mensen die op ons levenspad komen.
Zo dat ook wij in ons leven een weg aanleggen
waarop de mensen dwars door de woestijn
van het dagelijks bestaan bij U kunnen komen.
Zodat Uw luister zich kan openbaren voor al
wat leeft… Wij kunnen dit niet alleen. Kom
met Uw Geest en Haar
gaven
– en sta ons zo bij.
Zo bidden wij U: Heer, ontferm U.
G : Heer ontferm U
Lieve God, wij danken U voor de gemeente,
voor de familie die U ons in elkaar hebt gegeven.
Wij bidden U voor allen die hier veel tijd
en energie in steken, en
voor hen die dat niet meer kunnen, door leeftijd,
gezondheid, of de druk van buitenaf.
Wij bidden voor onze zieken, in het bijzonder voor mevrouw Van der Merwe, die deze week zo ziek is geweest. U weet hoe zwaar dat
aankomt, en wij bidden U dat U haar vast houdt, en heelt en geneest. Wees ook
bij haar kinderen en bij allen die van haar houden...
Voor de zieken in ons eigen leven bidden wij U nu ook...
Heer ontferm U.
Neem ons allen in genade aan, red en behoud ons.
Want alleen U, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest komt toe prijs en lof en
aanbidding te allen tijde en van eeuwigheid tot eeuwigheid.
G : Amen.
Onze vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd.
Uw rijk kome,
Uw wil geschiede,
gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef onze schulden, gelijk ook wij
vergeven onze schuldenaren,
en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van het kwade…
Ons slotlied is uit TussenTijds 170: 3 Blauwe boekje nr 35. We zitten wat ruim
in onze tijd, dus laten we daarna ook maar het eerste vers zingen! Nu zend Uw
Geest als een vuur, als een stem in ons midden..
Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven.
...
Zegen:
De heilige
God van Israël,
de Vader van alle
mensen,
wil ons behoeden met Zijn liefde,
wil ons dragen met Zijn Geest,
wil ons voorgaan in Zijn Zoon.
Alle dagen
van ons leven.
Zo zijn wij
dan gezegende mensen, in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen.
Daarna dronken we samen voorin de kerk gezellig koffie, terwijl het
schilderwerk, voorzover het klaar was, werd bekeken...