Voor eerdere diensten klik hier:
Eerste zondag van de Advent 28-11-2010 in de Lutherse
Schuilkerk te Gorcum.
Organist: Peter Veen. Onder zijn gehoor: ongeveer 23 gelovigen.
Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en
de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Onze Hulp is in de Naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Confiteor
Wij belijden voor de Almachtige God,
dat wij gezondigd
hebben,
gezondigd, in gedachten, woorden en daden…
Het is onze schuld, onze eigen grote
schuld.
Daarom vragen wij God,
de Almachtige,
de Barmhartige, Zich
over ons te ontfermen,
ons al onze zonden
te vergeven en ons te bevrijden
van alles wat verkeerd is.
Amen
De Almachtige God schenke ons Zijn genade!
Amen!
Zo lief had God deze wereld,
dat Hij Zijn enige Zoon
gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft
aan het verderf ontkomt,
en eeuwig leven hebben
mag!
Ons introïtuslied op deze eerste adventszondag, die naar deze psalm is genoemd:
Ad te, Domine, levavi
(tot U Heer heb ik opgeheven) is
psalm 25: 1, 2 en 4
Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood
van deze wereld, - die is groot -
maar laten wij dan ook Zijn Naam
prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid
geen einde komt!
Gebed.
Heer, tot U heffen we ons hart en onze gedachten.
U aanbidden wij, en U smeken wij
om Uw Geest, en om Uw aanwezigheid
in dit uur en in heel ons leven.
door Jezus Christus, onze Heer. Amen.
Lezing Oude Testament: Jesaja 2: 1 – 5
Hieraan vooraf ging de eerste profetie van
God bij monde van Jesaja, over de ontrouw van Jeruzalem, van de gelovige
gemeenschap. Zwaar zal de Heer hen straffen, laat Hij weten. Tenzij ze zich
bekeren.
Maar dan volgt er een tweede profetie… Hoeveel later?
Alleen God weet dat. Luister…
1.
Wat Jesaja, de
zoon van Amoots,
schouwde ten aanzien van Juda
en Jeruzalem:
2. Het zal wezen aan het vastgestelde einde van de tijd:
(dan) zal de berg,
die het huis van de Aanwezige
is, aan het hoofd der bergen
staan, ja, die zal worden ópgetild uit de dalen, en alle vreemde
volkeren zullen er op af stromen.
3. Ja, vele volkeren zullen op wég gaan, en ze zullen zeggen: ‘Kom
op! Laten we opklimmen
naar de berg van de Aanwezige,
naar het huis van de God
van Jacob! Die
zal ons onderwijzen in Zijn
levenswegen, en we zullen Zijn
paden bewandelen’.... Want vanuit Sion zal levensles
(Thora) uitgaan, ja, een Godswoord
vanuit Jeruzalem.
4. Dan zal Hij rechtspreken
tussen de vreemde volkeren, maar voor vele
volken zal Hij pleiten,
en ze zullen hun zwaarden
omsmeden tot ploegscharen,
en hun steekwapens
tot snoeischaren.
Geen volk neemt
het zwaard meer
op tegen een ander volk, en ze
zullen geen les meer geven in de krijgskunst.
5. Huis van Jacob: Kom op!
Laten we gaan (= léven)
in het Licht van
de Aanwezige!
Die opwekking mogen wij ons ook aantrekken. Om daarin te oefenen zingen wij uit
TussenTijds nr.130
Mét de gemeente in Rome die leert te leven in het tastend besef dat Jezus leeft
en in hun midden is, met alle gevolgen van dien, lezen we nu de levensles in de
Epistellezing uit: Romeinen 13: 8 – 14 Groot
Nieuws- bijbel
8 Zorg ervoor, bij niemand in de schuld
te staan.
Het enige dat u elkaar schuldig moet zijn, is liefde.
Wie zijn naaste
liefheeft, heeft voldaan
aan de hele wet.
9 Want de verboden:
Pleeg geen echtbreuk, bega geen moord,
steel niet, begeer
niet wat van een ander is, deze
en alle andere
worden samengevat in dit ene gebod: Heb uw naaste lief
als uzelf.
10 Wie haar naaste liefheeft,
doet hem geen kwaad.
De wet vindt dus haar vervulling
in de liefde.
11 U moet trouwens goed beseffen
hoe laat
het is.
Het is tijd om wakker
te worden en op
te staan. Onze bevrijding
is nu dichterbij dan toen we begonnen
te geloven.
12 De nacht is haast voorbij,
de dag begint al bijna. Laten we dus de praktijken
van de duisternis
afleggen en de wapenrusting van
het licht aandoen!
13 We moeten ons behoorlijk
gedragen alsof het al helemaal dag
is. Dus geen zwelgpartijen
en drinkgelagen,
geen ontucht en losbandigheden,
geen onenigheid en afgunst.
14 Nee, we moeten ons als het ware wapenen
met de Heer Jezus Christus
en niet ons zondige
ik
koesteren dat tot allerlei begeerten aanzet.
De psalmist roept het uit: Halleluja! Uit Sion, de volkomen schoonheid,
verschijnt God in lichtglans. Onze God komt en zal niet zwijgen!
HALLELUJA!
\
Laten wij dan zingen gezang 423
Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Mattheüs 24: 32 – 44
In het voorafgaande deel heeft de Heer de
leerlingen aangemoedigd het Evangelie te verkondigen, met grote haast, want er
komen barre tijden aan, Gods toorn over ons wangedrag zal gewroken worden, zelfs
de maan en de sterren worden niet gespaard, en daarna zal Hij komen in glans en
heerlijkheid…
32. Van de
vijgenboom moeten
jullie leren hoe het zit: wanneer zijn twijg zacht
wordt, en de bladeren
uitlopen, dan weten
jullie dat de zomer nabij is....
33. Zo (moet het) ook (met) jullie (gaan): Wanneer jullie al die dingen zien, wéét
dan dat het vlak voor de deur staan!
34. Waarachtig! Ik zeg
jullie dat deze generatie niet voorbijgaat, voordat
al die dingen gebeuren.....
35. De hemel en de aarde
zullen vergaan, maar Mijn woorden
zullen absoluut niet vergaan.
36. Niemand weet iets over die dag en dat uur, de engelen in de hemel niet, en
de Zoon niet, maar
alleen de Vader.
37. Want zoals de dagen van Noach,
zo zal de verschijning ten troon
zijn van de Mensenzoon...
38. Want zo waren ze in die tijd, voor de vloed, maar aan het eten
en drinken, huwen
en uithuwelijken, tot
aan de dag waarop Noach
de ark binnenging.
39. En ze hadden er geen idee van,
totdat de vloed kwam, en allen mee-sleurde........
Zo zal het ook zijn met de verschijning ten
troon van de Zoon der mensen....
40. Dan zullen er twee (man) op de akker (bezig) zijn, een wordt weggedragen, en
de ander wordt achtergelaten....
41. Twee vrouwen
zijn aan het malen met een
maalsteen, een wordt weggedragen, en de ander
wordt achtergelaten....
42. Waakt dan, want
jullie weten niet op welke
dag jullie Heer komt.
43. Maar dit moeten jullie wel
weten, dat als de heer des huizes wist
op welk moment van de nacht de dief
komt, dan zou hij de wacht
wel houden, en niet toelaten dat
er in zijn huis werd ingebroken.
44. Daarom moeten ook jullie klaar staan, want jullie kunnen je het moment
waarop de MensenZoon komt niet voorstellen....
Zalig die het
Woord van God horen en er gehoor aan geven!
In antwoord op Gods
Woord willen wij ons geloof belijden:
Wij geloven
in God, sterker
dan de dood,
die het leven wil van
mensen, zoals jij en ik,
die ons heeft gedroomd,
voor we er waren,
die veel van ons verwacht,
en ons geschapen heeft
met kracht en moed
en liefde.
Wij geloven in Jezus, Zijn Zoon,
die mens werd,
ons gelijk, om
weer zin te geven
aan wat zinloos werd: ons
leven.
Gekruisigd is Hij,
om onze schulden
te voldoen.
Opgestaan na drie
dagen, leeft Hij voor
eeuwig
bij God, waar Hij
op ons wacht.
Wij geloven in de Geest
van Liefde en waarheid,
Gods wezen, dat Hij met
ons deelt.
Zij juicht
en huilt in ons, spreekt
ons weer moed
in,
brengt ons terug.
In één doop geloven
wij, in één kerk
- die wereldwijd ontheven aan structuren en machten - ,
ons verenigt in één Lichaam, één geheel.
Tot in eeuwigheid.
Amen.
Preek
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en
van Jezus Christus,
onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve mensen,
Vanaf Pasen en Pinksteren,
toen de vorige paarse
tijd abrupt werd doorbroken
met het stralende wit van de Opstanding, zijn we een lange weg
gegaan.
Toen leefden we van de liefde,
belééfden we de feesten, tot en
met de gouden zondag
Trinitatis.
Ons geloof, ons
kerkelijk leven, stond in volle
bloei. En daarna
rijpten de vruchten. De groene
tijd.
Maar de dagen werden
korter, de nachten langer,
de wereld bleef in
crisis, en er
gebeurden veel nare
dingen in de grote wereld waarin we leefden.
Of in ons persoonlijk leven…
Soms hielden we de geloofsspanningsboog
niet vol.
Soms bleken de vruchten
van ons geloof niet voldoende te voeden,
of wij vergaten om ze met elkaar
te delen, en ze zo dubbel voedzaam
te maken.
Het verslofte en verstofte
wat…
Dat kan zomaar gebeuren.
En dan is het heilzaam
dat het donkere groen,
bijna duister
geworden, verwisseld wordt voor het paars
van de bezinning.
En voor de oproep: wakker
worden!
Kijk waar je mee bezig bent! Versuf
je leven niet!
Je dagen zijn geteld, en ze zijn kostbaar.
Ga aan het werk, en wees je bewust
van het Evangelie dat met alle mensen
gedeeld moet worden!!! Namelijk, dat wie volhoudt tot het einde behouden zal worden, zoals de Heer
zegt in vers 13 van het hoofdstuk 24 dat we uit Mattheüs lazen.
In alle drie de lezingen worden we opgejut,
aangemoedigd, om ons bewust
te zijn van de eindigheid der tijden,
van Gods ongenoegen,
van Zijn verwachtingen, en van onze eigen
rol in het geheel.
Ook wij doen er toe. Ieder
van ons.
Onze manier van leven
is van levensbelang.
En onze verwachting,
onze blijde
verwachting, waaruit we leefden,
maanden terug, mag geen werkeloos afwachten worden.
Geen: we zien wel of er nog wat van komt…
God moedigt ons aan om in actie te komen.
Om ons lot in eigen handen te nemen – mét Hem.
Leven met God.
Dat is het sleutelwoord.
Leven met God als een dagelijkse werkelijkheid, een welbewuste keuze.
Iets waar je bij nadenkt,
waar je voor kiest.
Dat heet in oude kerktaal: bekering.
Terugkeren
naar je basis, naar God.
Omkeren van je platgetreden paadjes, die heel snel doolhoven van besluiteloosheid
kunnen worden.
Omdat het zo makkelijk is…
Maar niet kiezen is ook kiezen…
Niet kiezen voor is kiezen tegen…
Tegen God
en tegen jezelf.
Want zodoende dwaal je eenvoudigweg steeds verder
van God af, en raak je de vreugde,
de inspiratie kwijt, de bezieling…
Dan weet je ook niet meer waarvoor je het eigenlijk doet, en wat zou
je ook al weer doen?
Ik denk dat we dit proces allemaal
wel een paar keer in ons leven hebben doorgemaakt, of zullen doormaken.
Totdat we weer worden geraakt en
geprikkeld door het Woord dat Hij tot ons spreekt, in een lied,
in een profetie,
een lezing, in een stilte…
En het is zaak om te luisteren.
God wikkelt er geen doekjes
om.
Wie niet voor Hem is, blijkt uiteindelijk
tegen Hem te zijn. Wie niet met Hem mee werkt, waakzaam
en alert is, die
mist de boot.
Die is niet geschikt
voor het leven in eeuwigheid, waar alléén God
is in allen en allen in God.
Er hangt voor ons geen prijskaartje
aan de toegang tot dat koninkrijk van God: kort na het gesprek van de Heer dat
we lazen is Hij vermoord. En opgestaan uit de dood. Dat is Gods vrije keuze. Genade.
Daarmee is onze toegang betaald.
Wij hoeven het niet te verdienen.
Gods liefde is vrij.
Maar er wordt wel iets van ons verwacht,
verhoopt, namelijk
onze bewuste keuze.
Onze inzet.
Ons verlangen om
er bij te horen, en daar iets voor te doen.
Onze bereidheid om de weg van de Aanwezige
te gaan, zoals we lazen in Jesaja’s
tweede visioen…
Dat tweede visioen is er een, we hoorden het, dat veel verder
wijst dan het eerste…
Want al is God een Macht die Zichzelf serieus neemt, en terecht niet met Zich
laat spotten, zoals blijkt uit het eerste visioen, Hij is ook
en allereerst: barmhartig
en genadig, Aanwezig
in ons midden als een Moeder
die Zich ontfermt, als
een Vader die je leert
hoe het verder moet gaan.
Na de toorn en de waarschuwing,
die je niet in de wind moet slaan, is er ook
ontferming en vergeving,
maar… op de lange duur.
Niet voor de mensen die van God niet willen
weten, maar wel voor hun kinderen,
kindskinderen, het verre nageslacht.
Het is geen
boodschap van: stil maar, wacht maar, alles
komt goed, die Jesaja brengt, maar wel: ook het kwaad
dat wij doen is eindig.
En als wij terugkeren
tot God, dan blijkt
dat Hij barmhartig
is.
Aan het vastgestelde einde der tijden, zal blijken
dat de dingen in Gods
licht anders zijn dan ze lijken in
onze ogen.
De heuvel Sion,
een hobbeltje dat zich in een dal
heeft vergist, als je het
vergelijkt met échte bergen
verderop, zal dan blijken de hoogste
berg te zijn.
En de volkeren,
waarvan het Joodse volk wat hoogmoedig denkt dat het buitenstaanders zijn, die maar heel in de verte
een zeer verzwakte zegen van Abraham voor alle volkeren delen, blijken
opeens voorop te lopen in hun ijver om Gods
wegen, Gods levenslessen,
Gods thora, te
leren en te begrijpen.
Om te gaan leven
volgens Gods wil.
Uw Wil geschiede, bidden we dagelijks…
Dat is toch een prachtig vergezicht…
Alle volkeren zullen er eens bijhoren. Wij ook.
Als we willen leren van Israël. Als
we Gods woord willen horen vanuit Sion,
vanuit Jeruzalem, uit de mond
van Gods eigen Zoon,
Jezus, onze Heer.
En de profeet zegt
tegen het eigen volk:
Huis van Jacob: Kom op!
Laten we gaan (= léven)
in het Licht van
de Aanwezige!
En
dat blijkt dan te zijn: leven in vrede.
Dat is een vrede die niet komt van
verdragen en besluiten
tussen staten, maar die komt als wij besluiten
de naaste te verdragen,
en meer nog: wanneer we besluiten te leven alsof Gods dag
al is gekomen. Alsof al onze daden
voor God en alle mensen al zichtbaar
zijn en openbaar.
Dat geeft een vrede die van binnenuit
komt, omdat we er voor kiezen…
En als je er voor kiest, wordt het je geschonken:
die vrede die alle verstand
te boven gaat.
Wie liefde
geeft, wie zijn of
haar vijand lief wil hebben, en
dat is dus iets dat je met je verstand
doet, niet allereerst met je gevoel,
die ontvangt
liefde.
Gods liefde.
Die mens staat in de traditie van Jezus.
Maar dan
is het wel zaak van wakker
zijn en waakzaam blijven.
Christen zijn is leven op het scherp van de snede.
Is iedere dag opnieuw beginnen
alsof gisteren niet was, en elke
dag een nieuw geschenk is.
Als we ’s avonds de dag doornemen met de Heer, is er veel waar we ons over
kunnen schamen. Vaak moet ik zeggen: ik ben de hele dag voor U bezig geweest,
maar ik was niet mét U bezig.
En dan is het zo goed dat ons kerkelijk jaar ons weer bepaalt bij de zaak waar
het om gaat. Bij
de verwachting, de hoop…
de mogelijkheden om daar uit en
daar naartoe te leven. Naar dat rijk van Vrede.
God geeft ons telkens nieuwe
mogelijkheden.
Nieuwe teksten, die we al honderd
keer gehoord en gelezen
hadden, maar opeens valt er een nieuw
licht op. Nieuwe mensen
komen op onze weg, voor wie wij misschien een stukje licht mogen zijn…
Er was ooit een mooie kaart van Loesje, helemaal zwart, met wat witte stippen,
en daarop stond: het was zo donker om mij heen, dat ik alleen maar lichtpuntjes zag. Die had ik voor u willen
meenemen, maar op de site van Loesje vond ik alleen nog maar een
lichtere variant: het
was zo donker dat ik overal lichtpuntjes zag…
In elk geval denk ik dat het er om gaat
dat wij voor mensen om ons heen die lichtpuntjes vormen, misschien
wel door ze eens mee te nemen naar
deze dienst, of door ze te wijzen op het Licht
van de Wereld, dat we verwachten: de
Zonne der gerechtigheid, de Morgenster…
zomaar wat namen die de kerk in de loop der eeuwen heeft gegeven aan de Heer
wiens komst wij verwachten.
Met Kerst verwachten
we geen kind
in de kribbe, daar danken
we voor. Maar het is de opmaat
voor de troonsbestijging van de Heer van deze wereld.
In ons leven allereerst, en ooit ook
zichtbaar voor iedereen… aan het einde
der tijden.
Zou Jezus het hebben
over het einde der tijden, als Hij met Zijn leerlingen, en met ons, spreekt over
de dingen die komen gaan? Over de verschrikkelijke
dingen die moeten gebeuren voordat het rijk Gods
met kracht aanbreekt, en we de Mensenzoon Zijn troon zien bestijgen?
We weten het niet.
Theologen zijn met
veel verschillende verklaringen
gekomen, je ziet ze bijna op hun handen
lopen om maar uit te leggen hoe
het kan dat Jezus
zegt: deze generatie zal niet voorbij gaan voordat al die dingen gebeuren…
zonder dat ‘men’ het zag…
“De hemel
en de aarde zullen
vergaan, maar Mijn woorden
zullen absoluut niet vergaan”, zegt Hij dan ook nog, maar kun je die woorden
dan wel vertrouwen?
Dat is voor velen de vraag.
Mensen zijn teleurgesteld,
want zij hebben de mensenzoon niet zien komen,
ondanks de
vreselijke dingen die gebeurd
zijn.
Jezus zei echter ook: “Niemand weet
iets over die dag en dat uur, de engelen in de hemel niet, en de Zoon
niet, maar alleen de Vader.”
Hijzelf wist dus op dat moment ook
niet het hoe en wanneer. Hij is daar duidelijk over.
Hij wist alleen maar dat Zijn lijden
dichtbij was, en er nauw
mee verbonden was.
Dat Zijn dood het offer
was voor het Nieuwe Verbond met héél de mensheid.
Misschien zoeken we ook wel te ver.
Misschien hoeven we niet te wachten
op een kernoorlog om zon en maan in bloed te zien veranderen. Ik denk, zoekend
en tastend, aan de dag van de kruisiging.
Astronomen nemen nu aan dat de duisternis van dat
moment werd veroorzaakt door een zonsverduistering,
waarbij de maan voor de zon schuift… het licht bij een volledige
zonsverduistering kan roodachtig worden, en wat je dan nog ziet van zon en maan
heeft een bloedrode uitstraling. Dat past bij de woorden van Jezus.
In de bijbel wordt gesproken van
graven die open gaan, van doden
die verschijnen aan verschillende
mensen… Het voorhangsel dat scheurt.
Is het niet zo dat op het moment dat de Heer
overwint op het kruis,
en verslagen lijkt
te zijn, het rijk Gods op aarde gevestigd ís?
Het nieuwe Verbond is
gesloten.
De volkeren komen en luisteren
naar het Woord dat vanuit Jeruzalem klinkt: de
Heer
is
waarlijk
opgestaan!
We moeten wel heel attent
en waakzaam zijn
om het op te merken.
Het is nog niet zo dat iedereen
het ziet.
Gods Grote Dag is nog
niet aangebroken.
Niet iedereen erként Gods macht.
En om de een of andere duistere reden heeft de verslagen
duivel nog steeds enige zeggingskracht.
Ja, maar dat heeft ook
met onze keuzes te
maken.
Wij kunnen en mogen
leven alsof het al dag is.
En laten we ons niets wijsmaken: hier ís het dag.
Wij hebben de
taak te zorgen dat het hier niet donker
wordt.
Regelmatig luister ik op 1008 AM naar Grootnieuws-radio, een zender waar veel goed
nieuws wordt gebracht, bekende
en nieuwe christelijke muziek, af
en toe knetterende christelijke rock,
voor de generaties onder de mijne,
overdenkingen, bijbelstudies,
en ook regelmatig verhalen over, en getuigenissen van Christenen
in Moslimlanden.
Daar is het donker,
en daar is het heel zwaar om voor
je geloof uit te komen, en zelfs als je er niet voor uitkomt, dan kun je nog
gedood of mishandeld worden, omdat men het vermoedt…
Wij hebben het zó goed, hier!
Tenminste: zolang
wij levende getuigen
zijn en blijven van Jezus Christus!
Zolang wij leven met
het oog op Hem.
Want als je hier leeft en je
concentreert op de dingen van de wereld
om ons heen, dan is het zoals Jezus
zegt van Zijn eigen tijdgenoten:
het is als in de tijd van Noach, ze deden maar, ze genoten het goede
leven, en luisterden naar God
noch gebod.
Ze stonden er niet voor open!
Als je er niet op gespitst
bent, dan hoor je Gods stem vaak niet. En je weet niet wanneer
die klinkt.
Als je weet wanneer een dief
je huis probeert binnen te komen, dan ben je wel
alert.
De duivel is de dief
die probeert bij ons in te breken, en ons in slaap
te sussen…
Ons ver van God te
houden… de verwachting
te doen verbleken…
Maar wij mogen weten
van Kruis en Opstanding.
Wij mogen weten dat wie
volhoudt behouden wordt, wat er ook gebeurt
in ons leven.
Dit is het moment om te kiezen.
Dit is het moment om toe te leven
naar het licht van Christus.
Naar Kerst en Epifanie:
de troonsbestijging van de Heer.
En hoe doe je dat? Romeinen 13:8
zegt: Wie zijn naaste
liefheeft, heeft voldaan
aan de hele wet.
Liefhebben…
lastig, denk je.
Je naaste hoogachten, begin daar dan maar mee.
Als je in hem, in haar,
iemand wilt zien waar de Heer
voor gestorven
is, uit pure liefde, net zoals
voor u, voor jou,
dan is onze adventstijd
een periode waarin het Licht steeds dichterbij
komt.
Dichterbij ons – en dichter bij deze wereld.
Blijf waakzaam… God
staat ons bij.
Amen.
Muziek
Alles wat wij hebben, hebben wij van God gekregen,
om door
te geven, om met velen te delen
en er zo dubbel
van te genieten.
Ook nu en hier kunnen we gestalte geven aan dat delen:
in de collecte Na het gebed
over de gaven zingen wij uit TussenTijds 036 = lied 91a
Collecte voor: kerk en diaconie.
Gebed over de gaven
Heer God, wat wij hebben verdiend,
wat wij hebben gekregen, is uit Uw genade.
Daarom kunt U er over beschikken, zoals U kunt beschikken over onze tijd, liefde
en aandacht.
Wijs ons in dit alles de weg.
Om Jezus’ wil…
Amen.
Ons lied is TussenTijds 036 = GvL 489. = Lied91a. U mag hem of haar zingen,
wat bij u past.
Laten we danken en bidden:
Lieve God, wij danken U voor Uw
geduld
met onze kleine en onze grote schuld.
Wij danken U, dat we telkens weer om mogen keren naar U toe.
Dat U ons steeds weer wakker roept.
Open ons de oren, open ons hart, opdat wij de moed hebben Uw stem te horen en te
verstaan.
Maak ons waakzaam en sterk, juist als we ons moe en zwak voelen. Help ons om
lichtpuntjes te worden in een duistere wereld. Door gewoon te beginnen bij wat
voor de hand ligt. Open ook onze ogen voor de noden van de mensen waar we iets
aan kunnen doen. De mensen die U op ons pad brengt.
Wij danken U dat wij vrij zijn om hier naar de kerk te gaan, om ons geloof te
belijden, er voor uit te komen en er uit te leven.
Wij bidden U voor al die christenen die worden vervolgd, wereldwijd. Minstens
zoveel als in de tijd van de eerste christenen.
Wij bidden U ook voor hen die door onze onverschilligheid niet worden gewezen op
U.
Wij zijn geen christelijke natie meer, en daar schamen we ons voor.
Geef dat wij ons niet schamen voor U.
Dat U Zich niet voor ons hoeft te schamen.
Heer, wij danken U voor het werk van Open Doors, dat opkomt voor Christenen in
de knel.
Zegen deze mensen, en het vele dat ze doen.
De Verenigde Naties stemmen op 1 december over een resolutie, waarbij het
beledigen van een godsdienst strafbaar wordt gesteld, maar als die wordt
aangenomen betekent het dat Uw kinderen in moslimlanden officieel berecht kunnen
worden omdat ze U belijden als hun Heer, want dat wordt daar als een belediging
gezien. Heer, help toch voorkomen dat deze resolutie wordt aangenomen, het ziet
er zo slecht uit, maar U bent machtig om die plannen te doorkruisen. Wil dat dan
ook doen, Heer God.
Wij smeken het U.
Wij danken U voor deze gemeente, waarin wij ons veilig en thuis bij elkaar en
bij U mogen weten.
Voor Bob en Annemarie willen we U dankend bidden, dat ze aan de 17
jaar van hun huwelijk nog vele jaren in gezondheid en geluk mogen
toevoegen door Uw goedheid.
en wij bidden U voor onze zieken: met name voor Reinie Temme. Geef dat de
behandelingen die ze heeft ondergaan ook mogen aanslaan, en een goed effect
hebben… wees haar kracht en bijstand in alles. Dat bidden wij ook voor de
mensen in onze eigen omgeving die Uw hulp en bijstand, Uw genezing en genade
nodig hebben. Wij noemen voor U hun namen in de stilte van dit moment…
En
samen zeggen wij, zoals onze Heer ons leerde:
Onze Vader in de hemel,
laat Uw naam geheiligd worden,
laat Uw koninkrijk komen
en Uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.
Ons slotlied is gezang 117:6 Na de zegen, zingen
we, in plaats van het ‘Amen’ gezang 117:7
Nu zingen we vers 6, als bemoediging voor onszelf, maar ook met al die anderen
in gedachten.
Zegen:
Moge God de Vader
de Ruimte zijn waarin
je leeft,
Moge God de Zoon de Weg
zijn die je gaat,
Moge de Geest het Licht
zijn dat je naar de waarheid
voert.
Allen: Amen
117:7 Nog eens zal Hij verschijnen ...