Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag 19 na Trinitatis 18-9-2020 in de Lutherse kerk te Zeist 


Voorzang: Janina van Hees  
Organist:  Eddy Vliem

Voorbereiding

Stilte

Klokgelui

Praeludium (voorspel)

Mededelingen: (en aansteken van de kaarsen)


Votum (oproep)
Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest
Amen

Adiutorium (bemoediging)
Onze Hulp is in de Naam van de Heer   
die hemel en aarde gemaakt heeft.      
Die trouw houdt tot in eeuwigheid
en niet loslaat het werk van Zijn handen.

Confiteor (schuldbelijdenis)
Goede God, wij vertrouwen op Uw Woord,
daarom zijn wij hierheen gekomen.
Wij bidden U voor allen die daar toe niet in staat zijn.
cantor:


Lieve God, Uw genade is groter dan ons tekortschieten.
Daarop vertrouwen wij, als wij vragen om vergeving,
als wij U vragen om al wat ons aan zorgen en vragen,
aan verdriet en onrust aankleeft, van ons weg te nemen,
opdat wij U in alle vrijheid als Uw kinderen kunnen aanbidden.
cantor:


Heer vergeef ons al wat wij misdeden.
En laat ons weer in vrede leven.
Amen.

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!
Introïtus
Voorzang: cantor antifoon NLB: 711c
 

Gemeente
: Psalm gesproken
V: Ik open mijn mond voor een wijze les, spreek uit wat sinds lang verborgen is.
A:
Wij hebben het gehoord, wij weten het, onze ouders hebben het ons verteld. Wij willen het onze kinderen niet onthouden, wij zullen aan het komende geslacht vertellen van de roemrijke, krachtige daden van de Heer, van de wonderen die Hij heeft gedaan. Psalm 78:2-4

Gezongen antifoon. Cantor.

Kyrië en Gloria
Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld - 
die is adembenemend groot - maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,  omdat wij weten dat er aan Zijn barmhartigheid geen einde komt!

Dienst van het Woord
Salutatio (groet)

Zondagsgebed
Heer, in deze onbarmhartige tijden komen wij tot U, en bidden om Uw barmhartigheid met deze barre wereld, en met ons, Uw kinderen. Leid ons en bescherm ons in alles, door Jezus Christus, onze Heer, die met U en Uw Geest leeft en regeert, nu en tot in eeuwigheid.
Amen.

Lezing uit het Oude Testament : Jesaja 45: 1 - 7

God
heeft Cyrus, de nieuwe heerser over Babylon, Zelf geroepen om Zijn volk te bevrijden uit de ballingschap. Hij is het die alle macht in hemel en op aarde heeft. Zodoende heeft Hij ook Cyrus aangesteld, zodat alle machthebbers ter wereld zich zullen buigen en erkennen: God is in Israël, en een andere God is er niet op heel de aarde.

1   Dit zegt de Aanwezige tegen Cyrus, Zijn gezalfde, die Ik bij de rechterhand heb genomen, om voor hem volkeren te onderwerpen, en voor hem koningen te ontwapenen, om voor hem deuren en poorten te openen – geen blijft er gesloten:
2  Ikzelf zal voor je uit gaan, Ik zal wallen platmaken, bronzen deuren verbrijzelen, ijzeren grendels stukbreken.
3  Ik zal je schatten, in duister verborgen, schenken, diep wéggeborgen voorraden.     
Zodoende zul je weten dat Ik de Aanwezige ben, de God van Israël, die jou bij je naam roept.
4  Omwille van Mijn dienaar Jakob, van Israël, dat Ik heb uitverkoren, heb Ik je bij je naam geroepen en je een titel gegeven, ook al kende je Mij niet.
5   Ik ben de Aanwezige, er is geen ander, buiten Mij is er geen god. Ik heb je omgord (met wapens), ook al kende je Mij niet
6  Zo zal men van Oost tot West, weten dat er niets is buiten Mij. Ik ben de Aanwezige, er is geen ander
7 (Ik) die het licht vorm en het donker schep, die vrede maak en onheil schep, Ik ben het, de Aanwezige, die al deze dingen doe.”

Hij zegt dit niet alleen tegen Cyrus, of Kores, zoals we hem ook tegen komen in de Bijbel, maar even goed tegen ons.
Het is belangrijk dat we onszelf duidelijk maken met Wie we te doen hebben. En hoe God werken kan in ons leven, via onverwachte kanalen. Hij ís er, ook als je Hem niet ziet of verwacht. Daar kun je blij van worden, en dankbaar.
J

Gradualelied: lied 732 
1 Cantor, 2 – 4: de gemeente zegt dit met het orgel.

Epistellezing: 1 Tessalonicenzen 1: 1 - 10
             
Een pastorale brief…

1. Paulus, Sylvanus en Timotheüs aan de kerk van de Thessalonicenzen, genade en vrede voor jullie in God de Vader en Jezus Christus de Heer.
2. Wij
danken God steeds voor jullie allemaal, als we jullie in onze gebeden noemen,
3. en onophoudelijk jullie
geloofswerk in herinnering roepen voor het aangezicht van God, onze Vader, en de arbeid uit liefde en jullie volharden in de hoop op Jezus Christus.
4. Omdat, broeders en zusters waar
God (zo) van houdt, wij weten van jullie uitverkiezing,
5. omdat onze
Goede Boodschap niet alleen in woord(en) tot jullie gekomen is, maar ook in wonderkracht, en in de Heilige Geest, en in grote overtuigingskracht; jullie weten hoeveel we voor jullie hebben betekend toen we in jullie midden waren.
6 En jullie zijn navolgers geworden van ons èn van de
Heer, toen jullie in (je) erg moeilijke omstandigheden het Woord verwelkomden met (een) vreugde (die kwam) van de Heilige Geest,
7 zodat jullie een
voorbeeld werden voor alle gelovigen in Macedonië en in Achaïa. 
8  Want het Woord van de
Heer kreeg bij jullie vandaan zoveel bekendheid, niet alleen in Macedonië en in Achaïa, - maar overal is jullie geloof in Godbekend geworden, dat wij niets meer hoefden te vertellen

MacedoniëAchaïa
9  Want ze vertellen zelf rond wat voor een ontvangst wij bij jullie kregen, en hoe jullie je afkeerden van de afgoden naar God toe, om de levende en ware God te dienen, 
10  en (hoe) jullie Zijn Zoon verwachten vanuit de hemelen, die Hij (God) opwekte uit de doden, Jezus, die ons heeft gered van de komende toorn (Gods).

Lied: 885: 1 cantor
zingt

2: gemeente spreekt met orgel Refrein + cantor
.
Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden,
en Uw nabijheid, die sterkt en die leidt;
kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst,
Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.
Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer
iedere morgen aan mij weer betoond.
Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven
Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.

Allen gaan staan

Halleluja.
1. Voorzang: 338m
(cantor alles)

Allen gesproken: Halleluja. Amen!

Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Mattheüs 22: 15 - 22

Het is in de Heilige Week, tussen de glorieuze intocht in Jeruzalem, en de gevangenneming. De Heer vertelt nog veel verhalen, om te getuigen, om uit te leggen, om te bekeren… Hij heeft ook verteld hoe het heil wel eens voor de heidenen kon zijn, als Israël niet luisteren wil…  We lezen:
15   Nu trokken de Farizeeën zich terug om zich erop te beraden hoe ze Hem met een uitspraak in de val konden lokken.
16  Ze stuurden enkele van hun leerlingen samen met een aantal Herodianen naar Hem toe, met de vraag: ‘Meester, wij weten dat u oprecht bent en in alle oprechtheid onderricht geeft over de weg van God. We weten dat u zich aan niemand iets gelegen laat liggen, u kijkt immers niemand naar de ogen.
17  Zég ons daarom wat u vindt: is het toegestaan de keizer belasting te betalen of niet?’
18  Maar Jezus had hun boze opzet door en zei: “Waarom stelt u me op de proef, huichelaars?
19  Laat me de belastingmunt zien.”     Ze staken Hem een denarie toe.
20  Hij vroeg hun: “Van wie is dit een afbeelding en van wie is het opschrift?’
21  Ze antwoordden: ‘Van de keizer.’ Daarop zei Hij tegen hen: ‘Geef dan wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.’
22  Ze waren zeer verbaasd toen ze dit hoorden.
Ze lieten Hem staan en gingen weg.

  
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!
(cantor)

Credo
In antwoord op Gods woord willen wij ons geloof belijden door samen te zeggen:
In antwoord op Gods Woord willen wij ons geloof belijden door samen te zeggen:  

Wij geloven in God – Schepper van hemel en aarde.
Heer over alle machten,

Die om ons van alle macht heeft afgezien
en in Jezus de prijs heeft betaald voor onze overtredingen.

Die in eenvoud tot ons kwam,
en werd verraden en vermoord - gekruisigd...

maar Hij overwon de dood!

Na drie dagen opgestaan ten leven
verscheen Hij aan vriend en vijand,

weer in Zijn hemels rijk terug zond Hij Zijn Geest
die ieder mens bezielen wil tot leven in de Heer,

tot  een gemeenschap van heiligen,
door een doop, door vergeving van zonden,
tot leven in  der eeuwigheid. 
Amen

Allen gaan zitten.

Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve gemeente, zusters en broeders, geliefden Gods.

De PKN heeft bij het begin van de corona-crisis de slogan gelanceerd: Houd moed heb lief.

Dat is in elk geval een
positieve boodschap, en die kunnen we gebruiken. Kijk naar elkaar om, zei het kabinet bij monde van premier Rutte. Ook een goede! Want bij veel mensen begon de moed wat te zakken, toen we wéér werden opgeroepen om meer thuis te blijven, er minder op uit te gaan, en verjaardagen en feestjes maar uit te stellen tot… ja, dat weet niemand hier.
Nu geloof ik niet dat wij hier met zijn allen zulke
feestbeesten zijn, maar ik denk wel dat veel mensen het gevoel hebben dat we min of meer bezet zijn door een vijand die onze vrijheid heeft afgepakt. Dat die vijand corona is, en niet onze regering, dàt dringt niet overal even goed door
En dan gaan sommige mensen
dwars liggen.

Zulke dwarsliggers gingen ook in
discussie met Jezus.
Ja, ik weet het: Mattheüs ze(g)t erbij: omdat ze
Jezus in de val wilden lokken, maar… het was natuurlijk wel een vraag die in de bevolking lééfde. Want die Romeinse bezetters legden de overwonnen volkeren behoorlijk zware belastingen op.
Ze zogen de landen leeg, zoals de Duitsers dat hier in de oorlog ook deden, en dat riep
verzet op.

Dus ja, er waren vast ook
landgenoten van Jezus, die hoopten dat Hij een slimme zet kon bedenken waarom ze die gehate belasting niet hoefden te betalen. Maar je ként Jezus: die is niet van minder, minder, minder, maar van meer en meer!
Hij zegt: Als iemand je dwingt om een eind voor hem te lopen (met de bedoeling dat je zijn zware bagage dat hele stuk zou dragen), doe er dan uit jezelf een eind bij!
(Ik denk opeens aan Simon van Cyrene, die door de Romeinen gedwongen werd Jezus’ kruis te dragen. Hij bleek later de vader te zijn van steunpilaren van de eerste gemeente!)
En zo is de bedoeling van dit overbekende verhaal: dat je niet alleen de belasting van de Romeinen maar gewoon moet betalen, (want misschien heeft God ze Zelf wel geholpen om daar te komen, denk maar aan het verhaal over Cyrus,) maar ze moeten óók de tempelbelasting betalen.  Het kerkgeld. En daar probeerden die vrome mensen van
Jerusalem ook nog wel eens onderuit te komen. Er was apart geld voor die tempelbelasting. (Daarom waren er die wisselaars in de tempel) 
Op dat geld stond geen afbeelding van een dier of een
mens. Op die munten van de Romeinen wel.
 
(<― Dit was de Romeinse belasting voor 2 personen.)
Jezus maakt er Zijn handen niet aan vuil, maar Hij bekijkt die munt uit de verte en Hij zegt: “Geef de Keizer het zijne, en geef God wat God toekomt. Met andere woorden: betaal je staats-belasting, en betaal ook je Tempelbelasting, en probeer daar niet met slimmigheidjes onderuit te komen.
Als ik het mag
vertalen naar onze tijd, dan zou je kunnen zeggen: wanneer je door corona niet naar de kerk kunt komen, maak dan zeker over wat je anders zou geven in de
collecte, (want de kosten gaan gewoon door) en doe er nog iets boven óp. (En wees niet zuinig, want in feite geef je het niet aan de kerk maar aan God.)  Als iemand je het hemd van het lijf vraagt, geef hem dan ook het hemd uit je kast mee, zegt Jezus immers. Reken dan zelf maar uit.

Jezus leeft, en leert ons, in het besef dat God het is, die ons alle goede dingen in het leven heeft geschonken. Of wij dat nu zo zien of niet.

Omdat de Heer die geschenken niet ziet als ons bezit, maar als een mogelijkheid die God ons schenkt om er anderen mee te helpen, en om zó zelf een beter mens te worden, om zelf meer tot je recht te komen, verder te groeíen
Te groeien als mens, en als burger. Dat is politiek én dienst aan God. Want wat we voor de ander doen, doen we ook voor God, als onze bedoeling goed en zuiver is.

Soms heb je er helemaal geen idee van dat je leven in een groter plan is opgenomen, en dat de dingen die je naar jouw mening zelf bedenkt, al in je gedachten zijn gezaaid door de Heer van dood en leven

Cyrus, Kores in het Perzisch, denkt dat het plan om het Babylonische rijk te veroveren bij hem zelf is opgekomen. Briljant toch! Hij ziet dat ze aan het verzwakken zijn, en hij grijpt de gelegenheid aan. Sterker: het gaat gesmeerd! Hij heeft in alles de wind mee. Wapens, en haastig begraven tempelschatten van de vijand die in zijn schoot vallen!  Het kón niet beter!

Maar dan is daar die Jesaja, die profeet van dat groepje ballingen dat de Babyloniërs hadden meegenomen naar hun land, toen ze het land daar hadden veroverd. Jesaja komt Kores het een en ander duidelijk maken. Kores dacht dat hij dat allemaal zelf had gedaan. Zijn Perzische naam was Koeroe 'Troon', of nog mooier: Koeroesj '
Heer, Zon'. Jesaja laat hem namens de Allerhoogste weten, dat hij deze veroveringen niet op zijn eigen conto, en dat van zijn mannen, heeft te schrijven, maar dat de God van Israël hem al die tijd heeft geleid en begeleid. Dat Díe hem de begraven tempelschatten van de Babyloniërs heeft laten vinden, het was geen geluk, maar voorzienigheid. Dat de Heilige hem de wapens heeft verschaft om zijn veroveringstocht tot een goed einde te brengen, en dat het dus niet ging om hém, (dat manneke uit de Perzische bergen) maar om de (schijnbaar) onbelangrijke nakomelingen van Abraham, Izaäk en Jacob, waar de Heilige een voorliefde voor heeft.

Ten overvloede wordt er aan
toegevoegd:
“(
Ik) die het licht vorm en het donker schep, die vrede maak en onheil schep, Ik ben het, de Aanwezige, die al deze dingen doe.”  Dus maak je borst maar nat, Kores!

Kennelijk heeft deze nieuwe keizer geluisterd naar de profeet. We weten dat het volk na een tijdje naar huis mag, als ze willen. Zó gebruikt God keizer Kores. Keizer bij de gratie Gods!

Het kan raar lopen, als onze
Heer er iets mee te maken heeft.

Maar je hoeft helemaal niet bijzonder of moedig of
belangrijk te zijn, om het mee te maken dat de Allerhoogste zich actief met je leven bemoeit.

Die mensen in Tessaloniki (zo heet het daar tegenwoordig in die buurt) waren heel gewone mensen. Vrome Joden, daar ging Paulus altijd eerst heen, in de hoop dat ze hem zouden ontvangen. Eigen volk. Zonder een introductie van een bekende kwam je niet zo makkelijk binnen. Er waren nauwelijks herbergen, dus je moest het van gastvrijheid hebben.
Ze hebben gewoon
Paulus en diens metgezellen vriendelijk ontvangen, zoals vrome mensen hoorden (en horen!) te doen, ze hingen vervolgens aan hun lippen en… ze werden gezegend met geloof. Dat was een geschenk van God, de Aanwezige, die zoveel meer was en kon en voorstelde dan de afgoden die zij tot dàn toe hadden gediend, dat ze diep in hun hart werden geraakt. Dat ze wonderen zagen gebeuren in hen en om hen heen. En ja, dat ze gewoon geloofden wat Paulus vertelde, maar méér nog: wat de Heilige Geest hen in hun hart en hun verstand legde.
Als de Heilige Geest in je aan het werk gaat, dan gebeurt er iets bijzonders. In het Grieks staat er dan èn ergeia. Dat wil zeggen: inwerking. En wij horen: energie! De ontmoeting met Gods aanwezigheid geeft een energie, die je niet voor je kunt houden, die wil je delen! De mensen in Tessaloniki hielpen links en rechts allerlei mensen, en terwijl hun handen hielpen, liep hun mond over van Hem die ze net hadden leren kennen.
De
enige échte, levende en oneindige God! Die van mensen houdt! Ze hadden het helemaal niet makkelijk daar, maar door de Geest van Jezus was hun last licht en hun leven blij.

Laten wij ons door hen maar moed laten inspreken, zodat ook wij een bron van Evangelie, van goed nieuws, worden voor de mensen om ons heen. Kleine liefdesdaden, solidair zijn, ook als dat betekent een maskertje dragen, denken om elkaar…

Dat is leven in de Geest van de Heer Jezus.
En als
Zij in ons aan het werk gaat, krijgen wij er echt nieuwe energie van. Het kan. Laten we het samen doen.
Laten we ons
leven in dienst stellen van God en van elkaar.
God houdt ook van ons. Dus…

We
kunnen het. Met Gods hulp.
Amen.
  


Muziek: Wer nur den lieben Gott läßt walten
(= Wie de lieve God maar aan het stuur van het leven laat staan).
BWV 642  Johann Sebastian Bach (1685-1750).

Dienst van gaven en gebeden
De wereld is wijd en Gods goedheid is groot; vanuit ons aandeel mogen wij helpen en delen, in de collecte, en straks in ons leven van alledag weer op allerlei andere manieren.


Collecte
       1. Voor het werk in de eigen gemeente
       2. Voor de Voedselbank in Zeist

Gebed over de gaven

Grote God, vol eerbied komen wij tot U met onze gaven.
Wil ze aanvaarden, wil ons aanvaarden, en wil ze zegenen.
Door
Jezus Christus, onze Heer.
Amen

Lied 971         vers 1: cantor

Allen, gesproken met orgel vers 2

V: Vers 3 De Heilge Geest geeft taal en teken. ...
Kom, Here Jezus, kom!

Laten we danken en bidden:
Goede God,
Dank U voor het feit dat wij hier in vrijheid en gezondheid bij elkaar mochten komen om tot U te spreken en te zingen, om gevoed te worden door Uw Woord, en om domweg samen te zijn met U en met elkaar. Wij hebben dat nodig…
Wij bidden
U voor allen die dat, wereldwijd, niet kunnen of niet mogen. Heer, ontferm U.
Heer, ontferm U over ons allen.

Vader in de Hemel, Moeder van ons leven, dank U voor Uw liefde, die we zo vaak niet zien of herkennen.
Neem het ons niet kwalijk, alstUblieft.
Dank U voor de muziek, voor de engelen die de lofzang gaande houden als wij dat niet kunnen, dank U voor alles wat ons leven mooi en interessant maakt, voor de lieve mensen om ons heen, ook al zien we ze nu net zo min als we U kunnen zien, ook zij zijn er. Help ons om zélf ook mensen te zijn die het leven voor anderen een beetje mooier en liever maken.
Daarom bidden we voor alle
mensen die zich zo beperkt voelen, die bang zijn en onrustig… Voor de zieken, dichtbij en verweg. Voor mensen met corona, maar ook voor mensen met nog ergere kwalen. We bidden voor onze oud-organist dhr. Lijftogt die al langdurig met gezondheidsproblemen kampt, en ook voor Teun en Leny Lekkerkerker die hier vandaag wel/niet    zijn.
We bidden voor mevrouw Jansen, en voor al die duizenden mensen die we missen aan onze tafel, in ons midden, in ons hart…
U kent ze allemaal.
Heer, ontferm U.
Heer, ontferm U over ons allen.

Liefdevolle God, dank voor Jezus, dank voor de Heilige Geest.
Werk in ons allen op Uw eigen manier, geef ons de energie, de inspiratie, om er op onze manier voor anderen te zijn.

In de stilte van dit moment bidden we
U voor allen die ons ter harte gaan, en voor alles wat we bij U neer willen leggen…



Heer, ontferm U.
Heer, ontferm U over ons allen.



Om Jezus, die ons leerde bidden zeggen wij:
A: Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij vergeven onze schuldenaren
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
 

Allen gaan staan


Slotlied: 1012:4 
Wij bidden dit zachtjes terwijl het orgel speelt…

Zegen:
Dat onze tong woorden van liefde zal spreken,
dat onze handen daden van warmte uitstralen,
dat onze ogen schitteren van licht,
dat onze oren gespitst zijn op signalen van gerechtigheid
dat onze voeten zullen gaan op de weg van de vrede.
Daartoe zegene ons de God van Mozes, Elia en Jezus:

† De Heer zegent u en Hij behoedt u,
De Heer doet Zijn Aangezicht over u lichten
en is u genadig,
De Heer verheft Zijn Aangezicht over u
en geeft u Zijn vrede.
Amen.

Lied 1012:5 Cantor

Orgelspel: Wo soll ich fliehen hin?
BWV 646 Johann Sebastian Bach (1685-1750).

Er werd op afstand koffie gedronken. En dat was toch erg prettig.
De jarige werd niet toegezongen, maar er werd hartelijk voor haar geklapt!