Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag 19 na Trinitatis 14-10-2012 in de Lutherse kerk te Heusden
Organist: Joop de Zwart
Zo lief had God
deze wereld, dat
Hij Zijn enige Zoon
gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf
ontkomt, en eeuwig
leven hebben mag!
Onze Introïtus-psalm
is psalm 33:1, 2
Laten wij samen de Heer aanroepen om ontferming
met de nood van deze wereld, - die is
groot -
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde
komt!
Zondagsgebed:
Heer, die
ons hebt gegeven al waar wij over beschikken, laat ons Uw liefde delen, door
Jezus Christus, onze Heer. Amen.
Lezing Oude Testament: Deuteronomium
15: 1 - 11
Het is de Naardense vertaling, van Pieter Oussoren.
We vinden hier een stukje van de grondwet voor de samenleving in het Heilige
land… Een grondwet waarin onrecht telkens weer moet worden rechtgezet omdat
mensen zich niet houden aan Gods wet en zo de zegen verstoren… We lezen daar
een klein stukje van… In het stuk hiervoor ging het over het land, dat
het zevende jaar braak moet liggen...
1 Na verloop van zeven jaren
zul je een kwijtschelding houden.
2 En dit is de afspraak
voor de kwijtschelding:
kwijtschelden zal
elke schuldheer de lening
van zijn hand
waarmee hij leende aan zijn naaste;
hij mag zijn naaste, zijn broeder, niet
aanmanen,
want uitgeroepen is de ‘kwijtschelding
voor de ENE !’
3 De buitenlander mag
je aanmanen;
maar wat van jou bij je broeder is zal je
hand kwijtschelden.
4 Overigens
zal er geen arme bij
jou wezen,–
want met zegen zal de ENE
je zegenen
in het land dat de ENE, je God,
jou nu geeft
als erfdeel om het te beërven,
(zij het:)
5 alleen
als je maar gehoorzaam hoort
naar de stem van de ENE,
je God;
door waakzaam héél dit gebod te doen
dat ik je heden gebied.
6 Wanneer de ENE,
je God, je gezegend
zal hebben
zoals Hij je heeft toegezegd,–
dan zul je pandleningen hebben uitstaan bij vele volkeren,
en jij zult niets op onderpand
hoeven lenen:
je zult heersen over vele volkeren
en over jou zullen zij niet heersen.
••
7 Wanneer er bij jou een arme
zal wezen,
een van je broeders binnen één van je
poorten,
in je land dat de ENE, je God,
je geeft,–
verstok dan je hart niet
en houd je hand niet dicht
voor je broeder, de arme.
8 Nee, open
zul je je hand voor hem openen;
met pandleningen zul je hem belenen,
genoeg voor zijn gebrek,–
dat wat hem ontbreekt.
9 Waak
over jezelf dat bij jou in het hart niet een nietswaardig
woord zal opkomen dat zegt:
‘genaderd is dat jaar, het zevende,
het jaar van de kwijtschelding…’
en (en waak er voor dat) je oog
zo kwaadwillend zal worden tegen je broeder,
de arme, dat je het hem niet geeft;
roepen zal hij dan over jou tot de ENE,
en zonde zal over jou komen!
10 (Maar)
Gul zul je hem geven,
en laat je hart er niet kwaad
over zijn, als je hem geeft,– want vanwege deze afspraak
zal de ENE, je God,
je zegenen
in al wat je doet en in elke strek van je hand.
11 Omdat er wel nooit een arme
zal wegblijven uit de schoot van het land, juist dáárom gebied ik
het je en zeg ik:
open zul je je hand
voor je broeder openen,
voor de berooide bij jou en (voor) de arme
bij jou in je land!
Als God al zo zorgvuldig omgaat met onze zwakke kanten, zo goed
begrijpt hoe wij
in elkaar steken, en ons wil helpen daarmee om te gaan, op een manier die recht
doet aan Gods liefde voor alle mensen, en als Hij ons ook zegent, wanneer we onszelf
overwinnen, dan mogen wij Hem mét Israël ook loven en danken, dan mogen we
samen zingen: Alles wat adem heeft, love de Heer.
Lied: TussenTijds 46 = Lied 146c
God loven
wij om Zijn liefde… en hoe die er uitziet, dat zien we in Jezus
Zelf. En we horen het nog eens samengevat in
onze
Epistellezing: 1 Corinthe 13: 4 –7
De liefde is grootmoedig,
welwillend is de liefde…
ze is niet fanatiek, schept niet
op, is niet arrogant....
ze geeft geen aanstoot, ze zoekt
zichzelf niet,
ze provoceert niet, schrijft het kwaad
niet op je rekening.
Ze verheugt zich niet over het onrecht,
maar verheugt zich méé
in de waarheid.
Alles verdraagt ze geduldig, alles
vertrouwt ze, alles hoopt
ze, alles verduurt ze.
Terecht zegt de Psalmist dan ook:
Heer, Uw trouw duurt eeuwig, laat het werk van Uw handen niet los! (ps
138:8b)
HALLELUJA!
Het heilig Evangelie staat
geschreven bij: Marcus 10: 17- 27
Jezus is op weg gegaan naar
Jerusalem,
na de
verheerlijking op de berg.
Onderweg zegent Hij de kinderen, omdat voor Hem niemand minder is dan een ander, en dan gaan ze weer verder.
We lezen in vers 17 en verder:
17. Toen Hij
weer op weg ging rende er iemand voor Hem
uit, en die vroeg Hem,
op de knieën vallend:
’Goede meester, wat moet ik doen om mijn
deel te hebben aan het eeuwig
leven?’
18. Maar Jezus zei tegen hem: “Waarom noem je
me ‘goed’? Niemand is goed,
behalve God!
19. De geboden ken je: dat je niet ter dood brengt, niet overspelig
bent, niet steelt, dat je geen valse verklaring aflegt,
niemand afzet... eer je vader en je
moeder...”
20. Hij zei tegen Hem: ‘Meester, al
die dingen heb ik vanaf mijn jeugd strict in acht genomen!’
21. En Jezus, die hem onderzoekend
aankeek, kreeg hem lief, en Hij zei tegen
hem:
”Een ding mis je nog: Vooruit, verkoop
wat je hebt, en geef het de armen, en je
zult een schat hebben in de hemel,
ja, kom op! Volg mij!”
22. Maar zeer terneergeslagen na dit woord ging hij verdrietig
weg... want hij was in het bezit van veel
goederen...
23. En om Zich heenkijkend zei Jezus
tegen Zijn leerlingen:
“Wat zullen zij die rijkdommen hebben toch moeizaam
het Koninkrijk ingaan...”
24. De leerlingen waren hoogst verwonderd
over wat Hij zei. Maar Jezus nam nog eens
het woord, en zei tegen ze:
”Kinderen, wat is het toch moeilijk
het koninkrijk van God
binnen te gaan!
25. Het is nog beter te doen, dat een kameel
door het oog van de naald gaat, dan dat een rijke in het koninkrijk
van God binnen gaat...”
26. Ze raakten helemaal
van slag, zodat ze tegen elkaar zeiden: ‘Maar wie kan (dan nog) gered
worden!?!‘
27. Jezus, die ze strak aankijkt, zegt
tegen ze:
“Bij mensen onmogelijk, maar niet
bij God, want alles is mogelijk bij God!”
Zalig die het Woord van God
horen en er gehoor aan geven!
Onze acclamatie op Gods woord is TussenTijds 42 = Lied 119a
Uw Woord omvat mijn leven en tilt mij aan het licht.
Preek
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en van Jezus
Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve Gemeente van Christus,
geboren uit liefde en trouw…
Om liefde
draait het vandaag.
Om Liefde die ons wordt aangereikt in woord
en brood en wijn,
in het Verbond van God met Zijn mensen,
met Zijn volk, met Zijn kinderen… met
onze kinderen zelfs…
En om de liefde die van ons mag
worden verwacht.
De vertaling
door Pieter Oussoren loopt voor het oor
misschien wat stroever dan de vlottere
uit de Nieuwe Bijbelvertaling, maar komt wel
dicht bij het Hebreeuws, bij de oorspronkelijke
belofte – en opdracht…
De belofte is helder: je zult gezegend
worden, in het Heilige Land der belofte…
En dat geldt zowel voor de eerste Israëlieten,
onderweg in de woestijn en al vlakbij de Jordaan,
die zij wél zullen oversteken en Mozes niet,
omdat hij heeft gezondigd… als
voor de ballingen die in het huidige
Syrië en omstreken zijn ondergebracht.
In die tijd worden de oude verhalen netjes opgeschreven,
verhalen die voor een deel wel op schrift waren gesteld, maar die voor
een groot deel ook al die tijd mondeling
waren overgeleverd.
Ook zij, die ballingen, hebben de belofte
ontvangen dat ze binnenkort, God
weet wanneer, terug zullen gaan naar het Heilige Land.
En met het oog op de nieuwe maatschappij die ze daar zullen moeten
vestigen, onder Gods leiding, krijgen de
geboden voor de eerste intocht een nieuwe
urgentie, een nieuw belang.
Het geldt ook voor hen. En het geldt ook voor ons.
In wezen wel. Nu meer dan ooit.
God belooft zegen,
mits wij ons houden aan Zijn
gebod.
Zijn geboden kunnen we in détail bekijken, en dan ben je in Leviticus
en ook in Deuteronomium aan het goede adres,
maar je kunt ze ook samenvatten als: houd
van God met al wat je bent en al wat je hebt,
en houd van je naaste als van jezelf.
Dat lijkt een stuk overzichtelijker,
maar er zijn in onze maatschappij al een heleboel mensen,
kinderen én volwassenen, die niet hebben geleerd dat zij van zichzelf mogen
houden, laat staan dat ze hebben geleerd dat het een opdracht
is om van jezelf te houden… anders kun je immers ook niet van je naaste
houden?
In Deuteronomium vinden we niet alleen voorschriften
voor het omgaan met jezelf, elkaar
en met God, maar ook voor het omgaan
met de aarde. Als je het land niet om
de zoveel jaar braak laat liggen, put je het uit.
Daar zijn wij nu ook achter, een landbouwer
kan een braakligpremie krijgen, wanneer hij
zijn land rust gunt, onder de juiste voorwaarden
natuurlijk.
En zo geeft de Heer de opdracht het land
elk zevende jaar braak te laten
liggen.
De landbouw was niet zo erg intensief in die tijd, dus dat was wel voldoende
voor herstel.
Zoals de mens met zijn dieren de zevende
dag heeft om op adem te komen, en in alle
rust mens-voor-God
te zijn, zo mag ook het land op adem
komen.
Dat staat in het eerste deel van dit hoofdstuk.
En omdat armoede je de adem beneemt, moet
ook de arme, die heeft moeten lenen, om
de zeven jaar opnieuw kunnen beginnen.
De armen van onze tijd, zeker die in Griekenland en Spanje, snàkken daar naar.
Als je niet meer de hoop hebt dat er ooit een eind komt aan je ellende, dan zak
je weg in een depressie, valt de bodem weg onder je bestaan.
Je hoort het in de lezing: eigenlijk
is het niet mogelijk dat er armen zijn wanneer Gods
geboden worden gehouden, want dan hebben we aandacht
voor onze broeders en zusters, en dan geven we gul, wanneer dat nodig
is…
En als we dàt doen worden wij ook zo gezegend,
dat we dat wel kunnen missen.
Maar… je moet wel zelf de eerste stap
zetten.
U voelt dat dit een heel andere houding is dan wat we in de maatschappij
en zelfs in de kerk zo vaak tegenkomen: wij geven
dikwijls pas als we zelf vinden dat we het kunnen missen.
Bij ons thuis was het
behoorlijk krap, maar koperen Nelis, (of koperen Ko) die in Alkmaar eens in het
jaar langs de huizen ging, kreeg altijd wel íets, al was het een boterham, als
er geen geld meer in het potje zat.
Wie niet geeft wat hij heeft, is niet waard dat hij
leeft, placht mijn moeder dan te zeggen…
Dit plaatje is van Koperen Ko uit Rotterdam, die reisde heel
het land door. Als je te vaak ergens kwam, was het plezier en de verrassing er
af, dan kreeg je natuurlijk niets. Vandaar eens per jaar. (De belletjes
op de koperen hoed bediende hij via
een touwtje met een voet, en de trom op zijn rug met de andere...)
Als kind vond ik dat fascinerend, maar dit terzijde.
Het lijkt soms wel of mensen die weinig
hebben, makkelijker
geven. Zij zitten er niet zo aan vast.
Kijk naar die aardige jongeman uit het Evangelie:
hij heeft zich aan alle geboden gehouden, maar ergens twijfelt
hij of hij wel in aanmerking zal komen voor het eeuwig
leven. Hij heeft het gevoel dat er iets in zijn
relatie tot de Eeuwige misschien niet helemaal goed
zit. Dat kun je zo hebben…
En dan is het altijd zinnig om daar
goed op te letten. Om er iets aan te doen…
Deze jongeman gaat naar Jezus toe.
En hij stelt zijn prangende vraag.
Wat moet ik doen…
De tien leefregels… probeert Jezus. Die
houdt hij allemaal.
En Jezus' hart smelt voor hem. Hij krijgt
hem lief.
Dan zit het niet
in wat je moet doen, maar in wat je moet laten. Loslaten…
Geef al die bezittingen maar aan de armen,
en volg Mij.
Vertrouw op God.
Au!
Kijk, dat kan ook zomaar tegen u en mij
gezegd worden. En wat doe je dan? Dat komt heel
dichtbij.
Als je geld genoeg hebt om uit te lenen, of op de bank
te zetten, dan zou je kunnen overwegen om
daar eens in de zeven jaar iets goeds
mee te doen. Dan kun jij kiezen
waar het terecht komt…
Maar zomaar al je bezittingen weggeven
aan de armen, en Jezus
volgen? Dat
is wat. En al die verantwoordelijkheden dan?
Het probleem is vaak dat
bezittingen ons bezitten.
Als we niet uitkijken gaan we er verkeerd door denken.
Dan gunnen we het onze naaste niet
om er van mee te delen op het moment dat hun nood
hoog is, en wij er op kunnen rekenen dat
ze het niet terug kunnen betalen.
Jezus volgen wil zeggen:
geen reserves voor later, leven
van Gods Hand in de tand, niet
vinden dat je eigenlijk toch recht hebt op meer
dan een ander, een zuster, een broeder
heeft. En dus ook niet: aan het eind van de maand pas kijken
wat je over hebt voor goede doelen, maar meteen aan het begin
van de maand een vast deel daarvoor wegzetten.
En daaroverheen durven gaan, als dat nodig is.
God dienen, Jezus
volgen, is vaak vervelend practisch,
en grijpt in op ons dagelijks leven.
Dat is wat liefde doet.
De liefde is een van de meest ingrijpende dingen die je in je leven kan
overkomen, en die morrelt aan de ene kant
aan de poten onder je bestaan,
en geeft er aan de andere kant een sterk fundament
onder, zéker als die liefde weet heeft van Gods
liefde voor ons. Voor u en jou
en mij en ons.
Die liefde, die zichzelf niet
zoekt, vertrouwt dat God
ons het bestaansminimum gunt.
Als we dát nog niet eens hebben is dat een schande
en een aanklacht tegen de personen
die ons dat onthouden.
Maar als wij het zijn, die de ander
niet met open armen
verwelkomen in ons huis, bij ons aan tafel, dan is dat
zonde. Onze zonde.
Hoe moeten we dan verwachten
dat we bij God welkom zijn aan Zijn
tafel?
Vaak spreekt dat voor ons vanzelf.
We zijn toch Gods geliefde kinderen?
Gedoopt en wel, voor een deel.
God houdt van ons
allemaal. Zoveel is zeker.
Maar Zijn zegen is pas voor ons wanneer wij leren
liefhebben, de ander minstens
zoveel als onszelf.
Liefhebben.
Jezus heeft het ons voorgedaan.
In Zijn leven, in Zijn manier waarop Hij het kruis heeft aanvaard, de dood
gedragen… Onzekerheid, pijn, veroordeling van mensen.
Al die dingen waar wij zo bang voor zijn…
De liefde
is grootmoedig,
welwillend is de liefde…
ze is niet fanatiek, schept niet
op, is niet arrogant....
ze geeft geen aanstoot, ze zoekt
zichzelf niet,
ze lokt niet uit, schrijft
het kwaad niet op je rekening.
Ze verheugt zich niet over het onrecht,
maar verheugt zich méé
in de waarheid.
Alles verdraagt ze geduldig, alles vertrouwt
ze, alles hoopt ze, alles verduurt ze.
Dat herkennen we ook in Jezus'
manier van leven. In Zijn manier van omgaan met mensen.
Die verwacht Hij
ook van ons, wanneer we Christen
willen zijn, Hem willen volgen…
Dat is niet eenvoudig,
maar wanneer dit voor ons een manier
van leven wordt, en wanneer we het ernstig
willen proberen, niet als een opgave
om te doen, een zware last, maar als een grondhouding,
waarbij de ander er toe doet, dàn
kunnen wij Jezus werkelijk volgen,
en dan zijn wij allemaal, mét onze
gebreken, welkom aan Zijn tafel.
God is gastvrij… als wij net zó gastvrij zijn.
Wij hebben een nieuwe manier van denken nodig, als Christen, en als
mensen in de Europese crisis.
Een onmogelijke opgave? Dat denken we
te snel. Dat
dachten de leerlingen ook.
Maar Jezus antwoordde: “Bij mensen onmogelijk,
maar niet bij God, want alles
is mogelijk bij God!”
En daar mogen wij ons aan
vasthouden.
God
verandert mensen.
God hééft
ons vrijgesproken. Vrij,
om Zijn geboden te houden.
In de Geest
van Jezus. Zij
zal ons helpen.
Zeker
weten.
In het Hebreeuws is dat: Amen
Muziek
Alles wat wij hebben, hebben wij van God gekregen, om door te geven,
om met velen te delen en er
zo van te genieten.
Ook nu en hier kunnen we gestalte geven aan dat delen:
in de collecte voor Kerk in Actie / Werelddiaconaat, de 2e
collecte is voor de eigen
gemeente...
Collecte
Gebed over de gaven
Lieve God, wilt U alstublieft zegenen wat we hier bijeen hebben gebracht,
zodat het is tot eer van Uw Naam,
en zodat het Uw gemeente wereldwijd ten goede komt.
Laat het een offer zijn, dat onze dankbaarheid en liefde uitdrukt,
door Jezus Christus, onze Heer. Amen
Credo (staande)
Wij belijden ons geloof samen met de eerste getuigen van Jezus Christus:
Met Johannes de Doper:
Zie hier het lam Gods dat de zonden der wereld wegdraagt...
Met Andreas: We hebben de Messias gevonden...
Met Nathanael: Meester, U bent
de Zoon van God, de koning van Israël...
Met de Samaritanen: Wij weten dat Hij werkelijk de redder der wereld is...
Met Petrus: U bent de Christus, de Zoon van de levende God....
Met Martha: U bent de Christus, de Zoon van God, die in de wereld komt...
Met Thomas: Mijn Heer en Mijn God....
Amen.
Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Lieve God, wij danken U voor Uw liefde,
voor Uw trouw, voor Uw geloof in ons, dat zoveel groter is dan ons eigen geloof
in onze mogelijkheden. Wij bidden U om de gaven van Uw Heilige Geest, dat Zij
ons leert om groter te denken dan ons kleine hart aandurft. Om lief te hebben
met Uw liefde, om naar de naaste te kijken met Uw
ogen, en om even gul voor hem en haar te zijn, als U voor ons bent geweest…
Lieve God, wij danken U voor de
vrede en veiligheid waarin wij mochten opgroeien, waarin we onze kinderen mogen
zien leven, en wij bidden U voor al die oorlogsgebieden, voor al die
slachtoffers van menselijke hebzucht en angst, fanatisme, verharde harten en
gesloten vuisten. Wij bidden U voor Malana en haar klasgenootjes, voor alle
kinderen die moeten missen wat de onze kindsoldaten, voor Syrië, waar elke
uitkomst van het conflict een verkeerde lijkt te zijn, wij bidden U voor Uw
Christenen, wereldwijd, waar ze ook maar vervolgd worden… in diepe
dankbaarheid dat wij nog vrij zijn om Uw Naam te loven en Uw goedheid te delen.
Help ons dan om dat ook te doen!
Lieve God, wij danken U voor Uw
Zoon, voor Uw eniggeboren liefde die mens werd. Voor Uw genade en gastvrijheid.
Help ons om te worden als Hij.
Amen…
Heilig
Avondmaal (doet Ton)
Voorganger zingt alternerend met gemeente:
V: Geloofd
zijt Gij, HEER, die de eerste zijt en de laatste.
Gij hebt uw volk bezocht en verlost
om zonder vrees U te dienen, met ontferming zijt Gij bewogen.
Gij hebt naar ons omgezien en richt onze voeten op de weg van de vrede. Gij zult
altijd met ons zijn tot het einde der dagen.
Doe ons delen in uw beloften,
HEER onze God,
door Jezus Christus, uw Zoon,
die in de nacht toen Hij werd overgeleverd, het brood nam,
dankte, het brak en aan Zijn discipelen gaf, zeggende:
Neemt en eet, dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt;
doet dit tot mijn gedachtenis.
Evenzo nam Hij de beker na de maaltijd, dankte, gaf hun
die en zeide:
Neemt en drinkt allen daaruit, want deze beker is het nieuwe verbond in
Mijn bloed, dat voor u vergoten wordt tot vergeving van zonden; doet dit, zo
dikwijls ge die drinkt, tot Mijn gedachtenis.
Daarom, o HEER, onze God,
bidden wij U:
Zend over ons uw Geest, die
levend maakt,
bewaar ons bij uw Woord en vermenigvuldig
de vrucht der gerechtigheid in ons
midden,
zodat uw lieve aarde bewoond wordt in vrede en vreugde,
vandaag en alle dagen en tot in
eeuwigheid. Amen.
Onze Vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd.
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
Gij, Opgang uit de hoogte, zie naar ons om
en vervul ons met uw heilige Geest,
zodat wij U dienen in heiligheid en gerechtigheid
en uitgaan voor uw aangezicht, al onze dagen,
om uw wegen te bereiden.
Door de Zoon van David,
Jezus Christus, onze Heer.
Amen.
Vredegroet
Uitdeling
De vrede van God, die alle verstand te boven
gaat, wil Uw harten en gedachten bewaren in Christus Jezus onze Heer.
Gezang 481: 1 –
3 = Lied 838
Zegen:
Moge de HEER u zegenen en u beschermen,
moge de HEER het licht van Zijn gelaat
over u doen schijnen en u genadig zijn,
moge de HEER u Zijn gelaat toewenden
en u vrede geven.
Gemeente: Amen.
vers 4
Toen was er
koffiedrinken bij Anne en Anton, en daar bleef het niet bij... :-)