Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag 18 na Trinitatis 8 october 2023 in de Lutherse kerk te Utrecht-Zeist, locatie Utrecht.  


Ambtsdrager en Voorzanger: Martijn Smit
Lector: John van der Laan
Organist: Diederik Blankesteijn
Koster: Willie van der Merwe
  kleur: groen

Voorbereiding

Stilte

voorspel 
Nicholas de Grigny, Dialogue sur les grands jeux (sluit aan bij de melodie van het ingangslied.)


Fijn dat u er bent, welkom, en ook alle mensen die nu of later meevieren via internet.

Ingangslied: Sytze de Vries Tegen het Donker 56: 1V,4g,7V,8a



Dit is het uur, de dag begint
op vleugels van een nieuwe wind.
De grenzen hebben afgedaan,
nu zullen wij elkaar verstaan.

Een oude droom, een nieuw gezicht:
een wereld die wordt opgericht
en door een nieuwe wind geschoond
tot vrijplaats waar de liefde woont.

Dit is de dag dat groot en klein
bezield van Geest en leven zijn.
De liefde wordt een lopend vuur.
Dit is de dag, dit is het uur!


Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.      
Amen

Onze Hulp is in de Naam van de Heer   
die hemel en aarde gemaakt heeft,
die trouw houdt tot in eeuwigheid
en niet loslaat het werk van Zijn handen.

Gebed van toenadering.
Heer, ons Licht en ons Heil,
bij U leggen wij neer wat ons bezwaart,
al wat ons bezwaart aan de wereld om ons heen,
en al wat ons bezwaart in ons eigen hart,
ons eigen doen en laten.
Vergeef ons in Uw genade alles wat niet past.
Al wat niet past bij U, onze Schepper,
en al wat niet past bij ons als Uw schepping,
als Uw kinderen.
Vergeef ons al wat wij mis-deden,
opdat wij weer in vrede leven.   
Amen.

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Introïtus
Antifoon  Voorzang 


Psalm: V: Ps. 122: 1,2,6-7
Verheugd was ik toen men mij zei:
‘Wij gaan naar het huis van de HEER.’
En nu staan onze voeten
binnen je poorten, Jeruzalem.
Vraag om vrede voor Jeruzalem:
‘Dat rust hebben wie van je houden,
dat vrede heerst binnen je muren
en rust in je vesting.’…
Ja, Heer, geef vrede!!!!

Allen herhalen de antifoon…

Kyrië en Gloria

Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld, - die is groot –
niet alleen het klimaat, de oorlog in Oekraïne, maar nu, 50 jaar na de Jom Kippoer-oorlog de oorlog die gisteren is ingezet, ook weer op een religieuze feestdag, tussen de Palestijnse gebieden en Israël, en de aardbevingen in Afghanistan, om maar iets te noemen dat ons bezig houdt,
maar laten wij dan toch ook Zijn Naam prijzen,
omdat we weten dat er aan Zijn barmhartigheid geen einde komt!
 

Dienst van het Woord
 

Zondagsgebed
Eeuwige, wees ons ook nu, juist nu, genadig, en open onze ogen voor Uw barmhartigheid, zodat wij in vertrouwen onze levensweg mogen gaan in de Geest van Jezus onze Heer, die met U en Uw Geest leeft en regeert, nu en tot in eeuwigheid.
Amen

Lezing Eerste Testament: Jesaja 5: 1 - 7
Het is een lied dat zingt van Gods liefde voor Israël, voor het land en voor het volk. Dat is het eerste couplet. De eerste stem. Maar als het loflied eindigt in een klacht, neemt een andere stem het lied over, en dan wordt de toon eerder grimmig. Als laatste krijg je een derde stem, of is het de eerste? Een stem die commentaar geeft, en uitleg…  Luister maar…
1. "Laat mij eens zingen van mijn liefste, een lied van mijn lief, en van zijn wijngaard.... 
Een
wijngaard heeft er mijn liefste, op een helling, de vruchtbaarheid zèlve...
2. Uit groef hij die, en de stenen: hij smeet ze er uit,
en hij heeft hem
beplant met prima wijn.
Ja, hij bouwde een wachttoren, er mídden in, en ook hieuw hij een wijnpers daar in uit.


En hij wachtte vol vertrouwen tot die (wijngaard) volle druiventrossen gaf - maar… stinkende druiven waren het die hij gaf!" …………

3. "Nu dan,
inwoner van Jeruzalem, en man van Juda, spreek toch recht tussen Mij en Mijn wijngaard!
4. Wat valt er nog te doen aan
Mijn wijngaard,
dat Ik er nog niet aan heb gedaan?      
Op wat voor grond ben
Ik er van uitgegaan dat hij volle trossen zou geven, terwijl hij stínkende druiven gaf?" '???' ………
5. "Nu dan, nu wil Ik jullie eens laten horen wat Ik met Mijn wijngaard doe: wéghalen z’n heg,
zodat hij er aan kapot gaat! afbreken z’n muur, zodat hij onder de voet wordt gelopen!
6.
Rampzalig zal Ik ‘m maken...    
Er wordt niet meer
gesnoeid, er wordt niet meer geharkt, zodat doren en distel ópschieten zal,    
en de donkere wolken zal ik verbieden er regen op te laten stromen....."

7. ‘Waarachtig: een
wijngaard van de Aanwezige, de Vervaarlijke, (is) het huis van Israël,
en de mens uit Juda: Zijn lievelingsplantage.....

En
Hij wachtte vol vertrouwen op recht,
maar zie:
bloedig ónrecht, op gerechtigheid, maar zie: hulp-gekrijt!’

Tot hier het lied van de Wijngaard.
 
Ja, wij hadden liever een ander verhaal gehoord, iets over liefde, trouw en vergeving…  
Maar velen zullen juist nu spreken over bloedig onrecht en een schreeuw om hulp. Onze oudere broeder heeft bloed aan de handen, maar wijzelf komen er de laatste jaren steeds meer achter dat ons verleden ook verre van onbezoedeld is.
Laten we toch maar gaan zingen, omdat we in ons hart wéten van trouw en vergeving…


Lied 851: V 1-2, G 3, 6, V 7-8, G 9-10

Epistel: Filippi 2: 14-18
Paulus, die nu niet bij de gemeente kan zijn, vraagt hen (ons) eensgezind te blijven, en schrijft: ‘Geliefde broeders en zusters, u bent altijd gehoorzaam geweest toen ik bij u was. Wees het des te meer nu ik niet bij u ben’.  Dan gaat hij verder:

14 Doe alles zonder gemopper en zonder onenigheid,
15 zodat jullie niet de fout in gaan, en zodat jullie niets verweten kan worden, (wees) perfecte kinderen van God, midden tussen een verdorven en afgedwaalde generatie, waartussen jullie schijnen als heldere lichten in de kosmos,
16 (als mensen) die een levenswoord hebben, (mensen) waarover ik kan opscheppen op de dag van Christus’ (komst), omdat ik niet voor niets zo hard heb gewerkt, en niet voor niets heb gesloofd.
17 Maar (zelfs) als (mijn leven) vergoten wordt als een offer bovenop het offer dat jullie brengen in de dienst (lett.: de liturgie) van jullie geloof, verheug ik me, ja, dan verheug ik me samen met jullie allen. 
18 Verheugen jullie je op dezelfde manier, en
verheugen jullie je (ook) samen met mij. 

Dit voorschrift is in liefde gebaseerd op de Wet van Godzelf, en die Wet delen we met elkaar bij het zingen (en doen) van Lied: 320: V1, A2-4

Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Mattheüs 21:33 – 43 
Allen gaan staan

Psalmwoord: 
Voorzang en daarna gemeente.

Voorzang: Loof de Heer, want Hij is goed, bezing Zijn Naam, zo lieflijk van klank
Allen:



Lezing van het Evangelie: Mattheüs 21:33 – 43

Even vooraf een weetje: Als in Israël mensen land hadden gepacht, en daarop al jaren hadden gewerkt, zweet en bloed hadden geïnvesteerd, en de eigenaar overleed, en als er geen erfgenaam was, dan hadden die pachters recht op de grond, zodat het resultaat van hun werk niet door een vreemde werd ‘ingepikt’ als die het land zou kopen… maar het was natuurlijk onrecht, als dat via moord zou gebeuren.)
Terug naar Jezus in Jeruzalem.

Het is in de laatste week van Zijn leven op aarde.
Jezus wordt aangevallen op Zijn doen en laten.
Waar haalt Hij de bevoegdheid vandaan?     
Hij antwoordt
niet direct, maar via gelijkenissen.
De zoon die ja zegt en nee doet, en andersom.
Zo doet Hij de wil van Zijn Vader. En daar gaat het om!


33  Luister naar een andere gelijkenis.(Zegt Jezus.)    
Er was eens een landeigenaar die een wijngaard aanlegde en hem omheinde. Hij groef er een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren.
Toen verpachtte hij hem aan wijnbouwers en ging op reis.
34  Tegen de tijd van de druivenoogst stuurde hij zijn knechten naar de wijnbouwers om zijn vruchten in ontvangst te nemen. (Dat was de pachtprijs.)
35  Maar de wijnbouwers grepen de knechten,
ze mishandelden er een, doodden een ander en stenigden een derde.
36  Daarna stuurde de landheer andere knechten, een grotere groep dan eerst, maar met hen deden ze hetzelfde.
37  Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe, met de gedachte: Voor mijn zoon zullen ze wel ontzag hebben.
38  Toen de wijnbouwers de zoon zagen, zeiden ze onder elkaar: ‘Dat is de erfgenaam! Kom op, laten we hem doden en zó zijn erfenis opstrijken!’
39  en ze grepen hem vàst, gooiden hem de wijngaard uit en doodden hem.
40  Wanneer nu de eigenaar van de wijngaard komt, wat moet hij dan met die wijnbouwers doen?’

41  Ze antwoordden: ‘De onmensen! Laat hij ze op een mensonwaardige manier ombrengen en de wijngaard verpachten aan andere wijnbouwers, die de vruchten wél aan hem afdragen wanneer het daar de tijd voor is.’

42  Daarop zei Jezus tegen hen:   
‘Hebt u dit nooit in de Schriften gelezen:
“De steen die de bouwers afkeurden
is de hoeksteen geworden.
Dankzij de Heer is dit gebeurd,
wonderbaarlijk is het om te zien.”

43  Daarom zeg Ik u: het koninkrijk van God zal u worden ontnomen, en gegeven worden aan een volk dat het wel vrucht laat dragen.
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!


Credo
In antwoord op Gods woord willen wij ons geloof belijden door samen te zeggen:

Ik geloof in God,
       die wilde dat de wereld goed was,
       die mensen en dieren maakte,
       planten en bomen,
       vogels en vissen,   
en er van hield.

Ik geloof in God,
       die als een vader zorgen wil,
       die als een moeder ons omringt.

Ik geloof in Jezus -
       in wie Gods Liefde mens werd,
               om ons lot te delen
               ons leven, onze dood,
       die dwars door alles heen
       vast hield aan Zijn Vader -
en angst en dood overwon -
stervend aan het kruis.

Hij ging door de hel,
maar stond óp tot nieuw leven:
       de derde dag.

Ik geloof in de Geest
die Jezus ons zond,
       om ons dichter dan ooit
       bij God te doen zijn.
       Zij bidt en zingt en dankt in ons;
       geeft ons nieuw leven,
in eeuwigheid.

Daarom durven wij geloven
in goedheid, gerechtigheid, trouw....
... in Liefde en toekomst
zelfs voorbij de dood....
... in een kerk, waar mensen zijn
       als één lichaam, dat bestuurd wordt
               door Jezus, ons Hoofd....
... in één doop, die mensen nieuw maakt...
... in vergeving, in genade en hoop -
voor gewone mensen zoals wij.
Amen.

Preek

Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve gemeente, beminde planting van onze Vader in de hemel, tuin in Zijn Schepping

Als Jezus Zijn parabel vertelt, waarin Hij Gods
koningschap vergelijkt met aardse situaties, zoals bij al Zijn gelijkenissen, dan hebben de meeste mensen om Hem heen niets in de gaten.
Ze reageren spontaan op het verhaal, want ze kunnen zich de situatie wel voorstellen.
Ook in Jeruzalem wonen rijke buitenlanders, (sommigen behoren tot de bezetters); buitelanders die ergens anders land hebben waar slaven werken die goed geld opbrengen, en waarvan de eigenaars een lekker leventje leiden.
En ja, de afwezige landeigenaar kennen ze in eigen land en volk ook: mensen die hun land verpachten, en zelf elders van de opbrengst leven.
In de grote stad, bijvoorbeeld.
En dan kàn er natuurlijk wel eens iets mis gaan. Begrijpelijk. Enthousiast leven ze zich in, en geven ze commentaar: ‘Onmensen! Ze moeten op een onmenselijke manier aan hun einde komen!!!’

Wel, wij weten dat de meest onmenselijke manier waarop iemand in die tijd aan zijn einde kan komen, de kruisdood is.
Zonder dat het woord valt, wordt hier al vooruit gegrepen op de gebeurtenissen die de Zoon van God binnenkort te wachten staan.
Jezus wéét wat Zijn bestemming is.

Hij vertelt dit verhaal als antwoord op de vraag van de plaatselijke ‘Synodale Commissie’ of Hij wel bevoegd is om de Schriften uit te leggen en commentaar te leveren op de kerkelijke overheid.
Zijn antwoord is: Ik doe de wil van Mijn Vader, (en jullie niet).
Déze mensen zien wel degelijk dat Jezus het bekende Lied van de Wijngaard uit Jesaja aanhaalt en op hèn terug laat slaan     Ze zijn laaiend!
Hiermee heeft Hij nóg eens Zijn doodvonnis getekend.
Ze willen niets liever dan Hem de Wijngaard (lees: Jeruzalem en het Heilige land) uitgooien en
doden, maar ze wachten op een goede gelegenheid.
Er moet een legale aanleiding zijn, waarmee ze zich kunnen
rechtvaardigen.
Allereerst naar de Romeinse bezetting toe, want die vrezen ze zo te zien meer dan de Almachtige, geprezen zij Zijn Naam. Natuurlijk gelóven ze ook niet dat Jezus de Zoon van de Allerhoogste
is!
Ze dagen Hem juist uit om Zijn pretenties waar te maken! Leuk, die wonderen, maar… ook eng en ongrijpbaar. Liever
geen gedoe, net nu Jeruzalem vol is met pelgrims die komen voor het Paasfeest! Je weet nooit of Pilatus de gelegenheid aangrijpt om de bezetting van Jeruzalem te verzwaren, of om hen te ontslaan.  Aan ingrijpen door de Heilige denken ze maar niet. Ze doen dit toch voor Hem!!!

Ik stap even over naar het heden.
Deze week was het Sukkot in Israël. Loofhuttenfeest. Dit feest gedenkt de bevrijding uit Egypte en de woestijnreis daarna, waarbij ze in tenten woonden, maar viert ook de inzameling van de laatste (herfst)oogst. Men woont tijdens het feest in hutjes, of bouwsels met een dak van takken, zich bewust van de kwetsbaarheid van het bestaan, en er zijn voor elke dag aparte gebruiken, zoals bijv.:. het ‘hefoffer’, waarbij vruchten en takken op en neer bewogen worden, als
lof aan de Schepper. Het is wel heel heftig, dat juist gisteren die kwetsbaarheid van het bestaan is onderstreept door het uitbreken van een nieuwe oorlog, als antwoord op de agressieve manier waarop een groep Joden, met overheidsbescherming, is gaan bidden in de Al-Aqsa-moskee, op de plek waar vroeger de tempel stond, die door de Romeinen met de grond gelijk was gemaakt.
Een plek die ook voor Moslims heilig is.
Officieel is dat de aanleiding voor deze inval, maar gezien de schaal waarop het gebeurde, was dit zeker allang voorbereid!
Terug naar de lezing. Tegelijk is het loofhuttenfeest verbonden met de het geschenk van de Wet. Van Gods Woord.
Gisteren las men in de Synagoge de laatste lezing van het Eerste Testament, en vandaag, 8 october, begint de doorgaande lezing opnieuw. ‘De aarde was woest en ledig, maar Gods woord brengt licht en leven’. Vreugde der Wet! Simchat Torah!

Deze week waren er in Jeruzalem veel pelgrims, Joden, én Christenen. De Ultra-Orthodoxe Joden maken er een sport van om naar Christenen te spugen, vooral als die ook nog eens een kruis ronddragen. Maar afgelopen
woensdag drongen er enthousiastelingen op de ‘Via Dolorosa’ een klooster binnen waar de eerste staties van ‘s Heren kruisweg worden herdacht, en ze vernielden er het beeld van de geseling.
Zo komt de Evangelielezing van vandaag weer heel dichtbij!

Mensen die in hun behoefte de Schepper te eren, geen ruimte geven aan andere schepselen dan aan mensen die het zelfde denken, of dezelfde leer aan hangen, als zij zelf.
Zij leven met een zeer veeleisende God, die van alles van hen verwacht.
En als je maar volgens het boekje leeft, dan zit je wel goed. Ze zijn partners in een Verbond.
Een verbond dat met bloed van offerdieren is bekrachtigd
Maar Jezus komt met een àndere visie op de Heilige in de
Hemel. Hij spreekt van genade, niet van recht. Hij zegt niet, dat je, als je je nu maar aan alle regels houdt, exclusief recht hebt op een goed bestaan in eeuwigheid, of tenminste in dit land
In dit beloofde land.
Mensen die echt nadenken, beseffen dat het heel moeilijk is om oprecht altijd met heel je hart en verstand gericht te zijn op de Ene, daarBoven.
Weinigen lukt dat… Die eerste steen gooien, daar komen we niet aan toe, als we eerlijk zijn.

Ook leven met goede bedoelingen kan pijn doen.
Er hangt een prijskaartje aan.
Jezus heeft die prijs voor ons betaald.

Maar dat betekent niet dat het hier en nu meteen een luilekkerland is. Er is nog altijd ziekte en onrecht, oorlog en verdriet, vervolging om je geloof, je afkomst, je liefhebben

Het leven is niet eerlijk. In elk geval: nóg niet!

Daar wisten de leerlingen en volgelingen van Jezus in Filippi alles van – ze werden vervolgd om hun geloof! Ze wisten dat Jezus was opgestaan, ook toen ging het leven door, en leefden zij tussen mensen die niets van hen wilden weten. Die ook niets wilden weten van hun Goede Boodschap, van het Evangelie.

Paulus verwacht, als hij een brief schrijft aan de gemeente daar, dat er een wonder moet gebeuren als hij het er levend afbrengt.
Maar dat deert hem niet, het maakt hem niet bang.
Als hij moet sterven om het geloof, kan hij zich alleen maar blij en sterk voelen, omdat hij dan het lot van zijn Heer deelt. Hij ziet het als een onverdiende
eer. Hij is er zeker van, dat hij dan ook zal opstaan, tot een beter bestaan, net als Jezus!
En zo bemoedigt hij de gemeente in Filippi: hun (en onze) dienst aan God is niet gelegen in de zondagse liturgie, maar bestaat uit leven als volgelingen van Jezus, is elke dag leven in vriendelijkheid en dienstbaarheid, is een licht zijn in het leven van anderen.
Misschien zijn wij geen kosmisch licht dat over heel de wereld uitstraalt, maar we kunnen op kleine schaal wel de wereld direct om ons heen verlichten, met kleine
liefdedaden, met aandacht en zorg, met gebeden, waarin we anderen en hun pijn en verdriet bij de Heer brengen.

Vandaag vraag ik u om een kleine toevoeging uit te spreken, én te menen, aan het Onze Vader:
Uw wil geschiede,
op aarde zoals in de hemel,
en ook door ons.
Want de
Heer zal ons recht doen, zal ons vergeven, zoals wij anderen hebben vergeven. Als we Zijn wil doen.
Dán brengen we
goede vruchten voort in Gods Wijngaard. Ieder op onze eigen én op Zijn manier.
Dan zijn we mensen die de wereld iets te bieden hebben!
In de
Geest van Jezus ontvangen we kracht en wijsheid en moed, als we er om vragen.
En dat mogen we, elke dag.
Dat is
genade.
Op die genade mogen we hopen en rekenen.
Om Jezus’ wil.
Amen

Muziek Matthias Weckmann, Toccata vel praeludium primi toni

Dienst van Gaven en Gebeden

Afkondigingen


Alles wat wij hebben, hebben wij van God gekregen, om  door  te geven, om te delen met velen,
     en er zo dubbel van te genieten.

Ook nu en hier kunnen we gestalte geven aan dat delen:   in de
collecte.
De eerste collecte is voor: het werk van de eigen gemeente.
De tweede voor: de Stichting Juconi (= Juntos con (los) niños, Spaans voor: Samen met (de) kinderen.) Het gaat om samenwerking voor een betere toekomst voor straat- en zwerfkinderen.
Zie
www.juconi.nl  
Na het gebed over de gaven zingen wij: lied 993

Collecte
Tijdens de collecte: 'Bald zur rechten' uit BWV 96.
Dat komt uit een cantate voor deze zondag.

Bald zur Rechten, bald zur Linken

Zomaar naar links, zomaar naar rechts

Lenkte sich mein verirrter Schritt.

wijken mijn dwalende stappen af.

Gehe doch, mein Heiland, mit,

Ga dan, mijn Heiland, met mij mee,

Laß mich in Gefahr nicht sinken,

Laat mij niet zakken in gevaar.

Laß mich ja dein weises Führen

Laat mij sporen met Uw wijze leiding

Bis zur Himmelspforte spüren!

tot aan de de hemelpoort.

                              Vertaling: Leo de Leeuw

Gebed over de gaven

Lieve God, wilt U alstublieft zegenen wat we hier bij elkaar hebben gebracht, zodat het is tot eer van Uw naam, en zodat het Uw gemeente wereldwijd ten goede komt.
Laat het een offer zijn, dat onze dankbaarheid en liefde uitdrukt, door Jezus Christus, onze Heer.  Amen

Lied 993 v 1-2 g 3-5  v 6 A 7

Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Grote God, Heer van de Hemelse legermachten,
wij danken U voor deze aarde, waar U ons een plaats hebt gegeven, een tuin waarin U de mens hebt geplant, om in harmonie met heel Uw schepping te leven. In vrede met U en elkaar.
Met schrik komen we bij U, want van Uw Wijngaard is niets moois overgebleven. We denken aan het beloofde land, waar toch ook altijd ruimte moest wezen voor wezen en weduwen, voor vreemdelingen en kwetsbare mensen, maar dat vaak zo onherbergzaam was, en nu heftig onder vuur ligt. We denken ook aan Oekraïne, dat vruchtbare land, dat letterlijk bezaaid is met bommen en granaten, aan Soedan en bijna heel Afrika, en ach, het lijkt wel alsof half de wereld in brand staat of op de vlucht is. IJs smelt, de zee stijgt. De natuur verhit.
We hebben het gevoel dat de problemen ons boven het hoofd gaan, dat we er in omkomen.
Tegelijk leven we hier in redelijke rust en vrede, waar we heel erg dankbaar voor zijn, het spreekt niet meer vanzelf voor ons.
Heer, wij leggen het in Uw handen, en wij bidden U: Heer, ontferm U!

Trouwe God, die het werk van Uw handen niet verloren wil laten gaan…
Wij danken U om Uw goedheid, en om Uw Zoon, die U hebt gezonden om de negatieve krachten in ons midden, en in ons leven, een halt toe te roepen voor altijd. Wij hebben Zijn Licht in ons midden vaak niet willen zien, maar het duister heeft Hem, zelfs in de dood niet kunnen overwinnen.
Hij leeft! Dat geeft ons moed. Daarom brengen we onze problemen bij U, en ook de slachtoffers van oorlog en geweld, van ziekte en jalousie, van verkeer en natuur, van de aardbevingen nu in Afghanistan en eerder in Turkijen en Syrië en Marokko…
U kent ze allemaal.
Voor onze zieken bidden wij, voor Gerrit en voor degenen die genoemd zijn in het gebedsboek van de kerk!
We danken U dat John weer in ons midden is, als is hij nog erg wankel, en we bidden voor hem om herstel van krachten. Wij bidden ook voor alle mensen in de zorg, artsen, verplegenden, mensen die in zorg én mantelzorg U en de naasten dienen.
Ook bidden we U voor allen die in kerk én maatschappij een beslissende rol spelen. En voor ons zelf als wij op de weg, het water, in de lucht ons bewegen in Uw schepping, en daar invloed op hebben…
Heer, wij leggen het in Uw handen, en wij bidden U: Heer, ontferm U!

In de stilte van dit moment leggen wij U voor wat we niet onder woorden hebben gebracht. Laat Uw Geest in onze harten lezen, en onze zorgen en vragen bij U brengen, Hemelse Vader, en Uw antwoorden in onze harten leggen.
………
Heer, wij leggen het in Uw handen, en wij bidden U: Heer, ontferm U!

Om Jezus’ wil zeggen wij:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd,
Uw Rijk kome,
Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel,
en ook door ons.
Geef ons heden ons dagelijks brood,
En vergeef ons onze schulden,
Zoals wij aan anderen hun schuld vergeven;
En leid ons niet in verzoeking,
Maar verlos ons van het kwade
!


Slotlied
Lied 793

Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’ lied 425

Zegen:
Dat onze tong woorden van liefde zal spreken,
dat onze handen daden van warmte uitstralen,
dat onze ogen schitteren van licht,
dat onze oren gespitst zijn op signalen van gerechtigheid
dat onze voeten zullen gaan op de weg van de vrede
daartoe zegene ons de God van Mozes, Elia en Jezus:  

De Heer zegene u en Hij behoede u,
De Heer doe Zijn Aangezicht over u lichten en zij u genadig,      
De Heer verheffe Zijn Aangezicht over u en geve u vrede.
Amen.

lied 425 Vervuld van Uw zegen gaan wij onze wegen…

Orgelmuziek: Nicholas de Grigny, Duo