Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag 23-10-2011 in de Lutherse kerk te Zeist
Organist: D.Andel.

Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen

Onze Hulp is in de Naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Voor Hem belijden wij onze tekortkomingen…

Confiteor:
Wij belijden voor de Almachtige God,
dat wij gezondigd hebben,
gezondigd, in gedachten, woorden en daden…

Het is onze schuld, onze eigen grote schuld.

Daarom vragen wij God, de Almachtige,
de Barmhartige, Zich over ons te ontfermen,
ons al onze zonden te vergeven en ons te bevrijden van alles wat verkeerd is.
Amen

De Almachtige  God schenke ons Zijn genade!
Amen!

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Ons introïtuslied is psalm 136: 1, 12, 13 


Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld, - die is groot - er zijn oorlogen, overstromingen en vervolgingen die mensen bedreigen - 
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde komt!



Zondagsgebed:
Heer, die de hemelen hebt gevormd,
de aarde geschapen,
die het leven hebt gegeven aan plant en mens en dier, U loven wij, en wij danken U om Uw goedheid.
Wees hier aanwezig met Uw Geest en Haar gaven door Jezus Christus onze Heer.
Amen.

Lezing Oude Testament

Lezing Oude Testament: Deuteronomium 6: 1 - 9
Mozes vat nog eens samen, voor het volk het beloofde land in gaat, en voor hij het heft uit handen geeft, om te sterven, hoe het allemaal gekomen is.... Over de tien levensregels...
En hij gaat verder:

1. Wel, dit zijn het bevel, de taken en de inzettingen waarvan de Aanwezige, jullie God, opgedragen heeft dat jullie die moesten leren doen in het land waar jullie heen trekken om het in bezit te nemen.
2. Zodat je een heilig respect hebt voor de Aanwezige, je God, je al Zijn taken en bevelen die ikzelf (Mozes) jullie nu opdraag, in ere houden, jij en je kind en je kleinkind, heel je leven en zodat ook je leven verlengd wordt...
3. En, Israël, je zult gehoor geven, en je zult je best doen om je er aan te houden, dat zal je goed doen, en je zult erg talrijk worden, net zoals de Aanwezige, de God van je voorvaderen, je gezegd heeft: een land dat overvloeit van melk en honing.
4. Hoor, Israël, de Aanwezige, onze God, de Aanwezige, is (nummer) één, is uniek!
5. Dus zul je de Aanwezige, je God, liefhebben, van ganser harte, en met heel je wezen en met heel je inzet.
6. Al deze dingen, die ik jullie nu opdraag, zullen jullie ter harte gaan...

7. En je zult ze je kinderen met ijver en toewijding onderwijzen, en zult er over spreken als je thuis zit, en als je onderweg bent, als je gaat slapen en als je opstaat...
8. En je zult ze als een aandachtspunt op je hand binden, en ze zullen als een amulet tussen je ogen hangen,
9. en je zult ze kerven in de deurpost van je huis, en van je stadspoort....

Laten wij zingen: TussenTijds 91 Gij hebt met groot geduld Uw heerlijkheid onthuld...

 

Epistel: Hebreeën 12: 1 - 3
In het hoofdstuk hiervoor heeft Paulus uitputtend voorbeelden gegeven van mensen die ook in moeilijke omstandigheden door het geloof God aangenaam waren en het goede deden.
Hij gaat verder:
12: 1. Door zo'n wolk van getuigen omgeven moeten wij elke zondelast die ons hindert, van ons àfschudden, om vastberaden de wedstrijd te lopen waarvoor we hebben ingeschreven.
2. Kijk naar Jezus, de leidsman en voltooier van ons geloof. Omwille van de vreugde die voor Hem in het verschiet lag, heeft Hij een kruis op zich genomen en de schande niet geteld: nu zit Hij aan de rechterkant van Gods troon.
3. Denk aan Hem die zoveel tegenstand van zondaars te verduren had; dat zal u helpen om niet uit te vallen en de moed niet óp te geven.

Tot hiertoe de lezing.
Als je bedenkt wat God in Jezus voor ons heeft over gehad, dan zeg je mét de dichter van psalm 135:3:
Halleluja! Loof de Heer, want Hij is goed, bezing Zijn Naam, zo lieflijk van klank!
HALLELUJA!



Wij aanbidden Hem en vragen Hem om hulp als wij biddend zingen: 
Gezang 327: 1 en 2 = Lied 209


Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Mattheüs 22: 34 – 46 NB
Eerder in het hoofdstuk is er geprobeerd om de Heer Jezus via allerlei trucjes in de val te laten lopen, zodat men een reden had om Hem aan te klagen.
Maar Hij is ze te slim af!
34. Als de Farizeeërs horen dat Hij de Sadduceeërs tot zwijgen heeft gebracht stromen ze bij Hem samen;
35.  één uit hen, een wetgeleerde, stelt een
vraag
om
Hem op de proef te stellen:
36. 
'Leermeester, wat is in de Wet het grote gebod?'
37. 
Hij verklaart hem:
"'
liefhebben zul je de Heer, je God  
met heel je
hart en heel je ziel
en heel je
verstand’;
38.  dat is het grote en eerste gebod;
39.  het tweede, daaraan gelijk:       
liefhebben zul je je naaste als jezelf’;
40.  aan deze twee
geboden    
hangt heel de Wet én de
profeten!
41.  Nu de Farizeeërs samengestroomd zijn stelt
Jezus een vraag aan hén
42.  en zegt: "Wat denkt ú over de
Christus? –
wiens zoon is hij?"      
Ze zeggen tot Hem: 'van
David!'
43. 
Hij zegt tot hen: "Hoe kan het dan dat David -
door de Geest gedreven - hem ‘heer’ noemt,
als hij zegt
44.  ‘de
Heer zegt tot mijn heer:        
zetel aan Mijn rechterhand,     
totdat
Ik je vijanden heb gelegd onder je voeten’?
45.  Als
David hem dus ‘heer’ noemt,      
hóe is hij dan zijn zoon?

46.  Niemand is bij
machte geweest    
Hem een woord te antwoorden,       
en men durfde vanaf die dag  
Hem niet meer zo’n vraag te stellen.

Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!


Credo
: In antwoord op Gods Woord willen wij samen ons geloof belijden:
Wij geloven in God, de Vader,
Die de hele wereld  heeft geschapen,
Die alles in Christus verenigen zal.                            
Die wenst dat alle mensen samen leven
als broeders en zusters in een gezin.

Wij geloven in God de Zoon, die mens werd,
stierf....
en in triomf is opgestaan.
en daarbij heel de wereld heeft verzoend met God.

Hij heeft elke muur afgebroken die ergens scheiding brengt,
elke barrière van ras, cultuur of klasse,
om alle mensen om te vormen tot een lichaam...

Hij is verheven als heer, boven alles en allen.
De enige heer op elk terrein van ons leven.

Hij roept op:
Ieder mens apart  en de maatschappij,
de kerk en de staat,
  om zich te verzoenen,  een te zijn, en vrij..

Wij geloven in God de Geest,
    de garantie van Gods komend Koninkrijk,

Die ons kracht geeft
         om alle mensen lief te hebben en te dienen,
         om te ijveren voor recht en vrede,

         om te waarschuwen dat God oordeelt over mens en land,
         om heel de wereld op te roepen  
         Gods Heerschappij te aanvaarden...     
Hier en nu

Dit geloven wij     Amen




Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve vrienden van Jezus,
en vriendinnen natuurlijk....

Volgens de eminente godgeleerde Harry Kuitert komt al het spreken over Boven van beneden...

Daar heeft hij natuurlijk groot gelijk in... als je bedoelt dat het mensenlippen zijn, en mensentongen, die spreken over God - in onze wereld. Uitsluitend in onze wereld.

Want we weten niets, maar dan ook níets van het spreken over God in de wereld der muggen, in het lied van de vogels, in het geuren der planten...
Ook dààr wordt informatie uitgewisseld, op hun eigen specifieke manier, informatie die waarschijnlijk beperkt is tot hun eigen soort. Maar God hoort het!
Heel de schepping spreekt over God en over de dingen die bij God horen, op de eigen, unieke manier, die bij dat schepsel past, zoals elk schepsel ook een eigen, unieke band heeft, of kan hebben, met de Schepper.
Zo zoemen insecten, jubelen vogels, zingen en spreken mensen met hun eigen mogelijkheden...
En die zijn beperkt.
Dat is helemaal waar.

Maar dat betekent níet dat hetgeen de hooggeleerde Kuitert bedoelt ook waar is.
Inderdaad, veel van de dingen die we over God en de Goddelijke dingen zeggen en zingen  hebben we van horen zeggen. Dat komt van mensen.
Onze ouders, onze leraren hebben het ons voorgezongen, voorgezegd, voorgebeden, voorgeleefd.
En daar is niets mis mee.
Dat kan een betrouwbaar getuigenis zijn van een werkelijkheid die we zelf nog niet hebben ervaren. (Maar waar zij weet van hebben.)
Zo leert een kind, zo leren ook volwassenen, want je doet de hele dag in feite niet anders dan in goed vertrouwen aannemen wat je wordt verteld, en wat je leest en ziet. Zelfs als je kritisch nadenkt.
Als je álles moest natrekken, had je geen tijd over om te leven, of om van het leven te genieten.
Je leert, als je geluk hebt, ook al snel welke bronnen van informatie betrouwbaar zijn, en welke niet. Zo schiften je hersenen heel de dag allerlei gegevens, zonder dat je het zelf merkt.

Soms blijft het in een mensenleven bij dit geloven wat er is verteld, en wat er geschreven staat.
Omdat je de mensen die het je vertellen betrouwbaar acht, of omdat het past bij alle andere dingen die je leest, ervaart, meemaakt.
Veel velen is dit genoeg.
Anderen ervaren zelf dat er méér is.     

Zij ervaren Gods aanwezigheid in teksten, in de natuur, in hun hart. In de bliksem die inslaat in een boom zelfs, zoals broeder Maarten overkwam. Soms ook in een ragfijne stilte, zoals Elia heeft ervaren op de berg...
Soms klinkt een stem in de nacht, een stem in je hart, een stem in je oor...
En die zegt dan dingen die niet van hier beneden zijn. Dingen die je zo niet wist, niet weten kón...
Ook daar zijn veel getuigenissen van.

Trouwens, als Petrus tegen de Heer zegt: ‘Ú bent de Messias, de Christus’, dan zegt Jezus: dat heb je ook niet van jezelf! Vlees en bloed hebben je dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, die in de Hemel is!

We mogen het dus wel met de heer Kuitert eens zijn dat wij met mensenmonden mensengedachten over God uitspreken en uitzingen, maar de inhoud van die gedachten, het wezen van ons spreken en zingen kan zeer wel van Boven komen.
Van God in de Hemel, of van God, de Geest...
Daar kunnen wij rustig van uit gaan.

Nèt zo goed als wij mogen geloven dat God in de woestijn met Mozes sprak.
En wat Hij sprak was niet mis.
Dat waren levenswoorden.
Mits je je daaraan hield. Dàn zou je leven!

Op dit moment ben ik met mijn dagelijkse lezing bezig met Numeri, en daar is men nog met vallen en opstaan en veel telefoontjes naar de Aanwezige, bezig te ontdekken hoe je de tien leefregels in de dagelijkse practijk moet toepassen...
Dat is soms heel heftig!
Er is bijvoorbeeld een man, en die hebben ze betrapt op het sprokkelen van hout op de sabbat.
Wat moeten ze daar nu mee aan? Ze zitten er mee.

De mensen zetten die man zolang vast, en gaan dan naar Mozes, die het ook nog niet weet, en ermee naar de Heer gaat.
Deze is heel duidelijk: wie zich niet houdt aan de bevelen en de voorschriften, die kan niet meedoen. Die hoort er niet bij.
De man moet door heel het volk buiten het kamp gestenigd worden.
Daarmee is hij dus fysiek buiten de gemeenschap geplaatst, de mensen moeten hem ook zelf uitstoten, zelf tegen hem kiezen, en de man wordt gedood door hen allen samen.
Je weet met stenigen nooit wie de steen heeft gegooid die iemand heeft gedood.
Daarom kan hij ook niet door een gezagsdrager gedood worden, of iets dergelijks.
En als hij niet gedood zou worden, dan zou hij misschien dagen lang moeten rondzwerven in de woestijn, voordat hij zou bezwijken aan dorst en zonnesteek, of aan de kou van de nacht.
Het is dus niet zo wreed als het voor ons, in eerste instantie, lijkt.

Waarom vertel ik dit?
Omdat het ons duidelijk mag worden dat God het met de naleving van de leefregels bloedserieus meent. Die zijn er niet voor Zijn plezier, maar voor de bestwil van de mensen.
Wie zich niet houdt aan de leefregels brengt een samenleving in gevaar.  En ook al ziet de enkeling het belang van de regel niet, het is voor het volk, voor het geheel, van levensbelang dat iedereen zich aan de regels houdt.
Een klein voorbeeld: een zwerm spreeuwen, een school vissen bestaat  uit honderden, soms zelfs duizenden individuen, die allemaal moeten gehoorzamen aan een bepaald aantal regels: volg je voorganger, houd een zekere afstand tot degene die naast je vliegt of zwemt, en houd de zelfde snelheid aan als de rest. In feite gaat het er op de snelweg niet veel anders aan toe, bedenk ik me.
Stel dat een spreeuw opeens omkeert: dat wordt me een geweldig ongeluk in de lucht. Tientallen vogels zullen ten val komen. Op de snelweg kun je niets engers verwachten dan een spookrijder.
Houd je dus aan de leefregels, anders kan het leven van jezelf en van hen die je lief zijn gevaar lopen!

Geboden die leiden tot gewenst gedrag kunnen nuttig en goed zijn, zeker als ze van Boven komen.
Want dan zijn ze goed voor je...
God heeft niet Zijn, maar ons aller belang op het oog, zoals ik net zei.
Daarom moet het volk de voorschriften en de bevelen en de wetten ook van haver tot gort kènnen, zodat ze in je hersenen gegrift zitten, en het heilig respect voor de Aanwezige blijkt in het doen van wat goed is voor de anderen, — en daarmee ook voor jezelf,— omdat je God er een plezier mee doet. Je zult gehoor geven, je best doen om je er aan te houden, en dàt zal je goed doen...
Het beloofde land is dan het gevolg...
Nu volgt de kern van de bijbel: Luister, Israël!
Sjema Jisraeel, Adonai Elohenoe, Adonai ECHAD.
Hét credo van iedere vrome Jood.
Daarmee op de lippen wil hij sterven.
Hoor Israël, de Aanwezige (is) onze God, de Aanwezige is nummer Een, Hij is uniek.
En dús zul je de Aanwezige, je God, liefhebben, van ganser harte, en met heel je wezen en met heel je inzet.
Dat spreekt vanzelf, als je er goed over nadenkt.

Dat is geen gebod, geen voorschrift, maar het is een natuurlijk gevolg van deze openbaring, van dit getuigenis.
En dan kun je er niet omheen...
Dan moet en dan mag je jezelf daar elk moment van je leven aan herinneren. Tot in je kleding toe.
Omdat je aandacht voor God niet moet verslappen
Velen van ons dragen toch ook een kruisje om de hals of in de borstzak...

Jezus laat de schriftgeleerden van zijn tijd, de Kuiterts en andere grote namen, zien dat hun spreken over God níet altijd van Boven komt.
Ze kunnen het wel eens mis hebben.
Zeker wanneer ze Hem niet erkennen als de Christus, als de langverwachte Messias.
En Hij brengt een variatie aan op het grote gebod, doordat Hij het combineert met een gebod dat elders in de bijbel voorkomt...
Hij zegt:
het tweede gebod, daaraan gelijk is:    
liefhebben zul je je naaste als jezelf’;
Aan deze twee
geboden hangt heel de Wet én de profeten!
Met andere woorden: daarop zijn ze gebaseerd.

Liefde is dus de basis van het bestaan, de grondwet van het leven. Dat leert Jezus ons.

Liefde voor God, die je Schepper is, liefde voor de mens, die Zijn schepsel is, dus ook voor jezelf!
Godzelf houdt van jou, van U persoonlijk, dus wees niet zo eigenwijs om te zeggen: ik ben niet de moeite waard om van te houden!
En
bovendien: als je niet geleerd hebt om van jezelf te houden, hoe zou je dan van je naaste kunnen houden, als medeschepsel, gelijkwaardig en even beminnenswaardig?
Als we dat niet zo kunnen voelen, dan moeten we maar leren te
geloven dat het zo is.
Omdat
God het zegt.
En omdat er een
wolk van getuigen is, die het ons voor hebben geleefd. Van Abraham tot Jezus, en van Petrus en Paulus tot onze eigen vaders en moeders. Zo zijn wijzelf ook geroepen om in ons dagelijks leven te getuigen van ons geloof, door te leven in liefde.
J

Ja hoor eens, dat is allemaal goed en wel, maar dat valt in de practijk niet mee.
Er is zoveel dat op je afkomt.
Het leven
overspoelt je. Iedere dag is overvol!
Het
lukt ons niet. Het is te zwaar...

En wat schrijft Paulus aan U en mij?
'Door zo'n wolk van getuigen omgeven moeten wij elke zondelast die ons hindert, van ons àfschudden, om vastberaden de wedstrijd te lopen waarvoor we hebben ingeschreven.'
Dat betekent bewust leven en afzien. Oefenen.
Onze oudste dochter kreeg, toen ze nog geen dertig was, borstkanker. Nogal heftig.
Toen alle behandelingen waren doorstaan en ze weer een beetje op krachten kwam, is ze gaan hardlopen. Eerst iedere dag twintig, dertig meter, daarna een stukje meer, want in het ziekenhuis was haar verteld dat wie intensief beweegt minder kans heeft op het krijgen of het terugkrijgen van kanker. Natuurlijk waren er dagen genoeg waarop ze geen enkele zin had om naar buiten te gaan om in weer en wind te gaan rennen.
Of te gaan sjokken... Maar ze deed het.
En vorige week heeft ze de halve Marathon van Amsterdam gelopen, en dat was niet voor het eerst. We zijn geweldig trots op haar.

Zij is dan ook een voorbeeld uit deze tijd voor ons. Die morgen zat ze ook nog bij haar vader in de Waalse kerk in Groningen waar hij preekte, want ik kon niet mee. Zij had hem zaterdag gebracht. En ze moest dus na de dienst nog in allerijl naar Amsterdam, waar ze nét op tijd aan de start kwam.
En waar ze ook nog op tijd binnen kwam.
Kijk, dat is het soort volharding waar Paulus het over heeft, als hij de gemeenten, die om hun geloof vervolgd worden, (dus waar hebben wij het eigenlijk over????) aanmoedigt om stand te houden in het geloof.
Hij doet er nog een schepje op en zegt: Kijk naar Jezus, de leidsman en voltooier van ons geloof. Omwille van de vreugde die voor Hem in het verschiet lag, (en daarmee bedoelt Paulus: het redden van deze wereld) heeft Hij een kruis op zich genomen en de schande niet geteld: nu zit Hij aan de rechterkant van Gods troon. Denk aan Hem die zoveel tegenstand van zondaars te verduren had; dat zal u helpen om niet uit te vallen en de moed niet óp te geven.

Er is een heel hoge prijs betaald voor ons geluk, voor ons welzijn, voor ons heil...

Zullen wij de moed dan ook maar niet opgeven, en zullen we maar met nieuw elan en met vreugde ons hart iedere dag openstellen voor God en voor de medemens, terwijl wij ons koesteren in het warme weten dat God van ons houdt?
Van iedereen hier, en van al die anderen.
Gods
Geest spreekt de woorden van Boven in ons hart. Elke dag weer.

Luister: God is de Enige die wezenlijk van belang is in ons leven.
God is uniek... 
Amen!


Muziek

Gods goedheid is groot en strekt zich uit tot alle mensen,
   wij mogen daarin delen door te doen zoals Hij:
dag aan dag met vriendelijkheid en aandacht,
genade en geduld…
Nu kunnen we er, als een goed begin, gestalte aan geven in de collecte!
Na het gebed over de gaven zingen wij: Tussntijds 120/
Maar nu eerst de collecte!

Gebed over de gaven
Lieve God, U geeft U Zelf aan ons.
Wij bieden U ons eigen leven aan.
Neem het, zoals U ons geld aanneemt.
Dat het dienstig mag zijn voor U.
In de geest van Jezus - die ons voorging.

Amen

Wij zingen: Tussentijds 120 = Lied 221


Voorbeden.

Laten we danken en bidden:

Lieve God, wij danken U, omdat Uw Woord in de bijbel van Boven tot ons komt.
Vaak in mensenwoorden, als menselijke reacties op Uw aanwezigheid, of soms Uw ogenschijnlijke afwezigheid in ons leven, maar ook in mensenwoorden die Uw wil aan ons duidelijk maken.
En in het levende Woord dat wij hebben ontmoet in Uw Zoon, die tot ons sprak zoals U tot Mozes sprak, en in Zijn Geest, die voor ons allen bereikbaar is, ja, om Haar danken wij U meer dan ooit.
Zij is het immers die ons de woorden, die uit verschillende bronnen tot ons komen, uitlegt op de manier waarop U met ons in contact wilt komen!
O Heer God, dat wij U niet onverschillig laten, daarvoor danken en loven wij U.
Dat geeft betekenis aan ons leven.
Dat U ons kent en hebt aanvaard met heel ons doen en laten... dank U wel.

Help ons dan alstublieft om door Uw kracht, en door de gaven van de Heilige Geest, die voor iedereen weer anders zijn, en die precies passen bij wie we zijn, en wat wij voor U mogen doen, om U de plaats te geven in ons leven, in onze aandacht, die U rechtens toekomt.
Uw rijk moet komen waarin wij Uw wil doen, zoals in de hemel gebeurt.
Help ons daarbij om Jezus' wil!

Heer, in de wereld waarin wij leven is veel dat strijdig is met Uw wil. Er is onrust, er zijn oorlogen, er zijn volkeren die opstaan tegen geweld en dictatuur, help daar ook de mensen om hun naaste te leren zien als iemand die je kunt liefhebben als je zelf, als je zuster of je kind, als een moeder of een vader. Dat ze in eerbied met elkaar omgaan.
Heer, geef daar wijze mensen, die in het machtsvacuüm kunnen optreden met bedachtzaamheid…

Heer, ook in ons eigen leven is er verdriet en zorg, ziekte en dood...
Wij
danken dat Wilma Steijnhart weer bij ons, wil haar sterken in het volgende traject, Wij bidden U voor onze zieken, voor Betty en allen die hier vandaag niet zijn omdat ze te ziek, te oud of te moe zijn om te komen...
Wij bidden ook
voor allen aan wie de zorg voor anderen is toevertrouwd.
Wij bidden voor machthebbers, regeringsleiders, kerkleiders, artsen en verplegenden, voor allen die verantwoordelijkheid dragen voor zichzelf en anderen in het verkeer, en ook voor onszelf in de dagelijkse dingen die we doen...

En we loven en bidden U
zoals Jezus het ons leerde:

Onze Vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd.
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!


Ons slotlied is gezang 437: 1 en 2 = Lied 834
Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’ het derde vers.


Zegen:
De Heer van dood en leven
schenkt ons Zijn Geest, Haar liefde.
Dat onze ogen het heil mogen zien,
onze handen zich bekommeren over de medemens,
en onze voeten zich richten naar de eeuwigheid.
In de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen.

En dan is er koffie...