Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag 17 na Trinitatis 22-9-2013

Organist: Henk Biesheuvel    Alle liederen zijn uit het Nieuwe Liedboek.

Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.  
Amen

Onze Hulp is in de Naam van de Heer              
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Heer, vergeef ons al wat wij misdeden
en laat ons weer in vrede leven.
Amen

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Ons introïtuslied is psalm 116: 1, 3 en 8
 

Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de grote nood van deze wereld,
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde komt! 



Zondagsgebed:

Heer, U loven en danken wij om Uw liefde en genade. Wij bidden U voor allen die noch Uw liefde, noch Uw genade kennen of hebben ervaren.
Wees met hen en met ons allen in Uw Geest en Haar gaven, dit uur, en alle dagen van ons leven,

door Jezus Christus, onze Heer. Amen.

Lezing Oude Testament:  Joel 2: 28 - 32. NBV Daar is het hoofdstuk 3.
De Heer heeft verteld hoe ooit de schepping zal worden hersteld en gaat dan verder:
1 Daarna zal zich dit voltrekken:
Ik zal Mijn Geest uitgieten over al wat leeft.
Jullie zonen en dochters zullen profeteren,
oude mensen zullen dromen dromen,
en jongeren zullen visioenen zien;
2 ook over slaven en slavinnen
zal Ik in die tijd Mijn Geest uitgieten.
3 Dan zal Ik tekenen geven
aan de hemel en op aarde:
bloed en vuur en zuilen van rook,
4 de zon verandert in duisternis
en de maan in bloed.
Dan komt de Dag van de HEER,
groot en ontzagwekkend.
5 Dan zal ieder die de Naam van de HEER aanroept ontkomen:
op de Sion, in Jeruzalem, is een toevlucht te vinden,
zoals de HEER heeft beloofd;
ieder die Hij roept zal worden gered.

Laten wij zingen: Gradualepsalm: psalm 134 helemaal.


Epistel: 1 Timotheüs 2: 1 - 7. NBV
De brieven aan Timotheüs worden wel de pastorale brieven genoemd, de herderlijke brieven. Ze bevatten aanwijzingen voor het beleid in en het leiden van de gemeente. In het eerste hoofdstuk horen wij een lofzang op Gods genade. Nu gaat het verder over de dienst aan God, eerst over het bidden zonder wrok of onenigheid. (Die laten wij in onze liturgie ook immers aan het begin van de dienst achter in Gods handen.)
1. Allereerst vraag ik dat er voor alle mensen gebeden wordt, dat er smeekbeden, voorbeden en dankgebeden voor hen worden uitgesproken.
2. Bid voor alle koningen en gezagsdragers, opdat we rustig en ongestoord kunnen leven, in alle vroomheid en waardigheid.
3. Dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze Redder,
4. Die wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen.
5. Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus,
6. die Zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen, als het getuigenis voor de vastgestelde tijd.
7. Om dit te verkondigen ben ik als apostel aangesteld. Ik spreek de waarheid, ik lieg niet – ik ben aangesteld als leraar voor de heidenen om hun het geloof en de waarheid te onderwijzen.

Halleluja! In psalm 115:11 lezen wij: Jullie die de Heer vrezen: vertrouw op de Heer!
Hun hulp is Hij en hun schild. ps 115:11 HALLELUJA!


Ons loflied is NL 834 
  

Het Heilig Evangelie vinden wij bij: Lucas 16: 1 - 17

In een serie verhalen probeert Lucas ons duidelijk te maken, dat Gods interesse meer ligt bij de zondaar die zich bekeert, dan bij de brave kerkganger, die altijd al dicht bij de Heer leeft. Hier aan vooraf gaan bijv. de gelijkenissen die Jezus de Farizeeërs en theologen voorhoudt, van het verloren schaap, de verloren penning, en van de verloren zoon. In deze gelijkenissen worden de leiders van het volk op hun vingers getikt, omdat ze Gods liefde voor het verlorene niet delen. En dan gaat de Heer verder met nóg een verhaal...voor de leerlingen.
En daarin wordt het accent een beetje verlegd, want nu zegt Hij eigenlijk, dat achter dat gebrek aan aandacht voor de mensen aan de zelfkant van het leven,
gebrek aan liefde voor mensen, en dus gebrek aan liefde voor God zit, maar dat het draaipunt zit in hun liefde voor geld. Voor de Mammon, (Weelde, Rijkdom)  zoals de god van het geld wordt genoemd. De liefde voor het eigen comfort, dus.
In het verhaal dat volgt is de Heer soms knap ironisch tegen de leerlingen.
We lezen: Lukas 16: 1 – 17

1. Hij zei ook tegen de leerlingen: “Er was eens een rijk man, die een zaakwaarnemer had, en hij kreeg te horen dat deze zijn bezit aan het verkwisten was.
2. En hij riep hem ter verantwoording en zei tegen hem: ‘Wat hoor ik over je? Leg verantwoording af over de manier waarop je mijn zaken hebt waar-genomen, want dààr kun je onmogelijk mee dóórgaan.’
3. De zaakwaarnemer nu zei bij zichzelf: ‘Wat moet ik doen? Want de baas maakt een eind aan mijn werk als zaakwaarnemer.... Ik heb niet de kracht om te spitten, en ik geneer me om te bedelen...
4. Ik weet al wat ik ga doen, zodat ze me in hun huis opnemen, als ik ontslagen ben als zaakwaarnemer!’

5. En nadat hij stuk voor stuk allen die een schuld hadden bij zijn baas bij zich had geroepen, zei hij tegen de eerste: ‘Hoeveel schuld heb je bij mijn baas?’
6. Deze zei: ‘500 liter olijfolie!’ Hij zei tegen hem: ‘Neem je kwitantie, ga gauw zitten en schrijf op: 250 liter.’
7. Daarna zei hij tegen een ander: ‘Jij, hoeveel schuld heb jij?’  Die zei: ‘5000 liter koren.’ Hij zegt tegen hem: ‘Neem je kwitantie en schrijf: 4000.’
(Die kwitanties waren bordjes met laagjes was waarin je je schuld kraste, dat kon je dus makkelijk veranderen!)
8. En de baas maakte een lovende opmerking over de oneerlijke zaakwaarnemer, (namelijk): dat die scherpzinnig had gereageerd...      
Want de wereldse mensen zijn heel wat scherpzinniger dan de verlichte mensen zijn in de omgang met hun eigen soort.
9. Ja, Ik zeg jullie, je moet maar vrienden zoeken bij de oneerlijke Mammon, zodat ze wanneer het afloopt, jullie zullen ontvangen, in de tenten der eeuwigheid!

(Dit is wel heel ironisch! En dan wordt Hij serieus:)
10. Wie betrouwbaar is in de alleronbelangrijkste dingen, is ook betrouwbaar als het om véél gaat. Wie oneerlijk is in de alleronbelangrijkste dingen, is ook oneerlijk als het om véél gaat.

11. Als jullie niet betrouwbaar zijn wat betreft de oneerlijke Mammon, wie zou jullie dan dàtgene toevertrouwen waar het ècht om gaat?

12. En als jullie niet betrouwbaar zijn met andermans zaken, wie zal jullie dan je eigen zaken in handen geven?
13. Geen enkele bediende kan in dienst staan van twee bazen, want dan zal hij van de ene minder kunnen hebben, en van de andere  meer...     
Hij zal achter de één staan, en neerkijken op de ander.... Je kunt onmogelijk God dienen èn de Mammon.”


14. De Farizeeërs, die tuk op geld zijn, hoorden dat allemaal, en ze lachten Hem uit.

15. En Hij zei tegen hen: “Jullie wekken voor de mensen de indruk rechtvaardig te zijn, maar God kent jullie harten, want wat de mensen hoog hebben, is voor God iets walgelijks.
16. De wet en de profeten gaan tot aan Johannes....
sindsdien wordt het koningschap Gods als goede tijding verkondigd....    
en iedereen wordt daarheen meegesleurd....

17. Het is makkelijker dat hemel en aarde voorbijgaan, dan dat er een komma uit de wet wegvalt....
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!


Credo:  In antwoord op Gods Woord willen wij zingend ons geloof belijden: lied 985


 
Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve mensen,

We hebben net de derde dinsdag van september achter de rug, en het klagen over de leiders van het volk, die geen acht hebben voor de meest kwetsbare mensen in onze samenleving is, terecht, niet van de lucht. Nu geef ik het je te doen, om de verantwoordelijkheid te dragen voor een goed bestuur van land en samenleving! Dat is niet eenvoudig, en we zullen straks ook voor hen bidden. Want het valt niet mee om in kerk en maatschappij de zorg voor anderen te hebben.
Wij kunnen vaak al niet eens de zorg voor ons eigen leven aan, zoals Jezus opmerkt, en dan moeten wij opeens een participatie-maatschappij worden, waarin ook de zwakken, de ouderen, de zieken voor zichzelf moeten opkomen?
Hoe verzin je het?
Dat kan alleen bedacht worden door relatief gezonde, jonge mensen, met een stevige achtergrond, en een solide basis. Helaas zullen ook zij er op hun beurt achter komen dat het leven niet echt maakbaar is, dat er geen reset-knop op zit, en ook geen undo-toets.
En dan ben je afhankelijk van de goede wil van anderen. Zelfs als je je heel goed hebt kunnen verzekeren van alle zorg die je maar betalen kunt.

Het is niet het soort maatschappij die God voor ogen staat, en die Hij ons bij monde van Joël even laat zien... als een voorproefje, als een doel.
God ziet een maatschappij voor Zich, waar niet de jongeren dromen en vooruitkijken naar ooiteens, maar juist de ouderen. Er kómt nog iets!
Alles zal anders zijn…
En de jongeren zien visioenen van God.

God spreekt in een kennelijk moeilijke tijd voor het volk, al is het lastig om Joël goed te dateren. Maar er is zorg en angst. En in die zorg en angst komt dan het woord van God, dat betere tijden belooft. Misschien niet heel direct, en misschien niet in je eigen kleine leven, maar dan is er tenminste hoop voor je kinderen, je kleinkinderen.
En het is echt een radicale omwenteling van de maatschappij die wordt voorspeld, dat kan ik u wel vertellen. Immers God zegt: Ik zal Mijn Geest uitgieten over al wat leeft. Die Geest was hoogstens voor profeten en priesters tot dan toe. Koningen soms. Maar nu:
Jullie zonen en dochters zullen profeteren,
oude mensen zullen dromen dromen,
en jongeren zullen visioenen zien;
ook over slaven en slavinnen
zal Ik in die tijd Mijn Geest uitgieten…

Dan is er dus geen verschil meer tussen jong en oud, tussen man en vrouw, en ook geen standsverschil meer tussen slaaf en vrije, meester en knecht.
Voor God zijn alle mensen evenveel waard, en Hij wil voor hen allemaal God zijn, Hij wil door hen allen evenzeer gediend worden.
Theoretisch zijn wij hier allemaal gelijk. Maar... Zelfs nu is het in Nederland lang niet overal vanzelfsprekend dat kerkelijke ambten ook door vrouwen kunnen worden waargenomen, of dat vrouwen in een bestuur zitten. Of jongeren!
Zó kijkt God echter niet naar mensen.

En als je let op de eerste gemeenten, kort na de Kruisiging, Opstanding en Hemelvaart van de Heer, als de Geest royaal op mannen én vrouwen wordt uitgestort, en de vier dochters van Filippus bekend staan als profetessen, zie je dat het ook gebeurt.
Dat Gods beloften uitkomen.

Maar... waarom zien wij daar dan zo weinig van?
Helaas zijn kerkmensen niet altijd trouw aan hun roeping om werkelijk méns te zijn, om te leven als het evenbeeld van Jezus, op Wiens Naam wij toch zijn gedoopt. Wij worden nonchalant. Makkelijk…

Onze Roomse broeders en zusters roepen graag ‘ach, zondigen, dat is niet zo erg: als je gebiecht hebt is het over’. En wij Lutheranen hebben weet van de genade, daarom kunnen wij met twee benen in het leven staan, en toch blij en vrolijk zijn in tegenslag. Maar soms verleidt ons dat wel om het Evangelie minder serieus te nemen...

Jezus daarentegen is heel serieus. Hij roept ons op om juist erg zorgvuldig om te gaan met het leven dat God ons gegeven heeft, en om je met hart en ziel te richten op Gods wil en wet. Omdat we verantwoording moeten afleggen, ook van de kleine dingen waarin wij wel en niet trouw zijn. Dan denkt Hij vast niet aan de honderden extra regeltjes die de Farizeeën en Schriftgeleerden naast de tien Levenswoorden hebben geformuleerd, en waar zij zich overijverig aan proberen te houden; maar Jezus verwacht wel dat wij ons houden aan elke punt en komma, elke tittel en jota, van die Levenswoorden.
We kunnen er niet mee sjoemelen.
De tien geboden zijn de basis van onze maatschappij geweest, tot aan deze generatie.
En wat Jezus betreft blijft dat zo.
Maar als je om je heen kijkt heb je je twijfels...
Het gaat allemaal om het individu.

Jezus ziet dat en Hij spot met onze liefde voor onszelf.
Hij noemt dat ronduit liefde voor de god van het geld, de weelde, de overvloed, de Mammon.
Maar dat is in wezen niets waard!
Je kunt er het eeuwige leven niet mee kopen. En zelfs geen echte liefde.

In de tien Levenswoorden vraagt God om liefde voor Hem en voor de naaste, niet minder dan dat.
Als je van God houdt, dan spreekt het vanzelf, en dan is het geen gebod, maar een levensvoorwaarde die er uit voortvloeit, dat je ook Hem én de naaste voor laat gaan. Op de eerste plaats zet.
Daarom staat er ook: je zult je naaste respecteren en niet: je moet! Zo gaat dat.
Natuurlijk ga je met de naaste om als een kostbaar schepsel van God, als een geschenk van Hem aan jou, aan ons. Want dat is het kapitaal van God, waarover wij als zaakwaarnemers zijn aangesteld.
Ook in kleine dingen…

Hier in onze knusse en warme gemeente is het niet zo moeilijk. Wij trekken met elkaar op, wij leven met elkaar mee, en we zijn elkaar dierbaar.

Het wordt al lastiger als er mensen zijn die zich aan de gemeenschap onttrekken, zusters en broeders waar je moeite voor moet doen om ze er bij te houden. Mensen, die niet makkelijk kunnen komen, ach, daar vinden we wel wat op. Auto’s zijn er nog wel, en vriendelijke mensen om te rijden ook.
Maar mensen die van binnen beschadigd zijn, en die zich niet makkelijk geven of die, als ze er een enkele keer zijn, meteen àlle aandacht opeisen, en zo kan ik nog wel een aantal opties noemen, die vinden we niet zozeer een geschenk.
Misschien nog wel een uitdaging, of een opdracht.
Maar eigenlijk vinden we ze vaak tijd- en energieverslinders, en die schuiven wij graag af naar de mensen die daar voor in onze ogen zijn: de bezoekgroep, diakenen...
Het zijn juist de kwetsbare schapen in de kudde, die je makkelijk uit het oog verliest, en zij vormen problemen die je niet makkelijk oplost met een extra gift voor de diaconie of een ander goed doel. Voor je het weet zijn ze afgedwaald, en zien we ze niet meer. Maar... ze zijn wel onze broeders en zusters, en ook onze verantwoordelijkheid.
Dat vraagt om onze persoonlijke inzet.
Want Jezus spreekt niet alleen de leiders van het volk aan met Zijn verhaal. Ook ons. Ieder van ons heeft verantwoording aan God af te leggen over de manier waarop wij zijn omgegaan met de kostbare gaven die Hij ons ter beschikking heeft gesteld, om in Zijn Naam te beheren.
Talenten, geld en goederen, mensen om ons heen
Als je die verkwist kun je niet in Gods dienst blijven. Dan val je buiten de boot. En dan moet je het hier en nu doen met andere mensen, in de wankele hoop dat zij zich over je zullen ontfermen in de tijd die je nog rest.

Jezus’ eigen leven heeft ons laten zien dat je daar vooral niet op moet hopen of rekenen.
Het is dan ook vol ironie, dat Hij zegt: als je God niet wilt dienen, want daar komt het op neer, wanneer je alleen kiest voor jezelf, dàn moet je het maar bij de Mammon zoeken!
Iedereen weet dat die onbetrouwbaar is.
Soort zoekt soort.

Liefde, trouw, gezondheid, geloof – het is allemaal zoveel kostbaarder en duurzamer dan kapitaal!
Laten wij dan dagelijks bidden voor alle mensen met gezag en invloed, en ook voor onszelf en voor elkaar, om de Heilige Geest van God en Haar Gaven, die ons doen dromen als wij beter zouden kunnen weten, die ons doen profeteren en spreken over Gods goedheid, die ons helpen om uit die goedheid te leven en te delen, opdat wij altijd oprecht en eerlijk kunnen zijn, en eenvoudig en rustig leven. Zoals het past bij mensen die Jezus volgen.

En Jezus heeft dat mogelijk gemaakt. We lazen immers bij Joël ook nog over tekenen aan de hemel en op aarde voordat de Dag van de HEER komt...
groot en ontzagwekkend.

Op dit moment vieren onze Joodse zusters en broeders het Loofhuttenfeest, dat vorige zaterdag begon met Jom Kippoer, de Grote Verzoendag.
Dit zijn de Grote, Ontzagwekkende dagen, in het Jodendom. Ze gebruiken er hetzelfde woord voor als Joël. Die tekenen aan de hemel… bloed en vuur en rook… we zien ze dagelijks op de televisie, ze horen bij oorlog en geweld tegen weerloze burgers.
Net als in Jezus' dagen.
Je zou haast zeggen: daar is niets bijzonders aan.
Maar er is meer. We hoorden ook:
'de zon verandert in duisternis
en de maan in bloed.'
Er is een dag in de bijbel waarop dit voorkomt.
Als je het verslag van de kruisiging leest lijkt er een totale zonsverduistering plaats te hebben na dat moment dat Jezus wordt gekruisigd. Als dan de maan zichtbaar is wordt die rood...
Hier wordt de profetie waar:
Dan komt de Dag van de HEER,
groot en ontzagwekkend.
Dan zal ieder die de Naam van de HEER aanroept ontkomen:
op de Sion, in Jeruzalem, is een toevlucht te vinden,
zoals de HEER heeft beloofd; bij het kruis, het open graf…
ieder die Hij roept zal worden gered.
Ja, dit is de Grote Verzoendag voor alle tijden, voor alle mensen.

En ieder die naar God roept, in Jezus' Naam zal redding vinden, U en jij en ik. Wij allemaal.
Want voor God doen wij ertoe. Allemaal.
En God is trouw, tot op de punt en de komma.
Hij wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen. Zo lief had God deze wereld… Dat is de waarheid.
Dat is het Koninkrijk van God, dat zichtbaar wordt met Jezus. De wet en de profeten lopen tot Hem.
Johannes is er het eindpunt van. De laatste.
Bij Jezus begint er iets nieuws.

God houdt van ons. Zoals Hij hoopt en verwacht dat wij van Hem en van elkaar houden.
Van alle mensen. En trouw voor hen zorgen.

Hij droomt van een wereld die is zoals Hij bedoelde. Het kan. Want wij maken verschil.
U en jij en ik. In Gods Naam. 

Amen.




Dag des Heren, ontzagwekkende dag.
zaterdag 14 september 2013
Jom Kipoer (Grote Verzoendag)
donderdag 19 t/m woensdag 25 september 2013
Soekot (Loofhuttenfeest)
donderdag 26 september 2013
Sjemini Atseret (Slotfeest)
vrijdag 27 september 2013
Simchat Tora (Vreugde der Wet)
Jom Kipoer of Grote Verzoendag wordt als de belangrijkste feestdag beschouwd in het jodendom. Het was de ene dag in het jaar, dat de hogepriester de allerheiligste plaats in de tempel te Jeruzalem betrad. Het feest wordt beschreven in Tenach en dus de Bijbel, in het boek Numeri (Bamidbar) 29:7.
Soekot (Sukkot) of Loofhuttenfeest is een joods feest dat zeven dagen duurt, en waarbij herdacht wordt, dat de joden veertig jaren lang in hutten in de woestijn omzwierven. Het is een oogstfeest, en wordt in dankbaarheid gevierd. In Jezus' tijd was dit het grootste feest.
Slotfeest. Dit feest sluit het Loofhuttenfeest (Soekot) af. Men bidt om regen in de hoop op een vruchtbaar jaar. Letterlijk betekent het: 'de achtste dag van het samenkomen'. Op zich is zeven dagen al genoeg, maar het is voor God moeilijk om afscheid te nemen, daarom blijven de joden nog een dagje.
27 september 2013 Simchat Tora, vreugde der wet, is een vrolijke viering waarbij gedankt wordt voor de Tora (de Wetten), de eerste vijf boeken van de bijbel. In de synagoge leest men eerst het laatste hoofdstuk van de Tora en daarna gaat men meteen verder met het eerste hoofdstuk. Dit geeft aan dat het lezen uit de Tora nooit stopt. Degene die het laatste hoofdstuk leest, wordt Bruidegom van de Wet, Chatan Tora, genoemd en degene die het eerste hoofdstuk leest, heet Bruidegom van het Begin. Chatan Bereesjiet.

Muziek

Gods liefde is groot en strekt zich uit tot alle mensen,
   wij kunnen daarin delen:

dag aan dag met vriendelijkheid en aandacht,
geld en geduld,
nu kunnen we er gestalte aan geven, als een goed begin,  in de collecte!

Na het gebed over de gaven zingen wij: lied 156
Nu de Collecte

Gebed over de gaven

Lieve God, U geeft U Zelf aan ons.
Wij bieden U ons eigen leven aan.
Neem het, zoals U ons geld aanneemt.
Dat het dienstig mag zijn voor U.
In de geest van Jezus - die ons voorging. Amen.


Lied 156 – Vrees is hier geen angst maar respect.
Heilig respect.

Voorbeden:

Laten we danken en bidden: 
Lieve God en Vader, wij danken U om vrijheid en zekerheid, om vrede en veiligheid, die in zo schril contrast staan met het Midden-Oosten, met delen van Afrika, van Azië… 
Wij zijn zo rijk, Heer, en zij zo arm. 
Vergeef ons als wij, als samenleving, niet open staan voor vluchtelingen, berooide mensen niet zien als broeders en zusters, maar als een bedreiging… Wij kunnen alleen maar bidden:
Schep, God, een nieuwe geest in mij,
een geest van licht, zo klaar als Gij;
dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt
en ga de weg die U behaagt.

Goede God, wij bidden U voor onze koning, onze regering, voor alle bestuurders in provincie, gemeenten en kerk… Zonder Uw kracht en bijstand komen zij er niet uit, we zien het dagelijks. 
Wij bidden voor alle gezagsdragers, waar ook ter wereld, maar in het bijzonder in oorlogsgebieden, in Syrië, en Egypte, in Korea en Soedan, om er maar een paar te noemen. Wij bidden voor allen die andere het leven moeilijk kunnen maken, die andere vervolgen om geloof of ras of kunne of geaardheid, opdat alle mensen rustig en ongestoord kunnen leven, in alle vroomheid en waardigheid.
Wij bidden U voor de slachtoffers van terrorisme. 
Vandaag in Nairobi, maar ook in Syrië en Egypte...
Voor alle vluchtelingen bidden wij U, en voor de zieken, voor Wil, en voor allen die op reis zijn, of om een andere reden hier niet zijn.

God van Israël, wij danken U voor onze oudere broeder, al snappen we soms echt niet waar ze mee bezig zijn. Wij bidden U dat U hen leidt en beschermt, tegen zichzelf en anderen, opdat ook zij in alle vroomheid en waardigheid de grote feesten mogen vieren, en U mogen dienen zoals U gediend wilt worden. Doe over hen het licht van Uw Geest opgaan, opdat wij samen met hen mogen zeggen wat Jezus ons leerde bidden:


Onze Vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd.
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!


Ons lied is NL 414  
Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’ elkaar toe: lied 416


Zegen:
De Heer van dood en leven,
de Moeder vol barmhartigheid,
schenkt ons allen overvloedig genade en liefde,
om Christus’ sterven en opstanding.
In Zijn dood sterft onze dood,
in Zijn Geest mogen wij verder leven,
nu en altijd.

  Amen

Lied 416



En daarna dronken wij samen koffie...