Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag 16 na Trinitatis 11-9-2016 te Lutherse schuilkerk Gorcum
In Abrahams schoot.

Organist:
Toon de Graaf 

Orgelspel

Afkondigingen en aansteken van de kaarsen door Daphne met haar grootvader.

Groet van Bob van der Meulen aan de gemeente.



Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.       
Amen


Onze Hulp is in de Naam van de Heer    
die hemel en aarde gemaakt heeft.


Verootmoediging

Heer, vergeef ons al wat wij misdeden,
en laat ons weer in vrede leven.
Amen.

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Introïtus. Wij zingen lied 971 helemaal.
Het is geschreven voor de inwijding van een nieuw kerkgebouw, maar de kerk, dat is niet het gebouw; de kerk, de ecclesia, dat zijn wij die hierheen geroepen zijn door God om Zijn Naam recht te doen als Zijn geliefde kinderen.
Laten we zingen en blij zijn.
Dat is een voorrecht, dat is een belofte en een heilige opdracht. Veel christenen zijn niet vrij om Gods Naam op de lippen te nemen.
Denk ook aan hen!

Laten we de Heer aanroepen om ontferming voor de nood van deze wereld, die is groot: oorlogen, rampen, vluchtelingen, allerlei,
en laten wij tóch Zijn Naam prijzen,
want Zijn barmhartigheid heeft geen einde!




Zondagsgebed:
Heilige van voor de grondlegging der aarde,
God van de toekomst in Eeuwigheid,
U willen wij loven en danken,
zingen en verheerlijken.      
Zegen dit uur met Uw Heilige Geest, en

wees ons genadig, door Jezus Christus, onze Heer.
Amen.

Lezing Eerste Testament:
Exodus 32: 7 - 14

Mozes
heeft met Gods hulp het Volk uit Egypte weg gekregen naar de woestijn, en daar, bij de Sinaï, heeft het beloofd Gods volk te zijn, en Hem te gehoorzamen. Mozes gaat de berg op en is daar 40 dagen en nachten lang, een hele tijd wil dat zeggen, om de instructies van God te krijgen, over hoe het dan precies verder moet. Intussen denkt het volk dat hij wel niet terug zal komen, en maakt een gouden kalf, om als hun zichtbare god mee te nemen onderweg.

We lezen Exodus 32: 7 – 14

7. Toen sprak de Aanwezige tot Mozes: “Ga naar beneden, want jouw volk, dat jij uit het land Egypte gebracht hebt, gaat de fout in.
8. Ze zijn al héél snel afvallig geworden van de levensweg die Ik ze voorgeschreven heb. Ze hebben zich een kalf gegoten, en ze buigen er voor tot op de grond, ze offeren er aan en ze zeggen:
Dat is jullie god, Israël, die jullie uit het land Egypte gebracht heeft!’”
9. Toen zei de Aanwezige tegen Mozes: “Ik heb dit volk eens goed bekeken, en zie! het is een hardnekkig volk!
10. Nu dan, Ik heb er wel genoeg van.
Ik ben laaiend kwaad op ze en zal ze verteren, maar jou zal Ik tot een groot volk maken.”

11. Daar probeerde Mozes de visie van de Aanwezige, Zijn God wat te verzachten, en zei:
‘Waarom, Aanwezige, laat U Uw woede branden tegen Uw volk, dat U hebt weggeleid uit het land Egypte, met groot vertoon van macht en kracht?
12. Waarom zouden ze in Egypte nu moeten zeggen:
Hij heeft ze met kwade bedoelingen weggeleid,
om ze ter dood te brengen in de bergen, en ze af te maken, wég van de aardbodem...’
Kom toch terug op Uw laaiende woede, en doe Uw volk geen kwaad!
13. Denk toch aan Abraham, Izaäk en Jacob, Uw dienaars, die U een eed gezworen hebt op Uzelf, U zei tegen ze:
Ik zal jullie nageslacht zo groot maken als de sterren aan de hemel, en heel dit land, waarover Ik gesproken heb, zal Ik jullie nageslacht geven, ja, ze zullen het voor altijd in bezit krijgen.”
14. Toen kreeg de Aanwezige spijt van dat Hij gezegd had Zijn volk kwaad te zullen doen.
(En Mozes ging de berg af, met de beide stenen waarop de 10 levenswoorden geschreven waren, aan beide kanten – en met Gods eigen hand.)


Gelukkig, God is genadig, vanaf het begin, dus laten we Hem onze lof zingen, mét Israël.

Psalm 81: 1, 3, 4 en 9


Dit is ingezet als een eeuwig teken

Jozef tot een wet, toen des Heren hand
aan Egypteland machtig is gebleken.

God heeft ons gezegd nooit gehoorde dingen.
Heilig is 't en recht nu en te allen tijd
Hem die ons bevrijdt vrolijk toe te zingen.

 “Leef uit Mijn verbond. Vraag van Mij vrijmoedig.
Open wijd uw mond. Al wat u ontbreekt,
al waar gij om smeekt geef Ik overvloedig”.

Epistellezing: 1 Timotheüs 1: 12- 17

Hier is Paulus aan het woord, die er aan herinnert, dat hijzelf een van de ergste vervolgers van de jonge kerk is geweest. Hij was een godsdienstfanaat eerste klas, een van de taliban. Talib = zoeker, theologiestudent. Taliban = mv. En nu schrijft hij:

12. Ik ben Christus Jezus, onze Heer, die mij met kracht bekleed heeft, diep dankbaar, dat Hij mij zo betrouwbaar geacht heeft, dat Hij mij aangesteld heeft als diaken, als dienaar,
13. mij!vroeger een godslasteraar, ja, een vervolger, en een arrogante kwast, die echter ontferming ontving, omdat ik het, in staat van ongeloof, dééd zonder het ín te zien.
14. Maar de genade van onze God was – mèt het geloof en de liefde – zeer rijkelijk aanwezig in Jezus Christus.
15. Betrouwbaar is de boodschap, en het volledig waard aanvaard te worden (namelijk): dat Christus Jezus naar de wereld kwam om zondaars te redden, waarvan ik nummer één ben.
16. Maar ik werd daarvoor in genade aangenomen, opdat Jezus Christus allereerst in mij een openlijk bewijs kon geven van Zijn alomvattende grootmoedigheid, als voorbeeld voor hen die later nog in Hem zouden gaan geloven, tot eeuwig leven.
17. De Koning der Eeuwen dan, de onvergankelijke, onzichtbare, enige God zij eer en glorie tot in de eeuwen der eeuwen. Amen!

De psalmmist zingt: Halleluja! Hij heeft Zijn volk verlossing gebracht, voor eeuwig Zijn verbond ingesteld. Heilig en ontzagwekkend is Zijn Naam. Ps 119:9.
  HALLELUJA!


Wij zingen lied  568a ubi caritas Laten we het maar twee maal zingen…

Lucas 15: 1- 10

De Heer reist rond, en onderwijst. Wie Hem wil volgen moet daar wel over nadenken, en zich realiseren afstand te moeten nemen van relaties, geld en goed. Anders is het niet mogelijk open te staan voor de waarden en waarheden die de Heer ons leren wil. En kun je dat niet, wil je dat niet, dan heeft het luisteren en volgen geen enkele zin. We horen hoe het verder gaat in Lukas 15: 1 – 10

Alle belastinginners en de zondaars dromden om Hem heen, om naar Hem te luisteren.
Maar de Farizeeërs en schriftgeleerden monkelden:
    Díe daar verwèlkomt zondaars, en éét samen met ze!!!!!’

Maar Hij vertelde hèn een gelijkenis en zei:
“Welke mèns onder jullie, die 100 schapen heeft, en er één van kwijt raakt, laat de 99 niet achter in de woestijn, en gaat her en der op zoek naar het kwijtgeraakte (schaap) – tot hij het vinden mocht?
En àls hij het vindt, dan legt hij het blij op z’n schouders,

en als hij dan thuiskomt, roept hij zijn vrienden er bij, en de buren, en zegt tegen ze:
’Wees blij met me, want ik heb m’n schaap gevonden, dat ik kwijtgeraakt was!’
Ik zeg jullie, dat er net zo’n vreugde zal zijn in de hemel over één zondaar die zich bekeert....
méér dan over 99 rechtvaardigen die geen bekering nodig hebben....

Of... Welke vrouw, die 10 drachmen heeft, steekt er, als ze één drachme mocht verliezen, niet een lamp aan, en veegt er het huis, en zoekt nauwkeurig tot ze die vinden mocht?
En bij het vinden roept ze haar vriendinnen en buur-vrouwen er bij, en zegt: ‘Wees blij met me, want ik heb de drachme gevonden, die ik kwijt geraakt was!!!’
Net zo’n vreugde – zeg Ik jullie – zal God de engelen tonen wanneer er één zondaar zich bekeert.”

Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!

Credo
In antwoord op Gods Woord willen wij ons geloof belijden door samen te zeggen:

Wij geloven in God, de Vader,
Die de hele wereld heeft geschapen,
Die alles in Christus verenigen zal.                         
Die wenst dat alle mensen samen leven
als broeders en zusters in een gezin.

Wij geloven in God de Zoon, die mens werd, stierf....
en in triomf is opgestaan.
   en daarbij heel de wereld heeft verzoend met God.

Hij heeft elke muur afgebroken die ergens scheiding brengt,
elke barrière van ras, cultuur of klasse,
om alle mensen om te vormen tot een lichaam...

Hij is verheven als heer, boven alles en allen.
De enige heer op elk terrein van ons leven.

Hij roept op:
Ieder mens apart  en de maatschappij,
de kerk en de staat,
  om zich te verzoenen,  een te zijn, en vrij..

Wij geloven in God de Geest,
    de garantie van Gods komend Koninkrijk,

Die ons kracht geeft
        om alle mensen lief te hebben en te dienen,
        om te ijveren voor recht en vrede,

        om te waarschuwen dat God oordeelt over mens en land,
        om heel de wereld op te roepen Gods heerschappij te aanvaarden!  
     Hier en nu.

Dit geloven wij    
Amen

Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.


Lieve Gemeente, zusters en broeders…

Het zijn sterke persoonlijkheden, die God uitzoekt als het gaat om het volk dat Hij opbouwt als het Zijne.

Abraham is bepaald geen doetje, Jacob vécht met de duistere kant van de Macht om zegen, en Mozes is zelfs na alle vertoon van vuur en rook, onweer en bliksem op de berg Gods, niet bang om de Heer van repliek te dienen.
Terwijl het volk bij al dat Goddelijk Machtsvertoon in zijn schulp kroop, en vond dat Mozes maar met God moest gaan praten, zij vonden het wel gezegend, zo!
Dus Mozes die grote berg op, met een paar stenen platen onder de arm, een heel gewicht.
Ze kijken hem na, en op een gegeven moment verdwijnt hij in de verte, in de wolken, die rond de top van de berg hangen… en dàn maar wachten

Het duurt een dag, het duurt een week, het duurt twee weken, drie… en niets te zien. Misschien is Mozes daarboven wel verongelukt.
Van schrik in een ravijn gevallen of zo.
Zó dicht bij de goden komen is altijd eng en gevaarlijkmaar ja, nu zitten ze zonder leidsman, en waarschijnlijk ook zonder god.
Dan val je terug op je routine, op wat je ként.
Dan val je terug op oude gebruiken.
Zoals ze die kenden in Egypte: een godenbeeld, als drager van de macht. Daar kun je achteraan lopen. Dat geeft duidelijkheid.
Ze pressen Aäron, de broer van Mozes, om hier aan mee te werken, want hij is er méé verantwoordelijk voor, dat ze in deze situatie zijn beland. Hij is met Mozes naar de Farao gegaan, en zó is het gekomen.

Soms verdenk ik Aäron ervan, dat hij met een knipoog naar de Hemel een kalf uitkiest om voor hen te maken. In de Egyptische godenwereld is een kalf niet direct het eerste waar je aan denkt. Wel een koe, Hathor, maar een kalf? Nee!
Aan de andere kant is er in de buurt van Tel Aviv in 1990 een 3500 jaar oud bronzen en zilveren beeldje opgegraven, 10 cm hoog, van een kalf.

En daarmee kom je wellicht dichter bij de oorspronkelijke godsdienst van het volk, dichter bij Abraham, Izaäk en Jacob, dan met die Egyptische goden.
Dat kalf kan een van de goden zijn geweest die de stamvaders hebben afgezworen, toen ze de Aanwezige gingen dienen.

Hij, die op de berg langdurig met Mozes in gesprek is, ziet het, en het bevalt Hem niets.
Zó kort geleden hebben ze Hem trouw gezworen, en je laat ze een minuutje alleen in de woestijn, en hup, dan dwalen ze al af.
Een volk van niets, dus.
Een Goddelijke dwalingHij zal ze wegvagen en opnieuw beginnen met Mozes.
De Aanwezige trekt meteen de handen van het volk àf.
Mozes, dat volk van jou, dat jij uit Egypte hebt gehaald…”
Maar Mozes trapt er niet in.

Met alle respect, Heer: ‘Waarom bent U zo laaiend op Uw volk, dat U met groot vertoon van macht en kracht hebt weggeleid uit Egypte?’
Hij zegt niet: ze weten niet beter, maar hij werkt op Gods zelfrespect
‘Ze moeten in Egypte toch niet de draak met U gaan steken en  zeggen: Die god haalt daar met moeite een volk weg uit het land waar ze een plek hebben, en dan vermoordt hij ze in de woestijn!
Dat is drie keer niets!
Doe dat volk geen kwaad, en denk nu eens aan de eed die U de aartsvaders hebt gezworen!’

En dàt doet het ‘m. God kalmeert, en bindt in.
Hij laat genade gelden vóór recht.

En zo krijgt Mozes de last van dit volk weer op zijn nek. Als een herder leidt hij mensen en vee, veertig jaar, een mensenleven lang, door de woestijn, op weg naar het land van de belofte.

Je ziet: Mozes is een krachtige figuur die niet meer bang is. Vroeger wel. Toen hij in drift een Egyptenaar had doodgeslagen die een van zijn volksgenoten bedreigde, was hij er vandoor gegaan, naar de woestijn.
Daar heeft hij geleerd wat er nodig was om groepen onwillige schapen, geiten, en… mensen te leiden. Een harde leerschool.

Soms kunnen grote problemen in ons leven ons klaarmaken voor wat er later komt.

Er is een gedicht, een lied, dat mij altijd weer treft, omdat je je kinderen alle verdriet zou willen besparen, maar je weet dat het niet goed voor hen is. Dat je zelf ook gegroeid bent, juist door de narigheid heen.
Ik lees het u voor, u kent het vast wel.

Ik leg de namen van mijn kinderen in Uw handen.
Graveer Gij ze daarin met onuitwisbaar schrift.
Dat niets of niemand ze meer ooit daaruit kan branden.
Ook niet als satan ze straks als de tarwe zift.

Houd Gij mijn kinderen vast als ik ze los moet laten.
En laat altijd Uw kracht boven hun zwakheid staan.
Gij weet hoe mateloos de wereld hen zal haten
als zij niet in het schema van de wereld zullen gaan.

Ik vraag U niet mijn kind'ren
elk verdriet te sparen.
Maar wees Gij wel hun troost,
als ze eenzaam zijn en bang.

Wil om Uw Naamswil
hen in Uw verbond bewaren.
En laat ze nooit van U vervreemden,
nooit, hun leven lang !

En dat bidden we voor al onze eigen kinderen en kleinkinderen, voor de kinderen van de gemeente, zoals Amber en Fenna, en àl die anderen.        

Je dwaalt immers zo makkelijk àf van de kudde.

Uit nieuwsgierigheid, of uit luiheid, eigenzinnigheid, noem maar op, er zijn redenen genoeg, om niet te luisteren naar de Herder, en om niet te wachten op een teken, een woord van Hem.
Soms is het, lijkt het, in ons leven een hele tijd stil van Gods kant.
En je verliest het vertrouwen dat Hij er is, en dat de herder aanstonds wel zal komen, al dan niet met stenen borden vol aanwijzingen

Dan ga je naar tastbare dingen zoeken om je aan op te vijzelen. Een baan, een carrière, geld, een huis, waardering van mensen… Zekerheden
En voor je het weet maak je je al niet meer druk om de Herder, ga je je eigen weg, zíe je het wel.

Totdat je van de weg raakt, in de problemen komt, werkeloos, ziek, alleenonzeker
Dan, en niet alleen dàn, mag je altijd weer roepen naar Hem die je zoekt. Naar Hem die jouw naam noemt, en hoopt dat je je door Hem wilt laten vinden.
Hij is genadig. Hoe bont we het ook maken.
Mozes werkte misschien een beetje op Gods ijdelheid, Jezus rekende op Gods Liefde, toen Hij op het kruis nog zei: “Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen!”

En dat gebed geldt voor iedereen.
Ook voor ieder van ons.
Voor ieder hier buiten de kring.

God is genadig en mild. Ook als wij Hem afwijzen draait Zijn hart zich in Zijn binnenste om.
Haar baarmoeder trekt zich samen, zegt het Hebreeuws, in een poging Gods barmhartigheid onder woorden te brengen. Daar wordt iets geboren. Iets nieuws.
Een nieuwe mogelijkheid. Nieuw leven.

Als wij kapot zijn, en niet eens meer kunnen en willen weglopen, als wij naar Hem omkijken, tilt Hij ons op, en legt Hij ons op de schouders.

Het schaap uit de gelijkenis is een heel gewicht.
Zeker als je er een eind mee moet zeulen.
Maar Jezus bezwijkt er niet onder. Tot op het kruis en door de dood heen draagt Hij ons.
Even tussendoor: je ziet ook wel eens plaatjes van de goede herder, die een schaap, een lam vóór zich draagt. Maar dat is de manier waarop je een offerdier kunt aandragen, dat is i.h.a. maar een klein stukje lopen.
Het is echt niet de manier waarop je het draagt als je het van ver weg naar huis moet brengen. Dan draag je het om je nek, op je schouders.

En als de Herder er mee thuis komt, is er reden tot grote vreugde in de Hemel. De engelen mogen zien hóé blij God is als mensen zich tot Hem keren.
Grappig, dat we hier de engelen zien vergeleken met Gods vrienden, buren, naasten.
Niet alleen als anonieme dienaren.
Trouwens, Gabriël, een engel met een naam die wij wel kennen, heet Gabber van God, Maatje!

En zo hebben we heel wat te horen gekregen in die éne gelijkenis, waarmee de Heer de fatsoensrakkers lik op stuk geeft. (Over de vrouw die tien procent van haar bruidsschat verliest hebben we het een andere keer wel.)
Waar het om gaat is dit: mensen waar wij niets aan vinden, waar wij liever niet mee gezien worden, die worden met open armen ontvangen bij God en de engelen.

Dat mag ons voorzichtig maken in ons oordeel over de mensen om ons heen en ver weg.
Wij worden uitgedaagd om net zo genadig en meelevend te zijn als de Heer zelf.

En dan denk ik aan het stukje in de eerste brief aan Timotheüs, waarin Paulus over zichzelf schrijft als iemand die het met de beste bedoelingen helemaal verkeerd deed.
Iemand die God en mensen pijn deed, in zijn heilige ijver voor God. Een talib, noemde ik hem al, een godsdienstfanaat, die ter ere Gods mensen liet oppakken en martelen, en desnoods doden.
Maar Jezus sprak hem vanuit de Hemel aan en zei: “Waarom vervolg je MIJ?”

En dan schrijft Paulus: ‘Maar de genade van onze God was – mèt het geloof en de liefde – zeer rijkelijk aanwezig in Jezus Christus.

Betrouwbaar is de boodschap, dat Christus Jezus naar de wereld kwam om zondaars te redden, en boodschap die is het volledig waard aanvaard te worden.
Dat Paulus in genade werd aangenomen is niet omdat hij zo bijzonder was, zelfs niet omdat hij zo’n grote zondaar was, maar dat gebeurde opdat Jezus Christus allereerst in hem een openlijk bewijs kon geven van Zijn alomvattende grootmoedigheid, (want iedereen wist wat een Christenhater Paulus was geweest!) en dat zou een voorbeeld zijn voor de mensen die later nog in Hem zouden gaan geloven, dus ook voor ons.

Ja, die boodschap is er ook voor ons hier:
Jezus Christus is naar de wereld gekomen om U en jou en jullie en mij te redden.
Want God is genadig.
Wát we ook op onze kerfstok hebben.
Hoe eigenwijs en hardnekkig we ook zijn.
Hij wil ons uiteindelijk niet kwijt!
Hij roept ons bij name.
Soms luid en duidelijk, soms fluisterzacht.
Maar altijd is die Stem er, die zegt:
Ik houd van jou”.
De Koning der Eeuwen, de onvergankelijke, onzichtbare, enige God zij eer en glorie tot in de eeuwen der eeuwen.

Amen!

Orgelmuziek

Alles wat wij hebben, hebben wij van God gekregen, om  door  te geven, om met velen te delen    en er zo dubbel van te genieten.

ook nu en hier kunnen we gestalte geven aan dat delen:   in de collecte

Na het gebed over de gaven zingen wij:
psalm 139: 1, 2, 14, 
maar nu eerst de
Collecte
(En dan collecteren twee van die heel kleine peuters!) 

Gebed over de gaven

Lieve God, u geeft Uzelf aan ons.
wij bieden U ons eigen leven aan.
neem het, zoals U ons geld aanneemt.
dat het dienstig mag zijn voor U.
In de geest van Jezus - die ons voorging.
Amen.

Psalm 139: 1, 2, 14


Voorbeden
Laten we danken en bidden:
Goede God, wij danken U voor Uw levenswoorden, voor de 10 leefregels die duidelijkheid geven en ons leiden. Wij danken U voor de wet van Liefde die Jezus ons meegaf, en die Hij heeft voorgeleefd, tot voorbij het bittere einde.
In Zijn dood en opstanding leven en bloeien wij voor Uw Aangezicht. Dank U wel.
In dat besef bidden wij U voor allen die U niet kennen, of die nooit een relatie met U hebben kunnen opbouwen. Wij denken in het bijzonder voor mensen die ons zeer dierbaar zijn, en in ons hart noemen wij voor U hun namen…

Laten wij de Heer bidden:
Heer, ontferm U.

Genadige God, wij danken U voor de vrede en veiligheid in ons eigen land, in ons deel van de wereld. Voor de vrijheid om Uw lof te zingen, om U te dienen zoals het U past.
Wij bidden U voor al die Christenen, in het Midden-Oosten, Azië, en vooral in Noord-Korea, die dat niet kunnen, niet mogen, die vervolgd worden. Sta hen bij door Uw Heilige Geest en Haar gaven, en leid hen op de weg naar U en elkaar.
Laten wij de Heer bidden:
Heer, ontferm U.

Wij bidden U ook voor al die anderen, voor vervolgde Joden en Islamieten, en voor allen die vervolgd worden omdat ze anders zijn.
Laten wij de Heer bidden:
Heer, ontferm U.

God van vrede en barmhartigheid, wij bidden U voor mensen en landen die in onvrede en oorlog leven. Ontferm U over hen, over hen die vrede willen. Wij houden ons hart vast, nu Noord-Korea hardnekkig voortgaat op de weg naar een kernoorlog. Breng Uw liefde in dit land, en help het om een ommekeer naar U en menselijkheid te maken.
Wij bidden U ook voor het aangekondigde bestand in Syrië, dat het echt een begin van vrede mag zijn.
Laten wij de Heer bidden:
Heer, ontferm U.

Liefdevolle God, wij danken U voor deze gemeente, voor de kerk waar wij lid van zijn, als klein deel van Uw wereldwijde lichaam.
Wij bidden U voor de nieuwe samenwerking van Lutherse gemeenten in Luthers Zuid-Nederland.
Zegen hen allen, en zegen ook de nieuwe predikant, Susanne Freytag, opdat ook langs deze weg Uw genade blijvend verkondigd mag worden.
Ook bidden wij U voor de visitatoren die hier morgen de gemeente zullen bezoeken, tot steun en ter bemoediging. Zegen broeder Brinkman en broeder de Jong in al hun doen en laten.
Bovenal bidden wij U voor onze zieken, thuis en hier, wij denken aan Bob van der Meulen, en Erna Wertwijn. Wil hen genezen en bevestigen in Uw grenzeloze liefde.
In stilte leggen wij de zieken thuis aan U voor…
Neem ons in genade aan, red en behoud ons,
Want alleen U, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, komt toe prijs en lof en aanbidding te allen tijde en van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Onze vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd. Uw rijk kome,
Uw wil geschiede,
gelijk in de hemel zo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren,
en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van het kwade,   


Ons slotlied is lied 754:1

  
Zegen:
De he
ilige God van Israël,
de Vader van alle mensen,
wil ons behoeden met Zijn liefde,
wil ons dragen met Zijn Geest,
wil ons voorgaan in Zijn Zoon.

Alle
dagen van ons leven.

Zo zegent ons God,
U Vader, Zoon en Heilige Geest.
Amen
.  

Lied 754:3

En toen dronken we samen koffie!