Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag
16 na Trinitatis 11-9-2016 te Lutherse schuilkerk
Gorcum
In Abrahams schoot.
Orgelspel
Afkondigingen
en aansteken van de kaarsen door Daphne met haar grootvader.
Groet
van Bob van der Meulen aan de gemeente.
Wij zijn hier
aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Onze Hulp
is in de Naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Verootmoediging…
Heer, vergeef
ons al wat wij misdeden,
en laat ons
weer in vrede leven.
Amen.
Zo lief
had God deze wereld, dat Hij
Zijn eniggeboren Zoon gegeven
heeft, opdat ieder die in Hem gelooft
aan het verderf ontkomt, en eeuwig
leven hebben mag!
Introïtus. Wij zingen lied 971 helemaal.
Het is
geschreven voor de inwijding van een nieuw kerkgebouw, maar de kerk, dat is niet
het gebouw; de kerk, de ecclesia, dat zijn wij die hierheen geroepen zijn door
God om Zijn Naam recht te doen als Zijn geliefde kinderen.
Laten we
zingen en blij zijn.
Dat is een voorrecht,
dat is een belofte en een heilige opdracht. Veel christenen zijn
niet vrij om Gods Naam op de lippen te nemen.
Denk ook aan
hen!
Laten we de
Heer aanroepen om ontferming voor de nood
van deze wereld, die is groot: oorlogen, rampen, vluchtelingen, allerlei,
en laten wij
tóch Zijn Naam prijzen,
want Zijn barmhartigheid
heeft geen einde!
Zondagsgebed:
Heilige van voor
de grondlegging der aarde,
God
van de toekomst in Eeuwigheid,
U
willen wij loven en danken,
zingen en
verheerlijken.
Zegen dit uur met Uw Heilige
Geest, en
wees ons genadig,
door Jezus Christus, onze Heer.
Amen.
Lezing Eerste Testament:
Exodus 32: 7
- 14
Mozes heeft met Gods
hulp het Volk uit Egypte weg gekregen naar de woestijn, en daar, bij de Sinaï,
heeft het beloofd Gods volk te zijn, en Hem
te gehoorzamen. Mozes gaat de berg op en is daar 40 dagen en nachten
lang, een hele tijd wil dat zeggen, om de instructies van God
te krijgen, over hoe het dan precies verder moet. Intussen denkt het volk dat
hij wel niet terug zal komen, en maakt een gouden kalf, om als hun zichtbare god
mee te nemen onderweg.
We lezen Exodus 32: 7 – 14
7. Toen sprak
de Aanwezige tot Mozes: “Ga naar beneden,
want jouw volk, dat jij uit het land Egypte gebracht hebt, gaat de fout
in.
8. Ze zijn al héél snel afvallig
geworden van de levensweg die Ik
ze voorgeschreven heb. Ze hebben zich een kalf
gegoten, en ze buigen er voor tot op de grond, ze
offeren er aan en ze zeggen:
‘Dat is jullie god, Israël, die jullie uit het land Egypte
gebracht heeft!’”
9. Toen zei de Aanwezige tegen Mozes:
“Ik heb dit volk eens goed bekeken, en zie! het is een hardnekkig volk!
10. Nu dan, Ik heb er wel genoeg van.
Ik ben laaiend
kwaad op ze en zal ze verteren, maar jou
zal Ik tot een groot volk maken.”
11. Daar probeerde Mozes de visie van de Aanwezige,
Zijn God wat te verzachten, en zei:
‘Waarom, Aanwezige, laat U Uw woede
branden tegen Uw volk, dat U hebt weggeleid
uit het land Egypte, met groot vertoon
van macht en kracht?
12. Waarom zouden ze in Egypte nu
moeten zeggen:
‘Hij heeft ze met kwade bedoelingen weggeleid,
om ze ter dood te brengen in de bergen,
en ze af te maken, wég van de aardbodem...’
Kom toch terug
op Uw laaiende woede,
en doe Uw volk geen kwaad!
13. Denk toch aan Abraham, Izaäk
en Jacob, Uw dienaars,
die U een eed gezworen hebt op Uzelf,
U zei tegen ze:
”Ik zal jullie nageslacht zo groot
maken als de sterren
aan de hemel, en heel dit land,
waarover Ik gesproken heb, zal Ik
jullie nageslacht geven, ja, ze zullen
het voor altijd
in bezit krijgen.”
14. Toen
kreeg de Aanwezige spijt van dat Hij
gezegd had Zijn volk kwaad
te zullen doen.
(En Mozes ging de berg af, met de beide
stenen waarop de 10 levenswoorden geschreven waren, aan beide kanten – en met
Gods eigen hand.)
Gelukkig, God
is genadig, vanaf het begin, dus laten we Hem
onze lof zingen, mét Israël.
Psalm 81: 1, 3, 4 en 9
Dit is
ingezet als een eeuwig teken
Jozef tot een
wet, toen des Heren hand
aan
Egypteland machtig is gebleken.
God heeft ons
gezegd nooit gehoorde dingen.
Heilig is 't
en recht nu en te allen tijd
Hem die ons
bevrijdt vrolijk toe te zingen.
“Leef
uit Mijn verbond. Vraag van Mij vrijmoedig.
Open wijd uw
mond. Al wat u ontbreekt,
al waar gij
om smeekt geef Ik overvloedig”.
Epistellezing: 1 Timotheüs 1: 12- 17
Hier is Paulus aan het woord, die er aan herinnert, dat
hijzelf een van de ergste vervolgers van de jonge kerk is geweest. Hij was een
godsdienstfanaat eerste klas, een van de taliban. Talib = zoeker,
theologiestudent. Taliban = mv. En nu schrijft hij:
12. Ik ben Christus
Jezus, onze Heer, die mij met kracht
bekleed heeft, diep dankbaar,
dat Hij mij zo betrouwbaar geacht heeft, dat Hij mij
aangesteld heeft als diaken, als dienaar,
13. mij! – vroeger
een godslasteraar, ja, een vervolger,
en een arrogante kwast, die echter ontferming
ontving, omdat ik het, in
staat van ongeloof, dééd zonder het ín
te zien.
14. Maar de genade van onze God
was – mèt het geloof en de liefde – zeer rijkelijk aanwezig
in Jezus Christus.
15. Betrouwbaar
is de boodschap, en het volledig waard
aanvaard te worden (namelijk): dat
Christus Jezus naar de wereld kwam om zondaars te redden, waarvan ik
nummer één ben.
16. Maar ik werd daarvoor in genade
aangenomen, opdat Jezus Christus allereerst in mij
een openlijk bewijs
kon geven van Zijn alomvattende grootmoedigheid,
als voorbeeld voor hen die later
nog in Hem zouden gaan geloven, tot eeuwig leven.
17. De Koning der
Eeuwen dan, de onvergankelijke,
onzichtbare, enige
God zij eer en glorie tot in de eeuwen der eeuwen. Amen!
De psalmmist zingt: Halleluja!
Hij
heeft Zijn
volk verlossing gebracht, voor eeuwig Zijn verbond ingesteld. Heilig
en ontzagwekkend is Zijn
Naam. Ps 119:9. HALLELUJA!
Wij zingen
lied
568a ubi
caritas Laten we het maar twee maal zingen…
Lucas 15: 1-
10
De Heer reist rond, en onderwijst. Wie Hem
wil volgen moet daar wel over nadenken,
en zich realiseren afstand te moeten nemen van relaties, geld en goed. Anders
is het niet mogelijk open te staan voor de waarden en waarheden
die de Heer ons leren wil. En kun je dat
niet, wil je dat niet, dan heeft het luisteren
en volgen geen enkele zin. We
horen hoe het verder gaat in Lukas 15: 1 – 10
Alle belastinginners
en de zondaars
dromden om Hem heen,
om naar Hem te luisteren.
Maar de Farizeeërs en schriftgeleerden
monkelden:
’Díe
daar verwèlkomt zondaars, en éét samen met ze!!!!!’
Maar Hij vertelde hèn een gelijkenis en zei:
“Welke mèns onder jullie, die 100 schapen heeft, en er één van kwijt
raakt, laat de 99 niet achter
in de woestijn, en gaat her en der op zoek
naar het kwijtgeraakte (schaap) – tot hij
het vinden
mocht?
En àls hij het vindt, dan legt
hij het blij op z’n schouders,
en als hij dan thuiskomt, roept hij
zijn vrienden er bij, en de buren,
en zegt tegen ze:
’Wees blij met me, want ik heb m’n schaap
gevonden, dat ik kwijtgeraakt was!’
Ik zeg jullie, dat er net
zo’n vreugde zal zijn in de hemel over één
zondaar die zich bekeert....
méér dan over 99 rechtvaardigen die geen
bekering nodig hebben....
Of... Welke vrouw,
die 10 drachmen heeft, steekt er, als ze één
drachme mocht verliezen, niet een lamp
aan, en veegt er het huis, en zoekt nauwkeurig
tot ze die vinden mocht?
En bij het vinden roept ze haar vriendinnen
en buur-vrouwen
er bij, en zegt: ‘Wees blij met me, want ik heb
de drachme
gevonden, die ik kwijt geraakt was!!!’
Net zo’n vreugde
– zeg Ik jullie – zal God
de engelen
tonen wanneer er één zondaar zich bekeert.”
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor
aan geven!
Credo
In antwoord op Gods Woord willen wij ons geloof belijden door samen te
zeggen:
Wij geloven
in God, de Vader,
Die de hele
wereld heeft geschapen,
Die alles
in Christus verenigen zal.
Die wenst dat
alle mensen samen leven
als broeders
en zusters in een gezin.
Wij geloven
in God de Zoon,
die mens werd, stierf....
en in triomf
is opgestaan.
en daarbij heel de wereld heeft verzoend
met God.
Hij heeft elke
muur afgebroken die ergens scheiding brengt,
elke barrière
van ras, cultuur of klasse,
om alle
mensen om te vormen tot een
lichaam...
Hij is verheven
als heer,
boven alles en allen.
De enige heer
op elk terrein van ons leven.
Hij roept op:
Ieder mens
apart en
de maatschappij,
de kerk en
de staat,
om zich te verzoenen, een
te zijn, en vrij..
Wij geloven
in God de Geest,
de garantie van Gods komend Koninkrijk,
Die ons kracht geeft
om alle mensen lief te hebben en te dienen,
om te ijveren voor recht en vrede,
om te waarschuwen dat God
oordeelt over mens en land,
om heel de wereld op te roepen Gods
heerschappij te aanvaarden!
Hier
en nu.
Dit geloven
wij
Amen
Preek
Genade zij u en vrede
van God onze Vader en van Jezus
Christus, onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve
Gemeente, zusters en broeders…
Het zijn sterke
persoonlijkheden,
die God uitzoekt als
het gaat om het volk dat Hij opbouwt als het Zijne.
Abraham is bepaald geen doetje,
Jacob
vécht met de duistere kant van de Macht om zegen,
en Mozes
is zelfs na alle vertoon van vuur en rook,
onweer en bliksem op de berg Gods, niet bang
om de Heer van repliek te dienen.
Terwijl het volk
bij al dat Goddelijk Machtsvertoon in zijn schulp kroop, en vond
dat Mozes maar met God moest gaan praten, zij vonden het wel gezegend,
zo!
Dus Mozes
die grote berg op, met een paar stenen platen onder de arm, een heel gewicht.
Ze kijken hem na, en op een gegeven moment verdwijnt hij in de verte, in
de wolken, die rond de top van de berg hangen… en dàn maar wachten…
Het duurt een
dag, het duurt een week, het duurt twee weken, drie… en niets
te zien. Misschien is Mozes daarboven wel verongelukt.
Van schrik
in een ravijn gevallen of zo.
Zó dicht bij
de goden komen is altijd eng en gevaarlijk… maar ja, nu zitten ze zonder leidsman,
en waarschijnlijk ook zonder god.
Dan val je terug
op je routine, op wat je ként.
Dan val je
terug op oude gebruiken.
Zoals ze die
kenden in Egypte: een godenbeeld, als drager van de macht.
Daar kun je achteraan lopen. Dat geeft duidelijkheid.
Ze pressen Aäron,
de broer van Mozes, om hier aan mee te werken, want hij is
er méé verantwoordelijk
voor, dat ze in deze situatie zijn beland. Hij
is met Mozes
naar de Farao gegaan, en zó is het gekomen.
Soms verdenk
ik Aäron
ervan, dat hij met een knipoog naar de Hemel een kalf uitkiest om voor
hen te maken. In de Egyptische godenwereld is een kalf niet
direct het eerste waar je aan denkt.
Wel een koe, Hathor, maar een kalf? Nee!
Aan de andere kant is er in de buurt van Tel Aviv in 1990 een 3500 jaar oud
bronzen en zilveren beeldje opgegraven, 10 cm hoog, van een kalf.
En daarmee
kom je wellicht dichter bij de oorspronkelijke
godsdienst van het volk, dichter bij Abraham, Izaäk en Jacob, dan
met die Egyptische goden.
Dat kalf kan een
van de goden zijn geweest die de stamvaders hebben afgezworen,
toen ze de Aanwezige gingen
dienen.
Hij, die op de
berg langdurig met Mozes in gesprek is, ziet het, en het bevalt Hem
niets.
Zó kort
geleden hebben ze Hem trouw
gezworen, en je laat ze een minuutje alleen in de woestijn,
en hup,
dan dwalen ze al af.
Een volk
van niets, dus.
Een
Goddelijke dwaling… Hij zal ze wegvagen en opnieuw
beginnen met Mozes.
De Aanwezige
trekt meteen de handen van het volk àf.
“Mozes,
dat volk van jou, dat jij uit Egypte hebt gehaald…”
Maar Mozes
trapt er niet in.
Met alle
respect, Heer: ‘Waarom bent U
zo laaiend op Uw
volk, dat U met
groot vertoon van macht en kracht hebt weggeleid uit Egypte?’
Hij zegt niet:
ze weten niet beter, maar hij werkt op Gods zelfrespect…
‘Ze moeten
in Egypte toch niet de draak met U gaan steken en zeggen:
Die god haalt daar met moeite een volk weg uit het land waar ze
een plek hebben, en dan vermoordt hij ze in de woestijn!
Dat is drie
keer niets!
Doe dat volk geen
kwaad, en denk nu eens aan de eed
die U de aartsvaders hebt gezworen!’
En dàt doet
het ‘m. God kalmeert,
en bindt in.
Hij laat genade
gelden vóór recht.
En zo krijgt Mozes
de last van dit volk weer op zijn nek. Als een herder
leidt hij mensen en vee, veertig jaar, een mensenleven lang, door de woestijn, op weg
naar het land van de belofte.
Je ziet: Mozes
is een krachtige figuur die niet meer bang is. Vroeger
wel. Toen hij in drift een Egyptenaar had doodgeslagen
die een van zijn volksgenoten bedreigde, was hij er vandoor
gegaan, naar de woestijn.
Daar heeft hij geleerd
wat er nodig was om groepen onwillige schapen, geiten, en… mensen
te leiden. Een harde
leerschool.
Soms kunnen grote
problemen in ons leven ons klaarmaken voor wat er later
komt.
Er is een
gedicht, een lied, dat mij altijd weer treft, omdat je je kinderen
alle verdriet zou willen besparen,
maar je weet dat het niet
goed voor hen is. Dat
je zelf ook gegroeid
bent, juist door de narigheid heen.
Ik lees het u
voor, u kent
het vast wel.
Ik leg de
namen van mijn kinderen in Uw handen.
Graveer Gij
ze daarin met onuitwisbaar schrift.
Dat niets of
niemand ze meer ooit daaruit kan branden.
Ook niet als
satan ze straks als de tarwe zift.
Houd Gij mijn
kinderen vast als ik ze los moet laten.
En laat
altijd Uw kracht boven hun zwakheid staan.
Gij weet hoe
mateloos de wereld hen zal haten
als zij niet
in het schema van de wereld zullen gaan.
Ik vraag U
niet mijn kind'ren
elk verdriet
te sparen.
Maar wees Gij
wel hun troost,
als ze
eenzaam zijn en bang.
Wil om Uw
Naamswil
hen in Uw
verbond bewaren.
En laat ze
nooit van U vervreemden,
nooit, hun
leven lang !
En dat bidden
we voor al onze eigen kinderen en kleinkinderen, voor de
kinderen van de gemeente, zoals Amber en Fenna,
en àl die anderen.
Je dwaalt
immers zo makkelijk àf van de kudde.
Uit nieuwsgierigheid,
of uit luiheid, eigenzinnigheid, noem
maar op, er zijn redenen
genoeg, om niet te luisteren naar de Herder, en om niet te wachten
op een teken, een woord
van Hem.
Soms is het, lijkt
het, in ons leven een hele tijd stil van Gods
kant.
En je
verliest het vertrouwen
dat Hij er is,
en dat de herder aanstonds wel zal komen, al dan niet met stenen
borden vol aanwijzingen…
Dan ga je
naar tastbare dingen zoeken om je aan op te vijzelen. Een baan,
een carrière, geld, een huis, waardering van mensen… Zekerheden…
En voor
je het weet maak je je
al niet meer druk om de Herder, ga je je eigen weg, zíe
je het wel.
Totdat je van
de weg raakt, in de problemen komt, werkeloos,
ziek, alleen… onzeker…
Dan, en niet alleen dàn, mag je altijd weer roepen naar Hem
die je zoekt.
Naar Hem die jouw naam
noemt, en hoopt dat je je door Hem
wilt laten vinden.
Hij is genadig.
Hoe bont we het ook maken.
Mozes werkte misschien een beetje op
Gods ijdelheid, Jezus
rekende op Gods Liefde,
toen Hij op het kruis nog zei: “Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze
doen!”
En dat gebed
geldt voor iedereen.
Ook voor ieder
van ons.
Voor ieder
hier buiten de kring.
God is genadig
en mild.
Ook als wij Hem afwijzen
draait Zijn hart zich in Zijn
binnenste om.
Haar baarmoeder
trekt zich samen, zegt het Hebreeuws, in een poging Gods
barmhartigheid
onder woorden
te brengen. Daar wordt iets geboren.
Iets nieuws.
Een nieuwe mogelijkheid.
Nieuw leven.
Als wij kapot
zijn, en niet eens meer kunnen en willen weglopen,
als wij naar Hem omkijken,
tilt Hij ons op, en
legt Hij ons op de schouders.
Het schaap
uit de gelijkenis is een heel gewicht.
Zeker als je
er een eind mee moet zeulen.
Maar Jezus bezwijkt
er niet onder. Tot op het kruis en door de dood heen draagt Hij ons.
Even tussendoor: je ziet ook
wel eens plaatjes van de goede herder, die een schaap, een lam vóór zich
draagt. Maar dat is de manier waarop je een offerdier kunt aandragen, dat
is i.h.a. maar een klein stukje lopen.
Het is echt
niet de manier waarop je het draagt als je het van ver weg naar huis moet
brengen. Dan draag je het om je nek, op je schouders.
En als de Herder
er mee thuis komt, is er reden tot grote vreugde in de Hemel.
De engelen mogen zien
hóé blij God is als
mensen zich tot Hem keren.
Grappig, dat we hier de engelen zien
vergeleken met Gods vrienden,
buren, naasten.
Niet alleen als anonieme dienaren.
Trouwens, Gabriël,
een engel met een naam die wij wel kennen, heet Gabber
van God, Maatje!
En zo hebben
we heel wat te horen gekregen in die éne gelijkenis, waarmee de Heer
de fatsoensrakkers lik op stuk geeft. (Over de vrouw die tien procent van
haar bruidsschat verliest hebben we het een andere keer wel.)
Waar het om gaat
is dit: mensen waar wij niets aan vinden, waar wij liever niet mee
gezien worden, die worden met open
armen ontvangen
bij God en de engelen.
Dat mag ons voorzichtig
maken in ons oordeel over de mensen om ons heen en ver weg.
Wij worden uitgedaagd
om net zo genadig en
meelevend
te zijn als de Heer zelf.
En dan denk
ik aan het stukje in de eerste brief aan Timotheüs, waarin Paulus
over zichzelf
schrijft als iemand die het met de beste bedoelingen helemaal verkeerd deed.
Iemand die God
en mensen pijn deed, in zijn heilige ijver
voor God. Een talib,
noemde ik hem al, een godsdienstfanaat, die ter ere Gods mensen liet oppakken
en martelen, en desnoods doden.
Maar Jezus
sprak hem vanuit de Hemel aan en zei:
“Waarom vervolg je MIJ?”
En dan
schrijft Paulus: ‘Maar de genade van onze God
was – mèt het geloof en de liefde – zeer rijkelijk aanwezig
in Jezus Christus.
Betrouwbaar is de boodschap, dat Christus Jezus naar de wereld kwam om zondaars te
redden, en boodschap die is het volledig
waard aanvaard te
worden.
Dat Paulus in genade werd
aangenomen is niet omdat hij zo bijzonder was, zelfs niet omdat
hij zo’n grote zondaar was, maar dat gebeurde opdat Jezus
Christus allereerst in hem een openlijk
bewijs kon geven van Zijn alomvattende
grootmoedigheid, (want iedereen wist wat
een Christenhater Paulus was geweest!) en dat zou een voorbeeld zijn voor de mensen die later nog in Hem
zouden gaan geloven, dus ook voor ons.
Ja, die boodschap
is er ook voor ons hier:
Jezus Christus is naar de
wereld gekomen om U en jou en jullie en mij te redden.
Want God is genadig.
Wát we ook op onze kerfstok hebben.
Hoe eigenwijs en hardnekkig we
ook zijn.
Hij wil ons uiteindelijk niet
kwijt!
Hij roept
ons bij name.
Soms luid en duidelijk, soms
fluisterzacht.
Maar altijd is die Stem er, die zegt:
“Ik houd van jou”.
De Koning der
Eeuwen, de onvergankelijke,
onzichtbare, enige
God zij eer en glorie
tot in de eeuwen der eeuwen.
Amen!
Orgelmuziek
Alles wat wij hebben, hebben wij van God
gekregen, om door
te geven, om met velen te delen
en er zo dubbel van te genieten.
ook nu en
hier kunnen we gestalte geven aan dat delen:
in de collecte
Na het gebed
over de gaven zingen wij:
psalm 139: 1, 2, 14,
maar nu eerst de
Collecte
(En
dan collecteren twee van die heel kleine peuters!)
Gebed over de gaven
Lieve God,
u geeft Uzelf aan ons.
wij bieden U
ons eigen leven aan.
neem het, zoals U ons geld
aanneemt.
dat het dienstig
mag zijn voor U.
In de geest
van Jezus - die ons voorging.
Amen.
Psalm 139: 1,
2, 14
Voorbeden
Laten we
danken en bidden:
Goede God,
wij danken U voor Uw levenswoorden, voor de 10 leefregels die duidelijkheid
geven en ons leiden. Wij danken U voor de wet van Liefde die Jezus ons meegaf,
en die Hij heeft voorgeleefd, tot voorbij het bittere einde.
In Zijn dood
en opstanding leven en bloeien wij voor Uw Aangezicht. Dank U wel.
In dat besef
bidden wij U voor allen die U niet kennen, of die nooit een relatie met U hebben
kunnen opbouwen. Wij denken in het bijzonder voor mensen die ons zeer dierbaar
zijn, en in ons hart noemen wij voor U hun namen…
Laten wij de
Heer bidden:
Heer, ontferm
U.
Genadige God,
wij danken U voor de vrede en veiligheid in ons eigen land, in ons deel van de
wereld. Voor de vrijheid om Uw lof te zingen, om U te dienen zoals het U past.
Wij bidden U
voor al die Christenen, in het Midden-Oosten, Azië, en vooral in Noord-Korea,
die dat niet kunnen, niet mogen, die vervolgd worden. Sta hen bij door Uw
Heilige Geest en Haar gaven, en leid hen op de weg naar U en elkaar.
Laten wij de
Heer bidden:
Heer, ontferm
U.
Wij bidden U
ook voor al die anderen, voor vervolgde Joden en Islamieten, en voor allen die
vervolgd worden omdat ze anders zijn.
Laten wij de
Heer bidden:
Heer, ontferm
U.
God van vrede
en barmhartigheid, wij bidden U voor mensen en landen die in onvrede en oorlog
leven. Ontferm U over hen, over hen die vrede willen. Wij houden ons hart vast,
nu Noord-Korea hardnekkig voortgaat op de weg naar een kernoorlog. Breng Uw
liefde in dit land, en help het om een ommekeer naar U en menselijkheid te
maken.
Wij bidden U
ook voor het aangekondigde bestand in Syrië, dat het echt een begin van vrede
mag zijn.
Laten wij de
Heer bidden:
Heer, ontferm
U.
Liefdevolle
God, wij danken U voor deze gemeente, voor de kerk waar wij lid van zijn, als
klein deel van Uw wereldwijde lichaam.
Wij bidden U
voor de nieuwe samenwerking van Lutherse gemeenten in Luthers Zuid-Nederland.
Zegen hen
allen, en zegen ook de nieuwe predikant, Susanne Freytag, opdat ook langs deze
weg Uw genade blijvend verkondigd mag worden.
Ook bidden
wij U voor de visitatoren die hier morgen de gemeente zullen bezoeken, tot steun
en ter bemoediging. Zegen broeder Brinkman en broeder de Jong in al hun doen en
laten.
Bovenal
bidden wij U voor onze zieken, thuis en hier, wij denken aan Bob van der Meulen,
en Erna Wertwijn. Wil hen genezen en bevestigen in Uw grenzeloze liefde.
In stilte
leggen wij de zieken thuis aan U voor…
Neem ons in
genade aan, red en behoud ons,
Want alleen
U, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, komt toe prijs en lof en aanbidding te
allen tijde en van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Onze vader,
die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde
geheiligd. Uw rijk kome,
Uw wil
geschiede,
gelijk in de
hemel zo ook op de aarde.
Geef ons
heden ons dagelijks brood
en vergeef
onze schulden,
gelijk ook
wij vergeven onze schuldenaren,
en leid ons
niet in verzoeking,
maar verlos
ons van het kwade,
Ons slotlied is lied 754:1
Zegen:
De heilige God van Israël,
de Vader van alle
mensen,
wil ons behoeden met Zijn liefde,
wil ons dragen met Zijn Geest,
wil ons voorgaan in Zijn Zoon.
Alle dagen
van ons leven.
Zo zegent ons God,
U
Vader, Zoon
en Heilige Geest.
Amen.
Lied 754:3
En toen dronken we samen koffie!