Voor eerdere diensten klik hier:
Zondag 11
na Trinitatis 11-8-2013 Lutherse kerk te Leerdam 17 uur
Wij
zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Onze Hulp is in de Naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Heer, vergeef ons al wat wij misdeden
en laat ons weer in vrede leven.
Amen
Zo lief
had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren
Zoon gegeven heeft, opdat ieder
die in Hem gelooft
aan het verderf ontkomt,
en eeuwig leven
hebben mag!
In Gods liefde
mogen wij ook aanbevelen onze broeders, die de Heer
heeft thuis gehaald:
Teunis Adrianus van der Zwan
en
Andreas
Jakob Theisen.
Staande willen wij hen gedenken, en tweemaal zingen: lied NL 961: niemand
leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf.
(Gaat u zitten)
Introïtus:
De Antifoon voor deze
zondag luidt:
Gij zijt ontzagwekkend,
o God, in Uw heiligdom.
Israëls God! Hij geeft kracht en moed
aan Zijn volk, gezegend
zij God!
En de psalm luidt:
68:2 Staat God op, Zijn vijanden
stuiven uiteen, –
wie Hem haten vluchten voor Zijn Aanschijn.
68:4 Rechtvaardigen zullen zich verheugen,
zij juichen voor Gods Aanschijn, – zij zijn verrukt
van vreugde.
68:20 Gezegend de Heer,
dag aan dag, draagt Hij onze lasten,
–
de God van onze bevrijding!
Nogmaals de Antifoon: |
Gij zijt ontzagwekkend, o God,
in Uw heiligdom.
Israëls God! Hij geeft kracht en moed
aan Zijn volk, gezegend
zij God!
Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood
van deze wereld, - die is groot -
wij denken o.a. aan
vluchtelingen, slachtoffers van bomaanslagen en het verkeer,
maar laten wij dan juist ook Zijn Naam
prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid
geen einde komt!
Zondagsgebed
Heer God, U laat ons Uw macht zien in vergeving
en ontferming… Wij bidden U dat wij Uw barmhartigheid
ook zelf mogen ervaren, en dat wij steeds weer onze toevlucht
tot U nemen, vol vertrouwen
op Uw beloften, voor nu en het eeuwige
leven, door Jezus Christus, onze Heer.
Amen.
Lezing Oude Testament:
Jesaja 65: 17-25.
Een mooie belofte die ook óns
aangaat…
17. “Waarachtig!
Let op Mij! Ik ben bezig een nieuwe
hemel te scheppen en een nieuwe aarde,
wat vroeger was, daar aan wordt niet meer gedacht,
het komt niet meer op in het hart.
18. Want jubelen zullen ze en dansen,
voor altijd en immer, zij die Ik schep....
Waarachtig! Let op Mij!
Ik ben al bezig Jeruzalem te scheppen:
één en al dans.... zijn volk
is al aan het jubelen!
19. Ik zal dansen om Jeruzalem,
en jubelen over Mijn volk....
En nooit meer wordt daarin (Jeruzalem)
het geluid van huilen gehoord, of het
geluid van hulpgeroep.....
20. Nooit zal daar een zuigeling maar enkele dagen worden,
of zal een volwassene diens dagen niet vol
maken.... Integendeel:
een knaap sterft er als honderdjarige, en
zelfs wie zondigt, wordt er pas als
100-jarige vervloekt!
21. Als ze huizen bouwen
zullen ze er ook wonen, en als ze wijngaarden
aanleggen, zullen ze ook eten van de
vruchten
er van.
22. Ze zullen niet bouwen, en een ander die er wonen
zal.... ze zullen niet planten,
en een ander die er van eten zal.... want de levensduur
van Mijn volk zal zijn als de levensduur van bomen,
en het werk dat uit hun handen komt zullen Mijn uitverkorenen zélf
verslijten...
23. Ze zwoegen niet vergeefs, ze krijgen niet tot hun ontzetting
kinderen, waarachtig: nageslacht
der gezegenden van de Aanwezige
zijn ze, en hun nakomelingen met
hen.
24. Wat zal er gebeuren: voordat ze roepen
geef Ik al antwoord,
terwijl ze nog aan het spreken zijn verhoor
Ik ze al.
25. Wolf en lammetje,
ze grazen eendrachtig, ja, de leeuw
eet stro als het rund, maar de slang
stof in plaats van
voedsel, maar ze zullen geen kwaad doen en ze zullen niets bederven
op Mijn Heilige berg”
heeft de Aanwezige gezegd.
Gradualepsalm: psalm 89: 1, 3 en 4.
Epistel: Hebreeën 11: 1 - 10.
Een overbekend gedeelte… maar
tóch ook nu nog van levensbelang. Het gaat over het geloof dat redt…
1. Geloof is de basis
van de dingen waar op gehoopt
wordt, de proef op de som van dingen die niet
gezien worden.
2. Daarin (ook) legden de vóórgangers
getuigenis af.
3. In geloof
zijn we in staat een verband te leggen
tussen de eeuwen
en het woord van God,
zo dat wat zichtbaar
geworden is niet uit
waarneembare dingen ontstaan is.
4. In geloof
bracht Abel God betere dingen als
offer dan Kain, daardoor werd er van hem
getuigd dat hij een rechtvaardige was, omdat God,
in de gaven, voor hem getuigde, en door
dat (geloof) spreekt hij - in zijn sterven - nog
altijd.
5. In geloof
werd Henoch naar een
andere wereld gebracht, zodat hij de dood
niet onder ogen hoefde te zien, en hij werd niet
meer gevonden, omdat God
hem naar een andere wereld had gebracht.
Want
als reden voor het feit dat hij naar een andere wereld gebracht werd
getuigde men van hem: dat hij God beviel.
(Hij was Gode aangenaam.)
6. Maar zonder geloof is het onmogelijk
(God) te bevallen..... want degeen die God nadert
(om te offeren) behoort
te geloven dat Hij
er is, ja, er is een beloning
voor hen die Hem zoeken.
7. In geloof
heeft Noach, door God
op de hoogte gesteld van wat er nog niet
te voorzien was, godvrezend en vroom,
de ark gebouwd - tot heil
van zijn huis (d.w.z.
van zijn familie) - (in een geloof)
waardoor hij de wereld veroordeelde,
en in bezit kwam van de gerechtigheid
op grond van geloof.
8. In geloof
gaf Abraham gehoor
aan de oproep er op uit te
trekken, naar een plaats die hij later
in bezit zou krijgen, en hij trok er op uit, zonder
te weten waarheen hij ging.
9. In geloof
zwierf hij rond op het land der belofte, in
tenten wonend, als een vreemdeling,
net als Izaäk en Jacob, die samen met hem erfgenamen
van de zelfde belofte waren,
10. want hij keek uit naar
de stad die fundamenten
heeft, waarvan God de maker en de architect
is.
Psalmwoord: Halleluja, Loof de Heer,
roep luid Zijn Naam, maak Zijn daden bekend onder de volken! (psalm
105:1). HALLELUJA!
Ons loflied
is NL 306
Het Heilig
Evangelie staat geschreven bij: Lucas 12: 32 - 40.
Jezus wilde laten zien dat we
ons leven niet moeten ophangen aan geld en goed, maar open moeten staan voor God
en Gods goedheid. Hij laat dat ook zien
in de bekende tekst van de lelies op het veld
en van de raven van de hemel, die ook van de
hand in de tand leven, maar door God worden gevoed.
In dàt licht gaat Hij verder en zegt:
32. Wees niet bang,
jullie, kleine kudde, want jullie Vader
heeft het een goed idee gevonden aan jullie
het Koninkrijk te geven.
33. Verkoop
jullie bezittingen, en geef ze weg, als aalmoes....
Maak voor jezelf beurzen die hun koopkracht
niet verliezen, een niet te stelen schat
in de hemel, waar geen dief bij
kan komen en geen mot iets waardeloos
maakt.
34. Want waar jullie schat is, daar
is nu eenmaal jullie hart.
35. Jullie lendenen
moeten omgord zijn, en de lampen brandend,
36. ja, jullie moeten zijn als mensen die in gespannen
afwachting zijn van hun Heer, wachtend, wanneer
Hij het grote feest verlaat, zodat ze Hem,
wanneer Hij komt, direct open kunnen
doen.
37. Wat zijn die knechten goed af, die
de Heer, wanneer Hij komt, op hun post zal aantreffen! Waarachtig, Ik zeg
jullie, dat Hij zich omgorden zal en hèn
plaats laat nemen aan tafel en ze de hele rij langs bedienen
zal.
38. Ook als Hij komen mocht om middernacht
of om drie uur
‘s nachts, als Hij ze dan zó zou vinden, wat zijn ze dàn goed af!
39. Dit moeten jullie goed
begrijpen: als een heer des huizes wist
op welk moment de dief komt, zou hij het niet toelaten dat er een gat in
de muur van zijn huis gemaakt werd.
40. Ook jullie moeten klaar
staan, omdat de Mensenzoon komt op een moment
dat jullie ‘t niet vermoeden.
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan
geven!
Credo
In antwoord op Gods Woord willen wij ons geloof belijden door samen te zingen:
NL 665 (= gez 101)
Preek
Genade zij u en vrede van God
onze Vader en van Jezus Christus,
onze Heer,
door de Heilige Geest.
Lieve mensen, kunnen jullie het
je voorstellen dat God in de hemel
jubelt en danst om Zijn nieuwe schepping?
Dat Hij niet stil kan zitten van blijdschap
om de nieuwe
mogelijkheden die Hij
voor ons aan het bedenken en aan het maken
is?
Dat wil toch wat zeggen!
Dat betekent dat het voor Hem van heel
groot belang is hoe het met ons
gaat.
Met alle mensen, en ook met ons,
met u, met mij.
Het zal je maar gezegd
worden!
En het ís ons gezegd, door Jesaja,
en die heeft het weer direct van Gods
Geest.
Hij mag er het volk van God,
dat het na de ballingschap niet zo
heel makkelijk heeft, dat weet u wel,
mee troosten.
En hij mag ons er mee troosten, als wij
verdrietig en verbijsterd zijn en niet
meer weten hoe het verder moet, of als
wij ons afvragen wat er van deze wereld
terecht moet komen.
Een nieuwe hemel
en een nieuwe aarde.
Je zou het dolgraag willen geloven.
Ja, bij begrafenissen wordt daar veel over gepreekt.
Het is een mooie, troostende gedachte.
Maar… wij hebben altijd gehoord
dat wij later samen bij God in de hemel
zullen zijn… mét Jezus, en met alle
mensen die ons zijn voorgegaan, en die in God
geloofden.
Onze ouders, onze geliefden, onze
broeders Teunis en Andreas,
we zullen ze daar weer zien…
Daar gaan wij van uit.
Maar hier lezen wij dat God
een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
gaat maken, en dan is het natuurlijk de bedoeling dat Gods volk daar woont. Hoe
zít dat? Jesaja zegt dat God
daar al mee bezig is, en dus is Hij er
al zo goed als mee klaar.
Hij heeft het al bedacht, en Hij hoeft het nog
maar uit te spreken,
en het ís er.
Misschien ís het er al, en zien wij het alleen nog maar niet.
Er is zoveel dat wij niet weten…
Geleerden zoeken bijv. naar donkere
materie, en ze weten niet eens precies wat dat is, maar er moet
iets zijn dat ze niet kennen, want hun rekensommetjes
kloppen niet. Grappig, vind ik dat...
(Niet alleen als theoloog, maar vooral als bioloog!)
Heel misschien is de ontbrekende
factor wel die nieuwe hemel en
die nieuwe aarde, waar zij niet naar zoeken,
maar die God op zijn minst allang voor ogen
staat. We weten het niet, maar het zou kunnen.
Wij hoeven ook niet alles te weten.
Maar die nieuwe hemel en die nieuwe aarde, die komen
er. Schoon en fris en nieuw.
Hoe dan ook.
Daar mogen wij op vertrouwen, dat mogen wij geloven…
Geloven is genoeg.
Ja… geloven…
Jaren geleden, ik denk
in 1976 of 1977, ging mijn man op reis naar Mexico, waar een goede vriend
van ons woont, en hij kwam vol verhalen
terug.
Hij was onder andere naar een kerkdienst geweest, (het was nog voor de
liturgische vernieuwing hier,) en hij vertelde enthousiast
dat de gemeente bij elk onderdeel van de geloofsbelijdenis zei: Sí,
lo creo.
Ja, dat geloof ik. Ze spreken daar Spaans.
Onze oudste dochter Parel had ook net Spaanse les op school, zij dacht
even na, en toen haar vader maar doorging
over dat Credo, zei zij,
toen hij weer wilde zeggen: Sí, lo creo, iets anders,
namelijk: Creo que sí…
En dat betekent zoveel als: ik
geloof van wel… je zou
gelijk kunnen hebben! J
In het Nederlands
zit er heel veel ruimte om het begrip geloven
heen.
Je kunt in sprookjes
geloven, je kunt geloven dat er niet meer is dan wat je ogen
zien, je kunt geloven wat je zelf verzint…
Je kunt ook geloven wat een ander je vertelt,
omdat je die persoon betrouwbaar vindt,
en je kunt vast en zeker geloven wat
je van binnen zeker weet, maar wat je
niet uit kunt leggen, omdat je het (nog) niet kunt laten zien.
(Ik
weet wel zeker dat God bestaat, soms spreekt Hij tegen mij, maar ik heb geen
bandopname...)
Dat is dus
een geloven dat groter is en verder
reikt dan ons verstand en dan onze ogen,
oren en tastzin kunnen bewijzen.
Het is het
geloven dat alles te maken heeft
met vertrouwen. Het bijbelse woord voor geloven
is hetzelfde als vertrouwen.
Als je iemand echt vertrouwt, dan geef
je soms het stuur uit handen,
en dat kan behoorlijk eng zijn.
Dat doe je alleen in heel goede relaties.
Bijvoorbeeld in de relatie tussen geliefden, tussen vrienden en vriendinnen,
tussen leraar en leerling, en tussen God
en de gelovige mens.
Dat soort vertrouwen
vinden we bij Abraham, die een stem
hoorde, en die als een soort aanstaande verloren
zoon wegging uit het ouderlijk huis
in het Ur der Chaldeeën, een grote
en rijke stad, voor die tijd, heel ver weg, woestijnen
ver, van de plek waar hij terecht zou komen… En dat
allemaal alleen omdat Iemand tegen hem
sprak. Iemand die hij niet zag!
In onze
maatschappij loop je de kans om in de isoleercel
terecht te komen, als je zegt: 'God sprak
tot mij vanmorgen'. Helemaal als God
je dan uitnodigt om al je zekerheden achter
te laten, en je blindelings samen met Hem in het
avontuur te storten. Abraham deed dat. 'Dan spoor je niet', zegt men hier en nu.
En Henoch,
die liep met molentjes. Want hij wandelde met God.
Hij leefde met God. Alsof ze samen
woonden. Nu ja, ik ben geen Henoch, maar ik loop ook regelmatig
tegen de Heer te praten over van alles
en nog wat. Toch geloof ik niet dat ik gestoord ben. U mag
daar anders over denken, maar dan zàt u hier niet, neem ik aan.
Geloof kan veel verschillende kanten hebben, maar hier vraagt
geloof wel van je, dat je vertrouwt
op God.
En dat je dan in de verre en nabije toekomst dingen
durft te zien, die een ander daar niet ziet.
Zoals Noach. Die zag de bui
niet hangen, maar bouwde tóch de ark.
Ik bedoel maar…
Hoe staat het ook al
weer in de brief aan de Hebreeën, aan God eigen volk dus, die wij straks
lazen?
Geloof is de basis van
de dingen waar op gehoopt
wordt, de proef op de som van dingen die niet
gezien worden. (2x)
Voordat je hopen kunt op een toekomst, op een mooie
toekomst, moet je geloof hebben. Geloof in God;
moet je er van overtuigd zijn dat Hij
bestaat.
En dat is dan de basis
waarop je dingen doet en plannen maakt.
Dat is een fundament waarop je bouwen
kunt.
En wat je dan bouwt
wordt je door niemand meer afgenomen.
Van wat je plant zul je de vruchten
plukken, in die wereld die God
voor ons heeft weggelegd. Een wereld die voor
ons herkenbaar is.
Dat wordt straks niet:
je eindeloos met een harpje op de wolken
zitten te vervelen, maar wel zinnig
werk doen, iets waar je goed in bent.
Dingen waar je de gaven voor hebt. Dat
is leuk!
Een échte wereld, met een heel ander tijdsbesef.
Maar wel zoals de wereld was bedoeld.
Een wereld waar God Zijn tenten opslaat.
Waar Hij woont.
Een wereld waar God, als het Hem
zo uitkomt,
bij ons komt zitten, om een beetje met ons te praten.
Dat staat in dat àndere verhaal van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde,
waar God alles
in allen zal zijn, en het Licht Zelve. In Openbaring
staat dat.
Wat ik nu zei, dat zijn
maar woorden, en die schieten
tekort, omdat God
nu eenmaal zoveel meer is dan wij kunnen bedenken… Dat geeft
niet.
Bij God is àlles anders… en meer.
Hij is niet te koop, maar Hij
is te geef, en onvoorstelbaar kostbaar.
Daarom zegt Jezus ook: je kunt net
zo goed alles wat je hebt verkopen en
aan de armen geven, want je hebt er in
relatie tot God niets aan.
Als je niets hebt, dan
ben je rijk, want dan leef je van Gods
goedheid. Dan moet je rondkomen met
het vertrouwen dat God
je zal voeden en kleden.
Net als de raven en de lelies
van het veld.
Of wat voor bloemen dan ook.
Is het probleem van onze maatschappij niet dat wij allemaal, of de meesten van
ons, heel hard werken voor dat beetje méér dan wat God geeft?
Voor de luxe? Als we dat eens minder
deden?
Maar… dan moeten we het ook wel
van Hem verwachten,
dan moeten we vol vertrouwen klaar staan
voor Hem, ieder uur van de dag.
Kunnen we dan nooit meer
slapen? vroeg
een kind ooit op de zondagschool…
Nee, natuurlijk niet, we zijn maar mensen.
Het gaat om heel andere dingen.
Maar wij moeten wel waakzaam
zijn, en uitkijken naar God,
plus uitkijken voor de dief van
onze ziel.
Van God en ziel geldt dat je die zo
kwijt kunt zijn.
Ongemerkt. Sluipend haast.
Als je erg druk bezig bent met van alles en nog wat, kan
het gebeuren dat er gedachten
bij je binnen komen die niet deugen.
Die stelen je ziel weg bij God.
En als je heel erg druk bezig
bent met zorgen voor en zorgen
hebben over, dan kan het gebeuren,
dat je geen tijd meer hebt voor God.
Dan lees je zomaar niet meer dat dagelijkse hoofdstuk in de
bijbel, en je vergeet God
te loven en te danken,
je zíngt niet eens meer onder het aardappel
schillen of het schoenen poetsen.
Jezus waarschuwt ons daar voor.
De duivel is als een dief in de nacht,
en als je weet wanneer die komt, dan zorg
je wel dat die niet binnenkomt. Dan is
alles op slot en er zit geen zwakke
plek in de schutting.
Net zo goed als je een sterk wachtwoord bedenkt voor je computer,
en een virusscanner installeert. Dan kan er geen kwaad
van buiten naar binnen. Maar het blijft zaak óp te letten.
Dat betekent
wel dat je bewust moet leven.
Het betekent dat je alert moet zijn op wat er om je heen gebeurt,
en dat je zelf moet nadenken
bij je keuzes in wat je denkt en doet.
Als je maar een beetje aanlummelt, dan
komen er makkelijk zwakke plekken in je verdediging,
en wat erger is: dan ben je er niet klaar
voor, als de Heer je roept naar dat Land
waar Hij een plek voor je heeft.
Dat Land waar alles mooier
en kleurrijker
is, omdat God er Zelf het licht
is, omdat Jezus daar rondloopt, als een
Lam, dat wij kunnen aanraken.
Dat is een liefelijke
gedachte, en het is beter dan een droom
of een televisieprogramma, het is Gods eigen
werkelijkheid voor U en mij.
Wij hoeven het maar te geloven, er op te vertrouwen.
GodZelf maakt het waar.
Hij ís al begonnen, en als je goed
kijkt, dan zie je het.
Overal waar mensen goed en aardig zijn
voor elkaar in Gods Naam, om Gods wil. In liefde.
God is ontzagwekkend, in Zijn heiligdom.
Israëls God! Onze God.
Hij geeft kracht en moed aan Zijn volk,
aan ons allen. Gezegend zij God! Ere
wie Ere toekomt!
Amen.
Muziek
God heeft Zichzelf in Jezus
aan ons gegeven.
Wij kunnen Hem ons eigen leven aanbieden.
En natuurlijk
het geld dat Hij ons heeft geleend, om in Zijn dienst
te gebruiken.
In de geest van Jezus - die ons voorging.
Daarom is er nu de collecte, en heel deze week
zijn er mensen waar wij
goede dingen voor kunnen doen. Dingen
die bij God passen.
Na het gebed over de gaven zingen wij: NL 792
En nu nodig ik u uit voor de Collecte
Gebed over de gaven
Heer God, wat wij hebben verdiend,
wat wij hebben gekregen, het is uit Uw genade.
Daarom kunt U er over beschikken, zoals U kunt beschikken over onze tijd,
liefde en aandacht.
Wijs ons in dit alles de weg en zegen
het.
Om Jezus’ wil… Amen.
Lied NL792
Voorbeden:
Laten we danken en bidden:
Goede God, wij danken U dat U plezier in ons wilt hebben, dat U niet ver en hoog
bent, maar dat U jubelt en danst van plezier om de nieuwe Schepping. Wij kunnen
haast niet wachten die te zien!
Open ons, door Uw Geest, de ogen voor Uw werkelijkheid, en sterk ons vertrouwen,
ons zeker weten van wat het oog niet ziet en het oor niet hoort.
Laten wij de Heer bidden:
Heer ontferm U.
Liefdevolle God, wij danken U
dat U in ons gelooft.
Dat wij door het geloof dat U in de mensheid hebt in Jezus zijn behouden. Wat
een liefde!
Wek ook onze liefde in ons hart, herschep ons hart, herijk ons denken, maak ons
waakzaam en alert, liefdevol en teder, opdat onze wereld lijkt op de Uwe.
Laten wij de Heer bidden:
Heer ontferm U.
Barmhartige God, wij danken U
voor het leven van onze broeders die U hebt thuis gehaald, sommigen kenden hen
goed, anderen wat minder, maar ze hoorden bij ons, en wij zullen ze missen.
Wij bidden U voor hun naaste familie:
Harm,
Joke en de kinderen en kleinkinderen...
en voor ons als gemeente.
Doe hén ontwaken in die nieuwe werkelijkheid waar U op hen wacht, en waar wij
elkaar eens weer zullen ontmoeten, in U.
Ook
voor Roel
van End bidden wij, die zo ziek is.
Laten wij de Heer bidden:
Heer ontferm U.
In de stilte van dit moment
leggen wij ons hart voor U open, en delen wij onze nood en onze vreugde met
U….
Samen met onze Heer bidden wij
vol eerbied:
Onze Vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd.
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
Slotlied NL793: 1 Bron van liefde,
licht en leven…
Zegen:
De Heer van dood en leven,
de Moeder vol barmhartigheid,
schenkt ons allen overvloedig genade
en liefde,
om Christus’ sterven
en opstanding.
In Zijn dood
sterft onze dood,
in Zijn Geest
mogen wij verder leven,
nu en altijd.
Zo zijn wij dan gezegende
mensen,
in de Naam van de Vader
en de Zoon en de Heilige
Geest.
Amen.
Door de gemeente beaamd met: NL793 :2
De kaarsen worden gedoofd.