Allerheiligen
1 november
Marcus
12: 27
27. Hij is niet een God van doden, maar van levenden!
Wanneer we die stóére en lieflijke namen horen weerklinken, in de kerkgeschiedenis, of in de
litanie, is daar soms een moment van nabijheid,
en van respect...
Al die mensen die hebben gelééfd en geleden,
gestreden en gebeden, en die hun
geloof als iets kostbaars hebben
bewaard, zijn ons voorbeelden, waarvan we het gevoel kunnen hebben: daar
kan ik niet aan tippen.
En toch!
Wees heilig, want Ik ben heilig, is de opdracht van God aan ieder van ons.
Heilig is meer en anders dan het brave boontje dat de volksmond er van maakt. Heilig
is horend bij een manier van zien en
denken, - een manier van zien en denken die is geënt op Gods manier van
zien en denken.... geënt op de Liefde zelf.
Heilig heeft iets in zich van heel anders
dan de gewone gang van zaken.
Om heil te vinden moet je je sóms wagen in het gebied van de dood, om
leven in eeuwigheid te kunnen bevèchten. Jezus deed dat. En martelaren.
Heilig heeft ook iets van: vreselijk
machtig.
Dat geldt voor God, Wie de heilige engelen - krachten om diep respect voor te
hebben! - steeds weer het: Heilig,
Heilig, Heilig toeroepen - of zoals het resoneert in het boek van Jesaja: Qadoosh,
Qadoosh, Qadoosh!!!
Maar als wij heilig moeten zijn, bekleedt Hij ons ook met die moed
van het geloof, waardoor de heiligen
die ons zijn voorgegaan - en ook onze
ouders, grootouders en anderen mogen daar bij horen! - volhard hebben in
de strijd.
Want Hij is een God van levenden.
En zij zijn om ons heen.